't Is vol van schatten hier...
(1986)–Anton Korteweg, Murk Salverda– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 167]
| |
Willem G. van Maanen, omstreeks 1964.
In 1953 debuteerde Willem G. van Maanen met de kleine roman Droom is 't leven. Daarin raakt een musicienne zodanig in de ban van haar leerling dat zij tenslotte geen andere uitweg ziet dan uit het raam te springen. In de roman stelt Van Maanen een thema aan de orde dat hem altijd is blijven boeien: dat van schijn en werkelijkheid. Het is vervlochten met de controverse dood - leven. Vooral in De onrustzaaier (1954) riep Van Maanen het beeld op van zijn vaderstad Kampen. Dat hij daar geen aangename herinneringen aan had, blijkt uit de ironiserende, dikwijls zelfs satirische manier waarop de onderlinge kuiperijen in het stadje worden beschreven en anderzijds de kleine, calvinistische gemeenschap zich keert tegen de onruststoker, een strijdbare schoolmeester, voorvechter van het ideaal van de verlichting. Met deze boeken en met romans als Al lang geleden (1956), De dierenhater (1960), Taal noch teken (1960), De verspeelde munt (1964) en Helse steen (1970) verwierf en behield Van Maanen de faam van een geestig, zich over de grillen der mensen verbazende, verteller voor wie het fantastische een tegenhanger vormt van de alledaagse werkelijkheid. Het begin van Helse steen is typerend voor zowel inhoud als stijl van Van Maanens werk. Dit begin luidt: ‘Als kind wilde ik met mijn moeder trouwen, maar mijn vader zat ertussen en zo kwam er niets van.’ Anders gezegd: deze auteur van knappe, psychologische romans valt nogal eens op Freud terug en hij doet dat in dikwijls geestige, elegante be-
Willem G. van Maanen aan de redactie van De Revisor. De tekening werd opgenomen in Schrijvers tekenen zichzelf (1980).
Putten, 28-10-79 // [tekening] // Geachte Redaktie, / Hierbij een zelfportret voor uw / boekje. // Mag ik meteen iets vragen: vorig jaar / september abonneerde ik me bij Dirk Ayelt Kooiman per- / soonlijk op de Revisor; dat was tijdens de boeken- / nationale in de koepel van Sonesta. Maar ik heb / nog geen enkel nummer ontvangen, hoewel ik / keurig op uw giro ƒ47,50 heb overgemaakt. Kunt u / daar iets aan doen? // Vriendelijke groet, / Willem G. van Maanen | |
[pagina 168]
| |
Wat is er eigenlijk voor vreemds aan dat een vrouw cello speelt? Ze houdt hem tussen haar benen, zegt meneer Brom van boven, en dat vind ik op zijn zachtst gezegd: nu ja. Het is gewoon geen gezicht, meent juffrouw Smulders kort en bondig en ze krabt zich met de breipen fanatiek de smalle schedel. Vrouwen hebben geen kracht, oordeelt kapitein Van Beesd, en daarom moeten ze geen cello spelen. De kapitein kan het weten, want hij was in dienst kapelmeester, en hoeveel vrouwen hebben al niet met cellen en kapellen te maken gehad?woordingen. Helse steen is een van zijn diepzinnigste romans, over verhulling en bedrog, over een jongen die verliefd wordt op zijn moeder, met haar broer als zijn vader, en pogingen in het werk stelt los van haar te komen. In zijn meest complexe roman Taal noch teken formuleert een der hoofdfiguren het belangrijkste thema dat Van Maanen bezighoudt, als volgt: ‘De waarheid heeft veel vormen. Je vader heeft een bijzonder ongewone uitgekozen, maar hij is ook een ongewone man. Denk je, dat je hem ziet zoals hij is? Geen sprake van. Jij ziet hem, ik zie hem, hij ziet zichzelf, dat zijn er al drie. En welke is de ware? Alle drie en geen van drieën, het zijn allemaal illusies.’ Na enige werken van wat minder betekenis publiceerde hij in 1981 zijn roman Een eilandje van pijn. Het is een boek met een prikkelende constructie, waar men op de rechterbladzijden de eigenlijke roman vindt en op de linker brieven, invallen, stellingen uit het dagboek dat de auteur bijhield in de periode waarin hij deze roman op papier zette. De mens bevindt zich op zijn eilandje van pijn, omdat er gelogen en gedraaid wordt in een mensenleven en in menselijke betrekkingen, zonder dat de mensen nu ook slecht genoemd mogen worden, en omdat de mens, naar Van Maanens overtuiging niet kán zonder de affectie van anderen en ook dáárvoor bereid is te liegen. Het probleem van schijn en werkelijkheid wordt in de vorm van een ‘Welke versie van een verhaal is de juiste?’ nog eens present gesteld in de kleine driedelige roman Het nichtje van Mozart (1983), Vooral het verhaal van de archivaris Steiner is boeiend. Vertellend in het jaar 1979 gaat hij in zijn herinnering terug tot de oorlogsjaren toen hij tijdens een lezing over het nichtje van Mozart in contact kwam met het meisje waarop hij als oudere man verliefd werd. Van Maanen kreeg voor dit werk de F. Bordewijkprijs 1983.
Roman (1954). Omslag: Theo Kurpershoek.
| |
Overig werkEen onderscheiding (1966), De hagel is gesmolten (1973), Hebt u mijn pop ook gezien? (1974), Putten op de Veluwe; het spoor terug naar de tragedie van 1944 (1977, met Koos Groen). |
|