Honderd verzen en Okeanos(1909)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] LVIII Uw ziel is als de dag, wiens heldre luister Zich van het duister wendt en stilte vliedt: De mijne is als de nacht zoo stil en duister, Die naar den dag met droeve blikken ziet. O, hoor dien klaren dag! is 't niet als ruischt er Het eeuwig-durende geluid van lied En lichte levensblijheid, dat vergruisd er In harmonieën wordt mijn staeg verdriet? O, heb mij lief, maar zonder smart, en denk Somtijds aan mij, zooals ge een klein geschenk Met vochtige oogen opneemt, zonder morren, Van eens geliefde handen, veel-gekust, Maar die nu lang reeds, in gevouwen rust, Roerloos in 't donker onder de aard verdorren. Vorige Volgende