Stiemer vaart uit
De commissie van afscheid stond op de kant van de haven van Burenland toen Stiemer verscheen en bij zijn bootje ging staan. De voorzitter van de commissie, die ook niet wist waar Stiemer heen zou gaan, hield een lange toespraak en hij zeide, dat hij hoopte dat Stiemer gauw terug zou komen en in het vervolg een trouw dienaar van Burenland zou zijn. Tenslotte riep hij luid Hoera en gaf hij de muziek een teken om te spelen. Alle mensen zongen zo hard zij konden mee en zij keken aandachtig naar de eerste minister, die zich gereed maakte om Stiemer vaarwel te zeggen.
De eerste minister vroeg Stiemer of hij niet ontroerd was door deze betoging. Wel een bewijs dat iedereen U bewondert. Mag ik zeggen dat U weer spoedig terug komt? Neen, zei Stiemer, dat kon best eens een hele tijd duren. Mag ik dan ook zeggen, waar U heen gaat, vroeg de minister bleek van nieuwsgierigheid. Ik mag niets zeggen, zei Stiemer en hij stapte in zijn boot en klapte het deksel dicht. De minister was wel nogal kwaad, maar hij wuifde toch mee met zijn hoge hoed in zijn hand, toen Stiemer de haven uitvoer. Het avontuur tegemoet.