De wegen(1916)–Marie Koenen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 154] [p. 154] Kinderrijmen I Avond en morgen Ons huis heeft zeven kamers, Eén kamertje van mij. Daar staat mijn ledikantje Met kussens en een sprei. Ons huis heeft zeven vensters, Eén venstertje van mij, Daar hangt een wit gordijntje, Dat schuif ik wijd op zij, Dan zie ik waar de sterren zijn, Dan slaap ik in den maneschijn. [pagina 155] [p. 155] De tuin heeft zeven boomen, Eén appelboom van mij, Die staat dicht bij mijn venster, Met bloem en blad in Mei. De tuin heeft zeven vinken, Eén vink alleen van mij, Die nestelt in mijn appelboom En slaapt dus dichtebij, Die zal wel vroeg aan 't zingen gaan, Die roept me weer om op te staan. De zon heeft duizend stralen, Eén straal in ieder nest, Tot alle vogels zingen. Mijn vinkje zingt het best. Ons huis heeft zeven vensters. Zes vensters zijn nog dicht, Mijn venster is wijd open, Mijn kamertje vol licht. Ik leun wat in mijn raamkozijn... Ik zou graag bij mijn vinkje zijn! Vorige Volgende