Verzen(1923)–Marie Koenen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Beurtzang Twee nachtegalen in een dal Een zoeten beurtzang zingen. De zanger weder zwijgen zal, De zwijger weder zingen. Een zingt den zoeten beurtzang voort. Een hoort den ander zingen. De zanger zingt. De zwijger hoort. Twee nachtegalen zingen. Een engel hoort Gods woorden aan En daalt op vleugels neder; Is in Maria's woon gegaan. Maria knielt daar neder. ‘Ave, die vol genade zijt.’ Maria groet hem weder. ‘God is met U.’ ‘Ik ben bereid.’ Ze spreken vroom en teeder. Twee hemelstemmen zoet en zacht Dien schoonen beurtzang zongen. Gods engel heeft den groet gebracht. Het wonder is voldongen. Geen schooner groet, geen liever woord, Nooit wordt dit lied herzongen. Gods engel spreekt. Maria hoort. Twee nachtegalen zongen. Vorige Volgende