Strijden ga ik(1969)–Anton de Kom– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Wat wilt gij van hem maken Blanke - wat wilt gij van hem maken Zwart van huid Groot van geest Een wijsgeer - een man - Staatsman in hooge zaken Hij zou te diep kijken In jou hersenen. Dat zou je niet lijken Dat kan niet. Meester - wat wilt gij van hem maken Witte tanden - heldere oogen Een christen - een geestelijke Wat - dat zult ge niet gedogen Portier - ja - schoenpoetser Koetsier of palfenier met hooge hoed toegetakeld, één en al gesmuk Hij is toch niet Uw eigene bloed Voor huiselijk geluk, dat meubelstuk slechts je tijdelijke, aardsche goed Dat wil ik - Dacht ik het niet? Heer - wat wilt gij van hem maken Een oermensch met sterk hart, Gespierde handen, elastische beenen Een bonk ijzer van top tot teenen Nooit tranen, nimmer smart, Een vertrapte - een slaaf voor nu en in 't verschiet Ja - dat wist ik wel Hij brengt U veel geld - het handelshuis En - kost U geen luis. [pagina 31] [p. 31] Gentleman - wat zult ge van hem maken Mooi kroeshaar - knap uiterlijk Wat - kan het U niet schelen? Hij mort niet, ook geen verzet - Loopt snel U kunt bevelen Aan U het recht en de wet U beveelt man en vrouw beiden, Voor plantage of Uw vette weiden Dat kan nog. Slavenbaron - luistert - Wat gij van hem wilt maken Zet het uit je hoofd. U kunt dat alles nu maar staken Zij denken en voelen zo als jij! Gaan zich verzetten, Breken nu jouw wetten, Slaan stuk het middeleeuws huis vol knevelarij, tirannie en gespuis! Vorige Volgende