dertiende-eeuwse rooms-katholieke kloosterorde, bedachten om de Franciscanen, een kloosterorde uit de twaalfde eeuw, in discrediet te brengen. Tussen deze beide kloosterorden woedde namelijk een felle strijd die betrekking had op de wijze waarop het door beide voorgestane armoede-ideaal beleefd moest worden. De Dominicanen maakten daarbij gebruik van het feit dat hun overste beschikte over het vermogen om geesten op te roepen.
1Het is haer seer wel te passe gekoomen, dat op den selven tijt een 2 eenvoudig mensch genaemt Ioannes Ieserus, van sijn handtwerck een 3 snijder, in hare Orden is opgenomen: dese scheen haer tot haer voor-4neemen seer dienstigh te zijn, daerom soo hebben sy hem getemteert, 5 beproeft, en bevoghten, werpende by nacht steenen in sijn kamer, makende 6 een geluyt, ende veynsende haer Geesten te zijn.
7Het liet hem in den beginne aensien, dat de sake haer niet qualijck 8 soude gelucken, op eene vrydagh is de Supprior bedeckende hem met een 9 linnen laeken met sommige andere Geesten, welcke hy met sijn tooverye 10 daer toe hadde op doen koomen, in de kamer des voorgemelden Monincks 11 gevallen, ende dat met groot gewelt en geluyt, veynsende hem als of hy 12 met vele tranen hulp van den slechten Moninck begeerde. Maer sy hadden 13 al te vooren het wywater ende de overblijfselen der Heyligen in de celle 14 des broeders gebracht. Die vervaert zijnde, seyde: dat hy hem geen hulpe 15 konde doen, maer heeft hem gewesen aen Christum en sijne Moeder. 16 De Geest heeft geantwoort, dat het stondt in sijne en sijner meede-17broederen macht, dat hy uyt dese sijne elende verlost konde worden, en 18 sulcks soude konnen geschieden, waert sake, dat hy acht dagen lanck alle 19 dagen hem selven tot het bloet toe woude geesselen, en dan voorder 20 bestellen, datter tot sijnen besten acht Missen in de capelle van den 21 Heylige Ioannes gedaen wierden, en̄ soo hy dan ook, de wijle de Misse 22 gecelebreert wiert, soo langh met sijn uytgereckte armen op de Aerde 23 woude nederleggen. De Geest gaf oock desen broeder te kennen, dat hy op 24 den navolgende vrydagh voor middernacht wederom met een grooter gebeer 25 soude komen, ende vermaende hem, dat hy niet vervaert soude worden: want 26 de Duyvel konde hem, dewijle hy soo een heyligh man was, niet beschae-27digen. De sotte broeder heeft des anderen daegs de andere Monicken, die 28 als hoofden het spel dreven, de gantsche saeck te kennen gegeven, ende 29 heeft seer ootmoedigh van haer begeert, dat sy hem wouden helpen, ten 30 eynde de arme Geest en ziele, welcke hem geopenbaert was, mochte verlost 31 worden.
32De sake is terstont kenbaer geworden door de gansche stadt, daer zijn 33 oock openbaer van den predickstoel predicatien van dese dingen gedaen 34 door de Monicken, welcke presen de Heyligheyt van hare Orders, welcke 35 Heyligheyt daer uyt gemerckt konde worden, dat de Geest van haer, ende 36 niet van den godtloosen ende droncken Franciscanen hulpe begeerde.