geschiedenis van beide landen in één boek. In sommige hoofdstukken heb ik zelfs gemeend te mogen proberen om hun geschiedenis niet in afzonderlijke onderafdelingen te beschrijven maar als één geheel, zo gelijksoortig, leek mij, waren de reacties van deze landen op de politieke en intellectuele uitdagingen waarvoor zij stonden. Ik ben op dit punt overigens in het geheel niet systematisch geweest, maar misschien kan mijn opzet sommige lezers helpen om hun historische perspectieven wat te verruimen.
In mijn behandeling van de culturele geschiedenis heb ik niet gestreefd naar enige vorm van volledigheid. De geschiedenis van de beeldende kunsten en de muziek heb ik buitengesloten en ten aanzien van de letterkunde is mijn houding zuiver pragmatisch geweest. Op al die plaatsen waar ik meende dat enige verwijzing naar de schone letteren mijn verhaal kon verhelderen, heb ik niet nagelaten het onderwerp aan te roeren; nooit heb ik echter een beknopt overzicht van de literatuur willen toevoegen aan wat ik heb opgezet als een hoofdzakelijk politiek-sociale geschiedenis. Ditzelfde geldt voor vakken als de godgeleerdheid en de wijsbegeerte, die ik zo vrij was alleen dan te behandelen wanneer ik meende dat dit mijn betoog kon versterken.
Dit is een boek over België en Nederland geschreven door een Hollander van geboorte en opvoeding. Ik heb de eerzucht gehad om niet te laten zien dat ik Nederland vanzelfsprekend beter ken dan België. Indien ik daar niet in ben geslaagd (zoals ik vrees), dan kan ik alleen maar zeggen: ik heb mijn best gedaan.
Ik heb langer aan dit boek gewerkt dan ik van plan was geweest en het schrijven heeft mij meer plezier gegeven dan ik kon hopen. Ik spreek mijn dank uit aan een aantal vrienden, die ik zo nu en dan delen van mijn manuscript ter lezing gaf, voor hun aanmoediging en hun commentaar. Bijzondere dank ben ik verschuldigd aan prof. Maurits de Vroede te Leuven voor veel geduldig en nauwkeurig advies; van een reeks opmerkingen van prof. R.C. van Caenegem te Gent, die de tekst doorlas, heb ik naar ik hoop nuttig gebruik gemaakt.
Groningen, september 1975