Zuiderlinks(1999)–Manuel Kneepkens– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] [pagina 21] [p. 21] Lied van the Parallelweg 's Nachts fonkelden er aan de Parallelweg hoop boven de natriumlichten van de Staatsmijn Wilhelmina de Galaxieën... schuw als 't anthraciet oplichtend in de kop- lampen van witte zwarten, ondergronds : ‘Jongen, wij zijn (sterren) stof en tot (sterren) stof.../’ Kuchten hun zinnen nooit af.../ Parallelweg in die eindeloze Jaren Vijftig parallel aan wie of wat? Aan de sirenes van de Wilhelmina huilend in het zwarte gat van de ochtend? (om de silicose-longen van de kompels rochelend op de Parallelweg?) Arbeidersparadijzen Bestaan Niet! Arbeidersparadijzen Bestaan Niet! (om de dood van kameraad Stalin Fossiel Sovjet-Unie?) Ach, vrome koude Jaren Vijftig toen aan 't oostblok van 't firmament 't knip- oog van de Spoetnik nog ontbrak... En kompel Joep maar bidden tot het as- grauw van de ochtend tot Sint Joseph in de Hemel links van God! Vorige Volgende