Ik hoop dat de spelling veranderd-t wordt-t
(1972)–Dolph Kohnstamm– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 48]
| |||||||||
Dolf Kohnstamm
| |||||||||
Geen spellingvereenvoudiging, maar revolutie makenGa naar voetnoot*Het is alweer geschreven in De Waarheid, de schrijver Bernlef heeft het gebruikt in het Eindhovens Dagblad en tijdens het spellingdebat in dezelfde plaats en Harry Mulisch hat het lang daarvoor al in zijn brochure ‘Soep lepelen’ geschreven: Een vereenvoudiging van de spelling verandert niets aan de bestaande maatschappelijke orde die oorzaak is van de klasse-tegenstellingen en dus verdoezelt een dergelijke verandering de ware tegenstellingen, daarmee ongewilt of gewilt de machthebbers in de kaart spelent, omdat wéér een | |||||||||
[pagina 49]
| |||||||||
oppervlakte-simptoom is opgeruimt. Derhalve moet men tegen de vereenvoudiging zijn - evenals tegen het idiote woningbouwplan van Marcel van Dam (De Waarheid) - en moet men daarentegen zijn energie richten op een revolutionaire verandering van de hele maatschappij. Presies hetzelfde is door knappe linkse denkers gezegt en geschreven toen wij voorstelden om aan arbijderskinderen die een aantoonbare achterstant in taalontwikkeling vertoonden ekstra taalonderwijs te geven. De taal-kompensatie programmaas zijn door ‘links’ met dezelfde argumenten bestreden als nu de spellingvereenvoudiging. Gelukkig hebben dit keer ook een paar anderen ingezien hoe verlamment deze denkwijze is, en hoe wijnig deze aanvallers aan konkrete verbetering te bieden hebben tegenover datgene wat wij proberen bij te dragen. Zo de leraar Nederlants Wil Bijlsma, tijdens het spellingdebat in Eindhoven en later in de Groene. Zo ook Piet Grijs in Vrij Nederland van 12-2-'72: ‘Moet ik het nou echt nog een keer zeggen? Ja, ik moet het echt nog een keer zeggen: Er komt geen revolutie in Nederland. Herhaling: Er komt geen revolutie in Nederland. Er komt dus geen revolutie in Nederland (...). Bij een discussie in Eindhoven zei de schrijver Bernlef “Eerst moet er een omwenteling komen, dan wil ik daarna nog wel eens spreken over een verbetering van de spelling.” Dat betekent dus dat Bernlef geen verbetering van de spelling wil. Zijn goed recht, laat hij dat dan zeggen. In de discussies over de onderdrukte vrouw, de vervuilde wereld, over het tekort aan huizen, kun je altijd ideologen horen verklaren dat al dat kleine werk van crèches, hinderwet, huursubsidies meer gehannes aan symptomen is, dat er eerst een revolutie moet komen en dat na de revolutie de vrouw, het vuil en de huizen vanzelf in orde zullen komen. De revolutie is presies zo'n smoes als het hiernamaals. Eeuwenlang hebben mensen allerlei rottigheid geslikt omdat zwartjurken ze vertelden dat dit korte leven onbelangrijk was vergeleken bij het heerlijk heil na de dood. Nu slikken mensen allerlei rottigheid | |||||||||
[pagina 50]
| |||||||||
omdat roodhemden ze vertellen dat dit korte leven onbelangrijk is vergeleken bij het heerlijk heil na de revolutie. Het gaat er niet om of het eeuwig aan Gods rechterhand zitten wel zo leuk is, en of er na een revolutie geen vervuiling meer is, het gaat erom dat hiernamaals en revolutie niet bestaan. Er is één verschil: het hiernamaals is nog nooit waargenomen; revolutie is er wel herhaaldelijk gemaakt en kijk maar naar de heerlijke resultaten van de Franse, Amerikaanse en Russische revolutie. Maar, aldus de ideologen, dat is niet de echte revolutie, die gaan wij organiseren. U organiseert maar, dan proberen wij in de tussentijd onze wachtkamer wat comfortabeler te maken. (...)’. | |||||||||
Schrijven zoals je het zegt - hetgeen de vereenvoudigers willen - bevoordeelt hen die keurig netjes het algemeen beschaaft (abn) sprekenDit misverstant is door zo uiteenlopende instanties als het Gereformeerd Politiek Verbond en Harry Mulisch gebruikt om de vereenvoudigde spelling te bestrijden. Daarna hebben veel personen van ‘links’ en van ‘rechts’ er dankbaar gebruik van gemaakt. Waarom is het een misverstant? Omdat wat wij voorstellen helemaal niet neerkomt op een volledig schrijven zoals je het zegt. Alleen op sommige punten, de d en t spelling bijvoorbeelt, stellen wij voor de letter te schrijven die je hoort, namelijk de enkele t. In geen enkel dialekt in Nederland zegt iemant een dt, of een d aan het ijnt van een woort. Iedereen zegt daar een t. En aangezien dit tevens het belangrijkste punt is uit de voorstellen tot vereenvoudiging - nl. de volledige vereenvoudiging van de werkwoortsvormen - is het niet alleen een misverstant, maar ook een leugen om te beweren dat onze vereenvoudigingen de ABN-ers zouden bevoordelen. Ook de ei-ij en de ou-au vereenvoudiging heeft niets maar dan ook niets met verschillende uitspraak te maken. Laten de mensen die deze beschuldiging uiten met de konkrete punten komen uit het hele pakket vereenvoudigingen (dus inklusief de voorstellen van de kommissie Pée-Wesselings) en laten zij dan aantonen op welke punten de nieuwslezer méér profijt zal hebben van de voorgestelde | |||||||||
[pagina 51]
| |||||||||
veranderingen dan de boer uit Groningen of de arbijder uit Rotterdam. | |||||||||
De vereenvoudigingen gaan niet ver genoegVelen onthouden ons hun medewerking omdat zij vinden dat wij niet ver genoeg zijn gegaan. Goet, het akkoort is een kompromie dat afgestemt is op de haalbaarhijt. Dr. I. van der Velde, out-schoolmeester en out-inspekteur van het onderwijs, schrijver van de boeken ‘De tragedie der werkwoortsvormen’ (1956) en ‘Spellingvereenvoudiging, onderwijskundige en sociale noodzakelijkheid’ (1968) heeft laatst een vergadering van onderwijsmensen bezworen niet nòg meer te vragen, omdat dan de kans op realisering nòg klijner zou worden dan hij nu al is. Iedere nieuwe verandering - b.v. van de ch-g in alleen g vergroot de tegenstant zodanig dat ook onze minimum-ijsen in gevaar komen. Alleen wie het strijtvelt goet overziet, en uit ervaring weet hoe skepties en terughoudent de belijtsmensen in overhijtsorganen, publisitijtsmedia en zakenwerelt tegenover onze ijsen staan, kan beoordelen of het zin heeft nòg meer te vragen. | |||||||||
De veranderingen tasten onze kultuur aanAls we kinderen en volwassenen anders gaan leren spellen zullen alle dingen die geschreven zijn in de oude spelling ontoegankelijk worden, zeggen velen (die de nieuwe spelling nog nooit geprobeert hebben). Is dat nou heus waar? Zou een kint aan wie geleert was te lezen en schrijven als in dit artikel, de boeken, kranten e.d. van vóór 1972 niet meer kunnen lezen? Onzin, grote onzin. Een jongere of volwassene die geïnteresseert is in de literatuur uit het verleden zal die literatuur kunnen lezen, ook al heeft hij zelf leren lezen en schrijven in een vereenvoudigde spelling. Wie nú Multatuli wil lezen kàn Multatuli lezen, ook al is de spelling niet meer dezelfde. Wie nú Vondel wil lezen kàn Vondel lezen. Wie nú Brederode wil lezen kàn Brederode lezen. Door onze spellingvereenvoudiging wort de afstant niet zó groot dat dit niet meer zou gelden. Wie zal willen lezen zal kunnen lezen. | |||||||||
[pagina 52]
| |||||||||
Wel is het waar dat men het oude als duidelijk uit het verleden stamment zal herkennen, omdat men aan de spelling zal zien dat het van vóór 1972 is. Maar is dat nu zo erg? Is het daarom meteen ook ‘muf’ zoals Harry Mulisch beweert? Zal men geen Lodewijk van Deijssel meer lezen omdat hij niet herdrukt is in de vereenvoudigde spelling of omdat men geen zin heeft in Lodewijk van Deijssel? En wegen deze argumenten op tegen de winst die de vereenvoudigingen ons zullen opleveren: de schrijftaal als instrument gemakkelijker te hanteren door die gebruikers die nu vanwege de spelling- moeilijkheden het instrument laten liggen? Heus, wij weten wel dat een boze brief schrijven of een motie opstellen méér vraagt dan alleen goet spellen kunnen. Maar wij weten ook dat veel scholieren door de onnodige spellingoefeningen en diktees een hekel hebben gekregen aan schrijven, en onzeker zijn geworden over hun schrijfmogelijkheden. En wij weten ook dat als de spellingterreur zou wegvallen er tijt zou komen voor ècht taalonderwijs, inklusief het schrijven van boze brieven en het opstellen van moties. Tot zover enkele van de vele tegenwerpingen die dagelijks over onze aksie worden uitgestort. We hebben hierboven nog niet genoemt:
| |||||||||
[pagina 53]
| |||||||||
Beste mensen. Als de kwestie van de spelling u na lezing van dit boekje nog steets kout laat ga dan eens praten met een meester of een juffie van een 5e of 6e klas lagere school, of met leraren(-essen) nederlants in het nijverhijtsonderwijs, de LTS, de huishoutschool, de Mavo, of wat al niet. Ga praten met de mensen in het (schriftelijk) vormingswerk voor werkende jongeren en bepaal dan uw stantpunt. Bedenk dat het de mensen zijn die met onze huidige spelling geen moeite hebben die de voorgestelde verandering tegenhouden. Bedenk dat momenteel tenminste 40 à 50% van onze bevolking niet ‘korrekt’ schrijven kan, en dat het er nu om gaat of wij besluiten om dit te laten voor wat het is - dat wij ons er dus bij neerleggen dat ongeveer de helft van onze bevolking niet schriftelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer zonder als min-vermogende herkent te worden - of dat wij besluiten om te | |||||||||
[pagina 54]
| |||||||||
proberen of een vereenvoudiging van de spelling hierin verandering kan brengen. Bedenk tenslotte dat iedere schooldag een half miljoen schoolkinderen en duizenden onderwijzers hun tijt zitten te verdoen met iets dat zó kunstmatig en zó onbelangrijk is, dat het een wonder is dat wij dat zo lang als een wet beschouwt hebben die wij lijtzaam moesten gehoorzamen.
Tot besluit een sitaat uit een stuk van Laurens ten Cate uit de Leeuwarder Courant van 10-2-'72: Taal is iets heel anders dan spelling. Taal is het mooie meisje en spelling de lelijke jurk die zij draagt. Pas als de spelling wordt veranderd tot een doorkijkbloes, pas dan kunnen we zien hoe de taal eigenlijk is. Dit onzedelijke werk moet met kracht en vrolijkheid worden aangepakt, zodat nog binnen enkele jaren (ik zou zeggen: maanden - DK) de beslissing kan vallen ettelijke generaties zielige kindertjes te bevrijden van de idiote last, die bestaat uit karrevrachten overbodige t's en d's, ei's en ou's en zo verder. |
|