Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Deel 2
(1971)–G.P.M. Knuvelder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina V]
| |
Woord voorafDe omvang van dit tweede deel maakt duidelijk, dat ook de tekst hiervan aanzienlijk is uitgebreid. Bovendien werd de bestaande tekst, voorzover bruikbaar, waar nodig uit- en omgewerkt in overeenstemming vooral met wat het licht zag in de jaren ná de verschijning van de tweede druk (die verscheen in 1958; de derde en vierde druk bleven ongewijzigd) tót aan de aflevering van de kopij bij de uitgever (mei 1970). Toegevoegd, resp. aanzienlijk uitgebreid werden de uitvoerige algemene inleiding tot de Renaissance, een vrij groot aantal in vorige drukken niet behandelde auteurs, diverse inleidingen en het gedeelte dat betrekking heeft op de Zuidnederlandse letterkunde. Hopelijk kan door een en ander dit deel beter voldoen aan te stellen eisen, bij welke ‘eisen’ de gebruiker gelieve te bedenken, dat dit boek het werk blijft van één auteur. Die auteur heeft overigens van verschillende kanten weer uiteenlopende assistentie ontvangen. Daarbij heb ik op de eerste plaats te noemen Dr. H.M.J. van Galen te Eindhoven, auteur van De grote bijbelse gedichten van Joan de Haes (1685-1723) (Leids proefschrift, 1970), die zo vriendelijk was de tekst met betrekking tot de Nederlandse letterkunde van de achttiende eeuw geheel door te nemen. Behoudens kleinere aanvullingen schreef hij een aantal min of meer uitgebreide passages die hieronder zijn aangegevenGa naar voetnoot1. Mej. Dr. S.F. Witstein te Utrecht heeft mij opnieuw verplicht door een aantal bio- en bibliografische gegevens te verstrekken. Mej. E. van Dijck heeft, eveneens opnieuw, een uiterst belangrijke bijdrage geleverd bij het persklaar maken van de kopij voor dit deel.
G.K. |
|