Strijden ga ik(1969)–Anton de Kom– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] [O, ik haat het alledaagsche zwoegen] O, ik haat het alledaagsche zwoegen Balen rijst dragen Koffie plukken Voor drie centen. Ach, hoe haat ik het tergen en plagen, Vanaf zonsopgang tot de zon ver wegzakt. Maar wat kan ik anders doen. Vervloek ik niet Het spitten, ploegen Altijd maar torsen, Dagenlang koren dorschen Slechts een karig hapje werpen ze me toe. Dacht ge, luiheid is van ons? Ziet hoe bezweet de gezichten, Druppels rollen Voeten branden onder de steenen Eelt en stroeve gewrichten hebben wij. En gij, Wel verzorgd Uw teere handen Wel gedaan Uw gelaat. Glimmende laarzen, Lakensch pak Met gevulde zak. 's Avonds Bacchanale feesten. Ach, hoeveel hooger zijn de beesten Met hun nog lagere geesten. Vorige Volgende