Het stamboek op de papiere snykunst van Mejuffrouw Joanna Koerten, huisvrouw van den heere Adriaan Blok: bestaande in Latynsche en Nederduitsche gedichten der voornaamste dichters(1735)–Joanna Koerten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 174] [p. 174] Naamgedicht, ter eere van juffrou Joanna Koertens papiere schaarkunst. Juich Y en Amstel, jucht te zaam of elk byzonder, O stroomen, die uw stadt van wederzy bespoelt. Hoe hoog de luister steeg, alwaar de Nydt op doelt, Aan duizent wonderen ontbrak u grootste wonder. Nu schenkt uw teelster stof voor ieder lofverkonder, Naardien, wie immer heeft in vindingen gewoelt, Als machteloos bezwykt, en zich verheert gevoelt. ‘K zie ’t vrouwe brein verwint, en ’t mannelyk raakt onder. Out eeuwen vonden zwicht, uw faam wort thans verbluft; Een sneedig schaartje, door een sneediger vernuft, Roemwaardiger ons toont doorzichtig en doorluchtig, ’T geen beitel, noch penseel, noch schacht, noch naaldt verbeelt, Een schoon papiergesny dat hart en zinnen streelt. Noch kunst noch vinding zag de weerelt zoo roemruchtig. J. Plojart. Vorige Volgende