De wegen(1916)–Marie Koenen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 152] [p. 152] Zingen Als de tuinen bloeien: Alle vogels stoeien. Alle vogels voor en na Zingen blijde gloria! Laat ons, als de vogels vrij, Zingen in het lentetij, Zingen luid en blijde Over hof en weide! Zomerzon en glansen: Alle kinders dansen. Alle kinders voor en na Zingen juichend gloria! Laat ons, als die kinders blij, Zingen in het zomertij, Lied en lust en leven Over weg en dreven! Als de bladers vallen: Jagerhorens schallen. Alle stormen voor en na Zingen kracht en gloria! Laat ons, als die stormen vrij, Zingen in het herfstgetij, Jeugd en vreugd behouden In de dorre wouden. [pagina 153] [p. 153] Toen Gods sterre straalde: Engelkoren daalden, Alle englen voor en na Zongen vrede en gloria! Laat ons, als die englen blij, Zingen in het wintertij, Gloria en vrede Over dorp en stede! Vorige Volgende