'Het dagverhaal van een onbekende. Een Gouds dagboek uit het jaar 1788 en later'
(2011)–Anoniem Dagverhaal van de gebeurtenissen– Auteursrechtelijk beschermd[1790]Ga naar voetnoot92IJndelijk wierd in 't volgende jaar 1790, uijt hoofde van wijgering om de contributie te betaale, van de krijgsraad geexcuteert [op] 27 april Maarten Monk, op de Turfmarkt: een ton met pijpen.Ga naar voetnoot93 En Pieter Mouchon, orlogie maker: een vrouwe zilvere beugeltas. [Op] 30 april Jacob Wout, schoemaker in de Wijdstraat: betaalt bij de executie. Op dato Willem van Rijn, pruijkmaker op de Elzenmarkt: een sakorlogie, 7 stoele, een latafel met deure en [een] turfkist. 't Orlogie wierd verkogt voor 30 gulde aan de heer De Kedts Houtman, de andere goedere weder in de Doelen gebragt en in 't vervolg aan Van Rijn weder terug gegeven. Op dato Willem van Duuren, schoemaker op de Markt: 12 paar mansschoene, 1 paar dito muijle, 3 paar vrouweschoene en een hangklok. De klok verkogt voor 12 gl., 3 paar schoene voor 11 ½ gl., 3 paar schoene voor 10 gl., 't resstand weeder in de Doelen gebragt, vervolgens weder terug gegeven. [Op] 1 mij Pieter de Munninck, boekhouder van de heer Verzijl:Ga naar voetnoot94 een lessenaar, verkogt voor 20 gl., welke goedere door LoyesGa naar voetnoot95 van Wijngaarde wierd gesleept en in den Doelen bewaard tot den 14 mije, smiddags ten 12 uure vrijdag, en wierde om 1 uure verkogt op de Gouwe voor de galije.Ga naar voetnoot96 Daar seer veel aan toebragt de eerste wapenschouwing die geweest is van de nieuwe schutterij op den 21 september langs de KoestraatGa naar voetnoot97 tuschen de Groenendaal en de Hoogstraat in een afgezet perk met paale en touwe. De plaats daar de schutterij staan moest wierd door 3 witte streepe afgeteekent, die tot tweemaal weggereegent zijn, wierd voor de derde maal met rood | |
[pagina 28]
| |
krijt gezet, zoodat om ½ elf uure de compagnie van de Markt het eers op de gemelde plaats zig vertoonde, sterk zijnde 91 Manschappe. Vervolgens de Oosthaven [met] 112 manschap, de Westhaven [met] 124 man, en 't laast de compagnie van de Gouwe, 75 man sterk, behalve de officiers. Om 11 uure wierd de gemelde vlag van de oraniesocitijd uijt hunne kamer gestooke. Zo wierd eijndelijk de wapenschouwing voor een meenigte aanschouwers verrigt. Marscheerde de heele schutterij om 12 uure van de Markt en ijder compagnie bragt zijn vendel aan de capitijn zijn huijs. Eenige patriotte hadde zig met de wapeschouwing wille vermaake [en] hadde daartoe uijtgekooze seeker kroeg, staande op de Markt in de Regenboog,Ga naar voetnoot98 zodat de schutterij, de gemelde patriotte daar ziende, in verbeelding zijnde dat de schutterij door gemelde patriotte bespot wierde. Bij 't afmarscheere van de schutterij veranderde ook 't gemelde geselschap patriotte van plaats, en wel meeste deele na het Amsteldamse veerhuijs om de companie van de Markt daar te zien voorbij marscheere. De gemelde compagnie [31r] wier door de op de stoep van gemelde veerhuijs staande patriotte zeer beleeft begroet, dat door de officiers van gemelde compagnie insgelijke beantwoord wierd. Eenige van de schutters, nog dronke zijnde van de wijn, daar gemelde schutters in 't stal van hun capitijn op getracteerd zijn, viele, nadat de compagnie bedankt is, met geweer en wapene, omtrend 20 in getal, in gemelde veerhuijs op de daar in zijnde patriotte aan, zodat de klokke 1 uure de oppasser Van Geele in 't gemelde huijs van 't gebeurde kennis geeft aan de hooftwagt van de militaare, en versoekt om adsistentie. Terstond wierd de militaare wagt verdubbeld en een klijne commande gezonde na 't gemelde veerhuijs om dat van buijte aan straad af te zette. Een Anthonij Foezik,Ga naar voetnoot99 daar de oproerig[e] schutterij 't meest op verbitterd is, waerd door gemelde schutters het eerst aangevalle en door den adjudant Jan Verhoog order gegeve aan de commande militaare die het eerst in ar[r]est te brenge, zonder dat hij iets tot zijne beschuldiging van eenige misdaadt te konne inbrenge, zodat gemelde Anth. Foezik om half twee wierd in de militaare hooftwagt in ares gebragt. Om twee uure trekt de heer capitijn Klink met de halve companie gran[a]diers van de hooftwagt na 't gemelde veerhuijs. Daar gekoome zijnde vinde [zij] aldaar de heer baliuw Van Harencarspel Decker, omringt door omtrend 20 gewapende schutters, die hem met de banienette van 't stadsgeweer willende doorsteeke, bij 't haer trokke, desselfs linde scheurde en over de grond sleepte, zodat zijn wel Ed. Gestrenge genoodsaak wierd om [31v] aan de militare adsistentie [in] te roepe, die daarop toe stormloope en den balliuw als uijt de hande der moordenaare verloste, en veele van de schutters daardoor gekwest wierde, waarvan er eenige nooijt zijn in staad geweest hunne hande als voore te kunne gebruijke. Teunis Swanenburg, [een] schippersknegt, wierde de vinggers afgesneede. De heere van de burger krijgsraad biede de heer baliuw Van Harencarspel Decker een compagnie schutters tot adsistentie aan. Zijn wel Ed. Gestrenge wijgerde die aan te neeme en zijde het met de militaare wel te kunne afzien en met het canalje geen doen te wille hebbe. De heere van de burger krijgsraad, over de gemelde uijtdrukkin[g] van de heer baliuw geadfronteerd zijnde, inzonderheijd de heer capitijn Verrijst, heer van Oucoop, die van oordeel was dat er geen miliaare magt teegen burgers moest gebruijkt worde. De officiers van de militaare zijde dat de rust van de stad haar was toevertrouwt en hun post was bijde partijjeGa naar voetnoot100 van den andere te houde. Eijndelijk wierde om half drie de twintig oproerige burgers door de heer bur.m. Van der Hoeve en de heer collenel Van der Does uijt het gemelde veerhuijs gejaagt met geweer en | |
[pagina 29]
| |
wapenen na 't stadhuijs, behalve eenige die door de heer hooft baliuw reeds al ontwapent waare: Adrianus Cinke, Jan Snel, Teunis Swanenburg [en] Andris van Zaltbommel.Ga naar voetnoot101 Om 3 uure was het magistraad. Voor deselve kwam een commissie uijt de burgerij hunne klagte inbrenge over de mishandeling van de militaare, en versogte aan de heere van de magistraad dat de militaare de stad zoude verlaate en de rust aan de schutterij [32r] zoude worde toevertrouwd en de alarmklok zoude getrokke worde en den trom geroerd. De militaare de stad uit kon niet worde geac[c]ordeert, maar de rust moest aan de schutters worde toevertrouw, zodat om vier uure de trom wierd geslage, apel voor de companie van de Oosthaven, welke schutters ilico,Ga naar voetnoot102 op 't roere van den trom, in de wapene kwaame, en saam vergaarde voor 't huis van de heer capitijn Frederik van der Hoeve, die zich voor dezelve plaaste en daarmeede afmarscheert na de Markt tot voor het stadhuijs, dat door een gedeelte van deeze companie wierd bezet en hunne wagt hielde op het beneedeplijn. De schildwagte wierde gezet op de baalie. Het ander gedeelte van deeze companie, bestaande alleen uijt het capitijns rot, marscheerde na gemelde veerhuijs om dat in bescherming te neeme en de militaare aldaar van hunne post te drijve, zodat snamiddag om 5 uure de heer capitijn Klink met gemelde granadiers en muskettiers afmarsheerde langs den Turfmarkt, latende, op ordre van de magistraad, na de begeerte van de burger krijgsraad en de wil van 't oranievolkie, de zorg van de rust aan een oproerige schutterij over. En wierd in het afmarscheere door 't canalje uijtgejout en nageschreeuw. Om 6 uure wierde de militaare van hunne officiers na hunne quartiere gezonde, egter met een belasting van zich in gereedheid te houde, want de heer Duvo, als commandant van de [32v] militaare, was geaccordeerdt, zoude bij de heer capitijn F. van der Hoeve blijve om een waakent oog te houde in hoe ver deeze companie schutters de rust zoude herstelle. In den avond werde nog eenige ruijte aan stuk gesmeete in 't huijs van de heer oud-balliuw C.N. Plemper van Bree, die daarvan kennis laat geeve door zijn knegt aan de heer B. van der Hoeve, die aan 't huijs was van de heer oud-burgemeester De Moor. Gemelde B. van der Hoeve, daarvan kennis hebbende, bezorgde direcht een burgers onder de sersjant Willem Koornvan voor 't gemelde huijs die aldaar de wagt hielde. Des avond om half neege trok de steedehouder met de dienaars van de justitie van 't gemelde veerhuijs, benevens de heer collenel A. Jacob van der Does, na huijs, wierd door een groote meenigte van volk gevolgt en in de Groenendaal met steene geworpe, zodat gemelde zich met de vlugt moeste redde in de hooftwagt van de militaare. Hoewel het gemelde veerhuijs door de schutters wierd bewaart, onderneemt een jonge [iets door] met een steen door de glaase te smijte. De schutterij toonde hunne vigalantie en vatte de jong, door de wandeling genaamt Koevoet,Ga naar voetnoot103 bij de luerve en bragte hem op stadhuijs in arest, en eijschte dat gemelde jonge na regte zoude gestraft worde. Maar den regter, dat niet goed oordeelende, stelde [33r] de strafwaardige jonge met den onschuldig Anthonij Foezik gelijk en liete die bijde, na eenige dage in arest gezeete te hebbe, los. Hier meede is deeze verschrikkelijke eerste wapenschouwingsdag geeijndigt. Veele liede zijn van gedagt dat dit een gemaakt plan is gewees om door schrikke en drijgende oproeren de patriotte tot het betale van de gevorderde contributie te brenge, dat ook dit jaar de heere van den krijgsraad wel gelukte. Egter weert door de reegering op dit gebeurde zo veel te weege gebragt dat zijn hoogheid op den donderdag 29 october patent zond aan 't gemelde battaljon om te marscheere na Heusden. | |
[pagina 30]
| |
Op gemelde tijding was ijder verschrikt en vol vreeze, zo dat er veele burgers hunne goedere begonne in te pakke om te verzende, zich voor stellende [dat] de stad en burgerij aan zijn eijge nootlot zoude worde over gelaten. Op saturdag den 31 octo[ber] kwam de tijding dat der kwartiermakers zoude koome van 't eerste bataljon Saksen-Gotha, die op den 1 novem[ber] zondag arriveerde, niet alleen tot blijdschap, maar meest tot geruststelling van den verdrukte burger. Smaandags den 2 november, smorgens te 7 uure, vertroke de kwartiermakers van Pallardij na Heusden. Deselvde dag, na de middag te 2 uure, stond op de ZingelGa naar voetnoot104 het eerste battaljon van 't regiment Saksen-Gotha. De officiers wierde door de reegering even buijte de Tiendewegspoort voor de Boelekade [33v] in den eed genoome, zodat om ½ drie uure het gemelde battaljon in de stad marscheerde, met acht bagagiewagen en cabriolet, tot op de Markt voor 't stadhuijs, de plaats daar de officiers wierd geordineert hunne onderhebbende te inkwartiere in de hooftwagt zo veel zij konde, het overige van de manschappe in de wagthuijsies aan de poorte. Het eete wierd op stadskoste van 't weeshuijs en aalmoesniershuijs bezorgd. Om 5 uure savont wierde die van Pallardij afgelost en die van Saksen-Gotha stelde hunne poste uijt. De heer Vilattes, die sterk voor de rust en order was, verbood op swaare straf dat geen soldaat onder zijn commande vermogt op straad te koome. Dingsdag 3 novem[ber] vergaderde al de militaare op de Markt, de [militairen van] Saksen-Gotha voor 't Harthuijs, die van Pallardij op de Botermarkt. Smorgens om ½ zes uure trokke 4 compagnien van gemeld bataljon Saksen-Gotha na [de] Kleiwegpoort uijt na Leiden en om 6 uure vertrokke het tweede battaljon van Pallardij [de] Tiendewegspoort uijt na Heusden, blijvende alhier guarison houde 3 compagnien van gemelde battaljon [van] Saksen-Gotha, die en in 't vervolg in de looijhal werde geinquartiert. [34r] Deeze nieuwe militaare verminderde de wagt van manschappe, alsook de schilderposte werde aan geen poort meer schildwagte gesteld als alleen maar aan de Dijkspoort. Deeze 3 comp[agnien] van gemelde regiment Saksen-Gotha, alier in guarnisoen blijvende tot 't volgende jaar 1790, tusschen de 24 en 25 november 's nagts kwam patent dat de gemelde 3 comp[agnien] moeste marscheere na de Leidschendam om met de andere 4 compagnien van 't selvde battaljon verder te marscheere na de Willemstad. Donderdag 25ste smorgens vertrokke de kwartiermakers. Denselvde dag, na de middag om 4 uure, kwam 1 companie van 't regiment La CalmetteGa naar voetnoot105 van Rotterdam voor de Dijkspoort. Inthusschen dat deeze compagnie in den den eed wierd genome [en] langs de Haven na de Markt marscheerde, kwam van 't selve bataljon een companie van Dordrecht voor de Tiendewegspoort, die langs den Tiendeweg na de Markt marscheerde tot voor 't stadhuijs, de plaats daar de twee companie bij den andere kwam. Eenige manschappe betrokke de wagt, de overige marscheerde na het pesthuijs om [daar] te [o]vernagten. Om 5 uure wierde die van Saksen-Gotha afgelost en van La Calmette [34v] op hunne poste gesteld. Vrijdagogtend om 7 uure vertrokke die van Saksen-Gotha na den Leidschendam. Den 24 december, smorgen om 10 uure, kwame uijt Schoonhoven 3 comp[agnien] van 't tweede bataljon van 't regiment Nijvenheim alhier guarnisoen houden. Snamiddag om 4 uure betrokke deese de wagt en sette hunne poste uijt. Des andere daags, smorgens den 25 decem[ber], zijn de twee Comp[agnien] van La Calmette met 't opene van de poort vertrokke, 1 comp[agnie] na Dordrecht en 1 comp[agnie] na Rotterdam. |
|