Woord vooraf bij de negentiende druk.
Al verscheiden jaren sta ik niet meer in contact met het onderwijs en het is hoog tijd dat mijn Beknopte Spraakkunst door een man van de praktijk wordt herzien.
Het doet mij veel genoegen dat de uitgevers dr. Moormann bereid hebben gevonden die taak op zich te nemen.
Dr. K. HOLTVAST.
Een boek, waar men het in beginsel niet mee eens is, bewerken, is onmogelijk: men kan dan beter een nieuw schrijven.
De last van den bewerker wordt echter licht, als hij met de opzet en de wetenschappelijke gedachtegang van het boek instemt.
En daarom was het me een vreugde, dat de firma Noordhoff, in volkomen overeenstemming met den schrijver, dr. R.A. Kollewijn, (ieder weet, dat hij de vasthoudende Holtvast is) me vroeg, of ik deze beknopte Nederlandse Spraakkunst, wilde bewerken. ‘De grote lijn moet vastgehouden worden,’ was een deel der opdracht. Dat kòn bij dit werk, waarvan de opzet geenszins verouderd is. Men leze de voorrede bij de eerste druk maar eens.
Mijn taak bepaalde zich niet enkel tot ‘omspellen’ en ‘aanpassen’ van het bestaande boek.
Woord- en zinsbehandeling werden herzien. De beschouwing der tijden en der modaliteit is geheel vernieuwd. Nieuwe begrippen als: begingedachte, begripsassociatie, eindgedachte, genus, isoglossen, klankassociatie, klankimpressie, letterwoorden, losse en vaste medeklinkers, subjectieve en objectieve modaliteit, onvoltooid en voltooid, volksetymologie, taboe, taalkringen, vaktaal, werden aan 't register toegevoegd.
Een schoolgrammatica is voor de leerlingen. Diepgaande filosofische en psychologische beschouwingen over woordcategorieën, tijden, aspecten, e.t.q. zijn er niet op hun plaats. Dat betekent helemaal niet, dat de schrijver ‘transigeert met zijn wetenschappelijk geweten.’ De basis van het boek moet wetenschappelijk zijn. En de leraar, die het boek gebruikt, moet meer weten dan de leerling. Het weten van den docent is de grondslag, waarop het ammatica-onderwijs opgebouwd wordt.