Het triomfantelijke telegram wordt verzonden
Eindelijk besloot de kapitein van de Diepduiker nu ook eens te vragen, wat er eigenlijk aan de hand was. Hij begaf zich met de sloep naar een van de vissersschepen. De vissers zeiden niets, maar wezen pralend naar de vier schepen, die het net trokken. De oudste visser trad vervolgens naar voren en zei met tranen in de ogen en zo deftig mogelijk sprekend tot de kapitein: Jongeheer, de zaak zit zo, dat we er in geslaagd zijn de vis, die het licht heeft, te overmannen in het net, dat u voor u ziet, zodat we hem gevangen hebben en naar ik vertrouw zullen bemachtigen. Hierna zweeg hij en verder ook iedereen, want het woord was nu aan de kapitein van de Diepduiker. WAT???, riep deze uit, HEBBEN JULLIE STALMA GEVANGEN??? Wou je zeggen, dat je de lichtgevende wondervis in dat net hebt?? Wou je dat zeggen? - Juist, meester!, zei nu weer de oude visser. Dat wou ik zeggen en volhouden! - Hemel, riep nu de kapitein: Wou je daarmee beweren, dat alles in orde is? en hij greep de oude visser bij zijn sik. Asjeblief, riep deze en hij knikte verheugd. Wat een opeenstapeling van vreemde gebeurtenissen, mompelde de kapitein. Dus alles is toch nog in orde gekomen.
Het bericht verspreidde zich snel op de oorlogsschepen: Stalma is gevangen! We hebben 'm. Wat zal die ellendige Stiemer op zijn neus kijken! En wat zullen