Bloemen-sprookjes(1903)–Ernst Kreidolf– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Vrouw Zonnebloem en Vrouw Dahlia. Vrouw Zonnebloem kreeg door het zonnelicht, Een donkerbruin negerinnengezicht. Toch is zij wel lief om te ontmoeten. Vrouw Dahlia is met haar kinderschat - Ze heeft er al zes - heel vroeg op 't pad, En leert hun haar vriendlijk te groeten. ‘Och heer, wat een schatjes,’ zegt Zonnebloem. ‘Vrouw Dahlia, die ik het liefste noem,’ ‘Die roode, die moest je mij geven.’ ‘“Vrouw Zonnebloem, o, 't is een snoes! alleen”’ ‘“Zijn hartje trekt héél erg naar moeder heen;”’ ‘“Bij u zou hij niet kunnen leven.”’ ‘Dan wensch ik je 't beste, vrouw Dahlia!’ ‘k Zal zien dat ik nu maar eens verder ga!’ Blij groeten haar al de kinder. ‘“De kleinste is verlegen, zoals u ziet,”’ Zegt Dahlia, ‘“maar dat hindert niet:”’ ‘“Dat wordt door de jaren wel minder.”’ Vorige Volgende