Het stamboek op de papiere snykunst van Mejuffrouw Joanna Koerten, huisvrouw van den heere Adriaan Blok: bestaande in Latynsche en Nederduitsche gedichten der voornaamste dichters(1735)–Joanna Koerten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 180] [p. 180] [Gedenknaaldt ter eere van Joanna Koerten.] Lof. Of Met eer, Te meer Haar gaven Dus draven Door schaar en hant. Vol geest, verstant, Die godlyk zwieren, Gesneen papieren, Die op het aardryk leeft; Een kunst als niemant heeft, Hoe Koerten heeft gevonden En gaat moet roem verkonden, Joannaas eigen werk en naam; Doch nu bazuint de schelle Faam, En niet van die ze zelf verrichten. Van elk die wonderen deedt stichten, Die luister zweeft alleen in ’s weerelts perk, Geen Arthemies haar prachtig metzelwerk; Geen Faro zal zyn vuurbaak weer beschouwen, Noch Babels muur, Noch Memfis grafgebouwen. Noch ’t groot Kolossusbeelt, noch tempel van Diaan, Men vindt niet meer Jupyn te Pize blixems slaan, Met pracht en praal, zyn thans in gruis en as verdweenen. De zeven wonderen, hoe heerelyk verscheenen Gedenknaaldt ter eere van Joanna Koerten. Voor N. Struyk. Vorige Volgende