Verzen(1894)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] LXII. Als een een - zelvig kind dat telken dag Na moeders dood zijn kleine lief en leed Op kinder-wijs beschrijft en nooit vergeet Om 's avonds, - ach! niet als het weleer plach, - Met bevend handje - maar een zachten lach, Een blad op 't graf te leggen, en wel weet, Wanneer het wederkomt, wie of dat deed, Dat blaadje nemen dat daar gister lag: Zoo wilde ook ik zoo gaarne als zoete plicht Voor u die verre zijt, mijns levens boek Eén blad na 't andre, zachtkens open-slaan. Maar, ach, rampzaalger dan 't onnoozel wicht, Ik weet niet of ik vinde wat ik zoek, Noch of gij alle bladen zult verstaan. Vorige Volgende