susterlings kinderen, d.i. mijn moeys soons en dogters kinderen; t.w. mijns vaders susters kinds-kinderen, in zijde maagschap het vijfde gelid.
Fol. 117. voor filii & filiae consobrinorum, neeven en nigten, susterlingen, susterlings kinderen, soons en dogters van twee gesusters, of somtijds twee broeders, in zijde maagschap het vierde gelid. leest filii & filiae consobrinorum, neeven en nigten, mijn agter susterlingen, of susterlings kinderen, soons en dogters van mijn susterlingen, of somtijds van mijn broederlingen, in zijde maagschap, het vijfde gelid.
Fol. 241. voor actio de liberis exhibendis, &c. leest actio de liberis ex hibendis, opspraak om de kinderen te voorschijn te brengen: een opspraak van een vader tegens die geene, de welke sijn kinderen tegens sijn dank ophouden, en de selven niet en willen te voorschijn brengen.