Ter inleiding.
Gaarne heb ik gevolg gegeven aan het verzoek van den geachten Uitgever, dal de volle instemming van den schrijver had, om mijn oog te laten gaan over het manuscript van deze uitgave. Reeds spoedig bleek mij, dat de heer J.C. de Koning ééns geestes met mij was wat geloofsovertuiging betreft, zoodat het een vreugde was met hem samen te werken. Men versta dit woord niet verkeerd. Schrijver van dit boek is de heer J.C. de Koning alléén. Van hem is de indeeling der stof. Van hem de beschrijving. Van hem de taal en de stijl. Indien het hier aangeboden werk eenigen lof verdient, komt deze uitsluitend aan hem toe, - hij heeft er zijn warme hart in gelegd.
Het hart is nog altoos de uitnemendste paedagoog.
Wie het waagstuk onderneemt om de Bijbelsche geschiedenis aan kinderen te vertellen, komt met verstandelijk onderwijs alléén niet klaar. Een knap in elkaar gezet lees- of leerboek, dat het gemoedsleven onbewogen laat, zal in 't oog der jeugd steeds een dor geschrift blijven en misschien wel kennis, maar geen godsvrucht kweeken. Zelfs veelszins fraaie teekeningen als van Isings, die een lust voor het gretige kinderoog zijn, zouden dit niet kunnen verhelpen. Maar de Schrijver kent het geheim om de aandacht te boeien: hij weel ontroering te wekken, en dit is de niet geringe verdienste van zijn werk.
Er bestaan meerdere geschriften van hetzelfde soort.
Dikwijls wordt men onder het lezen ietwat ongeduldig: men krijgt den hinderlijken indruk van iets gekunstelds, 't is alsof men een volwassen mensch vóór zich ziet, die zich inspant om zijn anders forschen pas af te meten naar de kleine kinderschreden. Bij dit boek niets van dat gemaakte! De Schrijver is zelf in zijn werk een heerlijk kind, dat eenvoudig-weg met de andere medehuppelt, hij doet volstrekt niet zijn best om de soms diepzinnige verhalen nu eens heel duidelijk en bevattelijk te vertellen, ... wel neen, 't welt alles natuurlijk uit zijn hart op, als water uit de bron.
Dit maakt het boek zoo echt en zoo mooi.
't Is niet een volledige Bijbelsche Geschiedenis. De Schrijver moest rekening houden met het hem gestelde perk en dus beknoptheid betrachten, maar dan toch een beknoptheid, die geen afbreuk deed aan den geregelden gang der