Stiemer en Stalma
(1957)–Anton Koolhaas–
[pagina 92]
| |
worden. Zojuist nog was Stiemer bevend van ellende uit het water gekomen, omdat hij in het zicht van het doel zijn wondervis achtervolgd zag door de vreselijke Grommeldor; zojuist meende iedereen alles op te kunnen geven en verder op niets meer te kunnen hopen, en thans was ineens alles toch nog bereikt en zat Stalma in het net. Dit was merkwaardig. ![]() Stiemer had inderdaad goed gezien, dat Grommeldor, nadat Stalma van Stiemer was weggevlucht, de wondervis snel achterna was gezwommen. Het was een lange achtervolging geworden en de oude oppertandhaai, die door de gevechten met de Boeglanders toch reeds een aantal uiterst vermoeiende dagen achter de rug had, kon Stalma maar met moeite volgen, maar zij was op het laatst helemaal flauw geworden van angst en verloor alle kracht en keek tenslotte een keer heel schichtig om en toen zag ze die open muil en toen kon ze niets meer en toen kon Grommeldor haar met één slag van zijn kaken gemakkelijk opslokken. Met groot gemak verdween de lichtgevende vis in Grommeldors muil. Nu bleek pas, welk een tandeloos en vervallen dier Grommeldor was. Aan alle kanten stroomde het licht uit zijn muil, zodat het wel leek, alsof hij zich voor de grap geïllumineerd had. Overal tussen zijn lippen bleven hele spleten open, waardoor het licht straalde en het was maar goed, dat niemand de trotse oppertandhaai in deze verbazingwekkende en penibele omstandigheden gadesloeg. Toen Grommeldor Stalma eenmaal had, zwom hij, zich voortdurend verslikkend en met een raar gevoel over zijn hele lijf, snel terug in de richting van Stiemers | |
[pagina 93]
| |
vlot. Hij kwam daar net aan op het ogenblik, dat de apen het net buiten boord zetten en haastig en met innige voldoening spuwde hij Stalma met een vaartje in het net. Bon, zeide hij. Het gaf een slag van belang en Stalma lag verdoofd van de schok in het net. Grommeldor was zijn vrachtje kwijt. Hij haalde diep en opgelucht adem en zwom naar het diepste en donkerste plekje van de Kraalbocht. Van de ongepaste verlichting van dat visje, zoals hij het noemde, van het ongewenste licht in zijn domein was geen sprake meer en Grommeldor kon weer slapen. Voor het eerst na Stalma's ongelukzalige komst in de Kraalbocht was het er weer lekker donker! Grommeldor was behaaglijk en tevreden. |
|