Een bundeltje oorlogsliederen(1914)–Lode Krinkels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Willems mijmering Wijze: De Lorelei. Ik weet niet wat moet het beduiden Dat ik zoo angstig ben! Ik trok welgemoed naar het Westen Waar ik een vijand ken. De lucht is zoel en de zonne Die schroeit mij schier den kop, En de Engeschen en de Franschen Die geven mij klop op klop... De Belg, in zijn klein landje, Die vecht zoo wonderbaar; Hij zit in hoek en kantje En treft mij scherp en zwaar. Ik kon dat niet verwachten; 'k Heb daarop niet geteld; Ben ik niet, met mijn mondwerk, Een onverwinbren held? Ik moet terug nu trekken Mijn troepen sterk en fel; Ik moet mij weren, dekken Mijn kostbaar moffenvel!... Ik vrees dat ik onder mijn kuken Wreedaardig wordt getrapt: Dat hebben, met wreede voldoening, De Belgen mij gelapt! Vorige Volgende