Veere, 18 november 1990
Lieve Gustaaf en Janna,
We hebben een misverstand. Dat blijkt wel uit Gustaafs laatste, in splendid isolation geschreven brief.
We hebben deze zomer niet in Victorine Heftings zomerhuisje gelogeerd. Dat heb ik ook nooit beweerd. Ik heb Victorine Hefting in maar één brief aan jullie ter sprake gebracht. Als ik het me goed herinner in dezelfde brief als waarin ik jullie voor de teksten van ‘Nauwgezet en Wanhopig’ bedankte. In die brief had ik het over een zomerhuisje dichtbij de Grote Kerk. En even later omschreef ik het huis waarin we woonden als een oud vakantiehuis aan de rand van de stad. Het ging om twee verschillende huizen, maar ziedaar de bron van het misverstand.
Toevallig zagen wij hier toen Bert Voeten en Marga Minco rondlopen. De Voetens hebben een dochter die ‘Beertje’ wordt genoemd en hier op Walcheren in een tehuis verblijft. Nina kent de Voetens een beetje omdat ze in Amsterdam in het Willem Witsenhuis wonen, waar ook de familie Redeker heeft gewoond. De Voetens zijn met mevrouw Hefting bevriend en dus dachten wijzelf juist dat zij in haar zomerhuisje logeerden.
Ik noemde mevrouw Hefting in mijn brief omdat ik toen juist in een krant (ik weet niet meer welke) een polemiek tussen Steiner en Enzensberger had gelezen. Steiner had immers aan ‘Nauwgezet en Wanhopig’ meegewerkt en volgens haar autobiografie was Hefting bevriend met Enzensberger. Daarom leek het me interessant om haar opinie over het programma te kennen. Toen wij vroeger in Veere woonden hebben we wel veel over haar horen spreken, maar haar nooit ontmoet. Dat vind ik nu ik haar memoires gelezen heb heel jammer.
Wat ben ik blij dat jullie je niet blauw ergeren aan mijn voortdurende aankondigingen dat we jullie komen opzoeken. Dat is anders knap irritant. We komen heus graag, en zo spoedig mogelijk! Als het jullie niet schikt moet je het gewoon zeggen.
Ik zal hierna nog op andere punten uit Gustaafs brief reageren. Het is altijd fijn om iets van jullie te horen.
Lieve groet, ook van Nina.
Gregor