De schepping anno 1654

Oudere letterkunde en de verbeelding

[p. 29]

Literatuur

-	Abrahamse, Wouter Het toneel van Theodore Rodenburgh (1574-1644). Amsterdam, 1997.
-	Bomhoff, J.G. Bijdrage tot de waardering van Vondels drama. Amsterdam, 1950.
-	Brandt, Geeraardt Het leven van Joost van den Vondel. Ed. P. Leendertz. 's-Gravenhage, 1932.
-	Brinkkemper, Simpha & Ine Soepnel Klassieke en christelijke denkbeelden in de Nederlandse renaissance-literatuur. Zutphen 1989.
-	Bundy, Murray Wright The theory of imagination in classical and mediaeval thought. Urbana, 1927.
-	Can, M. van ‘Jacob Westerbaen, bestrijder van Vondel. “De kracht des geloofs”’. In: Vondeljaarboek 1949, p. 28-79.
-	Castelein, Matthijs de De const van rhetoriken. Oudenaarde, 1986 (reprint van de editie Gent 1555).
-	Cats, Jacob 's Werelts begin, midden, eynde, besloten in den Trou-ringh, met den proefsteen van den selven. Dordrecht: Hendrick van Esch voor Matthias Havius, 1637.
-	Colie, Rosalie ‘The cosmology of Constantijn Huygens: a study of Daghwerck’. In: The Germanic review 30 (1955), p. 101-109.
-	Coornhert, D.V. Zedekunst dat is wellevenskunste. Ed. B. Becker. 2de dr. Utrecht, 1982.
-	Dante Alighieri, De goddelijke komedie. Vertaald door Ike Cialona en Peter Verstegen. 2de druk. Amsterdam, 2001.
-	Dijksterhuis, E.J. De mechanisering van het wereldbeeld. 4de druk. Amsterdam 1980.
-	Dubois, Claude-Gilbert L'imaginaire de la renaissance. Parijs, 1985.
-	Edwards, Karen L. Milton and the natural world: science and poetry in Paradise lost. Cambridge, 1999.
-	Es, G.A. van ‘Vreugden van het buitenleven. Jacob Westerbaen op Ockenburgh’. In: G.A. van Es en E. Rombouts: Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden V. De letterkunde van de renaissance en barok 2. 's-Hertogenbosch [enz.], 1952, p. 125-150.
-	Gelderblom, Arie-Jan ‘Tuinen vol tekens. Een semiotische analyse van 17de en 18de-eeuwse hofdichten’. In: De macht van de tekens. Opstellen over maatschappij, tekst en literatuur. Red. A. van Zoest. Utrecht, 1986.
-	Goff, Jacques le L'imaginaire médiéval: essais. Parijs, 1986.
-	Huygens, Constantijn Dagh-werck. Ed. F.L. Zwaan. Assen 1973.
-	Huygens, Constantijn Hofwyck. Ed. F.L. Zwaan. Jeruzalem 1977.

[p. 30]

-	Johannes, Gerrit Jan Geduchte verbeeldingskracht! Een onderzoek naar het literaire denken over de verbeelding - van Van Alphen tot Verwey. [Z.p.], 1992.
-	Knuvelder, G.P.M. Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Deel 2. 7de druk. 's-Hertogenbosch 1979.
-	Koopmans, J. ‘Vondel en De Decker in Westerbaen's jachtperk’. In: De nieuwe taalgids 9 (1915), p. 209-228.
-	Koopmans, J. ‘Westerbaen's “Ockenburg” en haar toepaden’. In: J. Koopmans, Vijf letterkundige studiën over de 17e en 18e eeuw. Red. C.M. Geerars. Zwolle 1958, p. 69-108.
-	Lodewick, H.J.M.F. Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Eerste deel: aanvang tot omstreeks 1880. 4de druk. 's-Hertogenbosch 1959.
-	Matthey, Ignaz ‘De betekenis van de natuur en de natuurwetenschappen voor Constantijn Huygens’. In: Constantijn Huygens, zijn plaats in geleerd Europa. Red. H. Bots. Amsterdam 1973, p. 334-459.
-	Meeuwesse, K. ‘Willem Bilderdijk in het paradijs’. In: De nieuwe taalgids 53 (1960), p. 65-73, 129-137.
-	Milton, John The works. Ware, Hertfordshire, 1994.
-	Murrin, Michael ‘The language of Milton's heaven’. In: Michael Murrin, The allegorical epic. Essays in its rise and decline. Chicago [enz.], 1980, p. 153-171, 247-252.
-	Oudaan, Joachim Poëzy, 3 dln. Amsterdam: Wed. P. Arentz & K. van der Sys, 1712.
-	Ridder, J.G. de Oud-Loosduinen. De geschiedenis van een Haagse woonwijk. Den Haag, 1976.
-	Rodenburgh, Theodore Eglentiers poëtens borst-weringh. Amsterdam: Paulus van Ravesteyn voor Jan Evertsz Cloppenburgh, 1619.
-	Smit, W.A.P. Van Pascha tot Noah: een verkenning van Vondels drama's naar continuïteit en ontwikkeling in hun grondmotief enstructuur. 3 delen. Zwolle 1956-1962.
-	Spiegel, H.L. Hert-spiegel. Ed. F. Veenstra. Hilversum, 1992.
-	Spies, Marijke ‘Developments in 16th-century Dutch poetics: from “rhetoric” to “renaissance”’. In: Rhetorik der Renaissance, Renaissance der Rhetorik. Ed. H. Plett [enz.]. Berlijn [enz.], 1993, p. 72-91.
-	Stein, Arnold Answerable style. Minneapolis, 1953.
-	Strengholt, L. ‘Die zoetsappige dichters. Huygens over Westerbaen’. In: De nieuwe taalgids 78 (1985), p. 322-329.
-	Stutterheim, C.F.P. Taalbeschouwing en taalbeheersing. 2de, herziene dr. Amsterdam, 1965.

[p. 31]

-	Unger, J.H.W. Bibliographie van Vondels werken. Amsterdam 1888.
-	Verkuyl, P.E.L. ‘Sterren-konst-licht bij Huygens-lectuur’. In: De nieuwe taalgids 58 (1965), p. 234-243.
-	Vondel, Joost van den Lucifer. Treurspel. Ed. N.C.H. Wijngaards. Zutphen, [z.j.].
-	Vondel, Joost van den Lucifer. Treurspel. Ed. L. Rens. Den Haag, [1979].
-	Vondel, J. van den Twee zeevaart-gedichten. Hymnus, ofte lof-gesangh [...]. Het lof der zee-vaert. Ed. M. Spies. 2 dln. Amsterdam [enz.], 1987.
-	Vondel, Werken. Ed. J.F.M. Sterck, H.W.E. Moller, C.G.N. de Vooys [e.a.]. 10 dln + register. Amsterdam, 1927-1940.
-	Vries, Jan W. de Beny uw soon den hemel niet. Leiden, [2001].
-	Vries, Willemien B. de Wandeling en verhandeling. De ontwikkeling van het Nederlandse hofdicht in de zeventiende eeuw (1613-1710). Hilversum, 1998.
-	Westerbaen, Jacob Arctoa Tempe. Ockenburgh, woonstede van den Heere van Brandwyck, in de Clingen buyten Loosduinen. 's-Gravenhage: Anthony Tongerloo, 1654.
-	Westerbaen, Jacob Arctoa Tempe: Ockenburgh, woonstede van den Heere van Brandwyck, in de Clingen buyten Loosduinen. Delft: Aernold Bon, 1654.
-	Westerbaen, Jacob Gedichten. 3 dln. 's-Gravenhage: Johannes Tongerloo, 1672.
-	Westerbaen, Jacob Kracht des geloofs van den voortreffelijcken ende vermaerden Nederduytschen poëet Joost van den Vondelen [...]. Schiedam, 1648.
-	Winkel, J. te De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde III. Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van de Republiek der Vereenigde Nederlanden I. Utrecht 1973 (herdruk van de editie Haarlem 1922-1927).
-	Worp, J.A. ‘Jacob Westerbaen’. In: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde 6 (1886), p. 161-280.