De wegen(1916)–Marie Koenen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] De rozengaard Duitsche Ballade Nu hoort wat van een rozengaard De nachtegalen vertelden: Vier vrouwen in den dageraad, Des avonds zes vechtende helden. ‘Mijn lief is Koning van het land, Ik heersch in het rijk der rozen. Hij draagt een kroon van diamant, Mijn kroon is van geurende rozen. Drie knapen stil, drie knapen trouw, Zijt wachters bij mijne gaarden. Laat alle jonkvrouwen binnengaan, Maar nooit hier ridders op paarden. Ze traden dan mijn rozen dood! Hoe zou ik nog leven moeten? Ze traden dan mijn harte dood, Zoo wreed, met hun zware voeten. [pagina 110] [p. 110] Drie wachters stil, drie wachters trouw - En die Koningsvrouwe hun heilig. De poorte dicht, de hagen hoog: Haar rozelaars bloeiden wel veilig. Toen kwamen door groene lanen Daar drie schoone jonkvrouwen aan. “Ach wachters, gij drie goede wachters, Laat ons in den rozengaard gaan.” De jonkvrouwen bukten en spraken: “De rozelaars bloeien zoo rood.” De jonkvrouwen plukten en spraken: “De dorens die steken ons dood.” Drie wachters stil, drie wachters trouw - En de Koningsvrouwe hun heilig. De poorte dicht, de hagen hoog: Haar rozelaars bloeiden wel veilig. Toen kwamen drie ridders op paarden, Ze hadden van rozen gehoord: “Gij wachters, gij drie snoode wachters, Doet op ons, doet open deez poort!” De haag is hoog, de poort is zwaar, Ge zult u geen rozen hier halen. Een roze: een wond, een wonde: een roos. Zoo zult ge de rozen betalen,’ [pagina 111] [p. 111] Toen streden de Ridders en Wachters. De Wachters die stierven den dood. De rozelaars lagen vertreden, De grond van de gaarde was rood. De zwarte nacht kwam dalen. Daar klaagde de Koningsvrouw: ‘Mijn rozengaard ligt nu vertreden, Maar mijn wachters, ze waren zoo trouw. Ik zal in rozeblaren Een graf hun graven gaan, En waar de rozelaars bloeiden, Daar zullen drie leliën staan. Wie waakt dan stil, wie waakt dan trouw Met mij bij die graven zoo heilig? De sterren 's nachts, de zonne daags. De leliën bloeien wel veilig.’ Vorige Volgende