Zuiderlinks(1999)–Manuel Kneepkens– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] [pagina 15] [p. 15] Lied van het smalle wed Met de stille galop van groot hoefblad met de verstomde sprong van hondsdraf sprakeloze wandelaar, heb ik gemeen je hoeven en nergens een wed - donker als een mijn - om ons moe hoofd naast neer te leggen naast de bles van de meerkoet (Zie, aan de weerspiegelingen van kinderen, tussen de varens komen paarden drinken...) om zonder hoofd voorbij de koeltorens van de wolken te gaan omhelzend de halzen van centauren aan zwarte oevers... Wáár, fluisteren de varens, wáár dan? Vorige Volgende