Naschrift
Oorspronkelijk maakte ook een artikel over de Ontboezemingsbundel van Jopie Breemer deel uit van de serie Vergeten boeken die in haar eerste versie in de jaren 1979-1981 in Vrij Nederland verscheen en die u in het eerste deel van dit boek onder de titel Het literair schaduwkabinet aantreft. (Uitgever Peter Loeb verbood me in 1986 dezelfde titel Vergeten boeken te gebruiken omdat hij de verschijning van een uitgave onder die naam het jaar daarvoor in het Boekblad had aangekondigd.) Het Jopie Breemer-artikel (‘Een ode aan Jopie’) staat afgedrukt in Averechts (Amsterdam, 1980) waarin onder de hoofdstukken Van de verkante keer (2) (pagina's 246-282) en De contra-bibliotheek (pagina's 284-295) nog het een en ander over vergeten en curieuze boeken te vinden is. Hetzelfde geldt voor de pagina's 196-234 van Daar is het gat van de deur (Amsterdam, 1974) en, passim, voor de rest.
Een schaduwkabinet is voor uitbreiding vatbaar. Ik had er, in mijn geval, graag Peter Altenberg en Michael Koezmin aan willen toevoegen, de dagboeken van Platen, al zo lang niet meer verkrijgbaar, Eça de Queiroz, in ons land nooit doorgedrongen. Anderen zullen weer andere favorieten hebben. Het blijft noodgedwongen bij een momentopname. Des te meer geldt dat voor de curieuze boeken van het kerkhof: je struikelt er bij toeval over en ze moeten je daarbij ook nog even vasthouden. Nu deze opnamen uit althans mijn lezers-bestaan zijn verzameld is er een nieuw curieus boek bijgekomen: dat wil zeggen, één titel meer in de bibliografie van de bibliografie van bibliografieën van curieuze boeken. Of het een verzonken boek wordt laat ik aan mijn lezers over.