Honderd verzen en Okeanos(1909)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] XXXI De Zee, de Zee klotst voort in eindelooze deining, De Zee, waarin mijn ziel zich-zelf weerspiegeld ziet; De Zee is als mijn Ziel, in wezen en verschijning, Zij is een levend Schoon en kent zich-zelve niet. Zij wischt zich-zelven af in eeuwige verreining, En wendt zich altijd òm, en keert weer waar zij vliedt, Zij drukt zich-zelven uit in duizenderlei lijning En zingt een eeuwig-blij en eeuwig-klagend lied. O, Zee, was Ik als Gij in àl uw onbewustheid, Dan zou ik eerst gehéél- en gróót-gelukkig zijn; Dan had ik eerst geen lust naar menschlijke belustheid Op menschelijke vreugd en menschelijke pijn; Dan wás mijn Ziel een Zee, en hare zelf-gerustheid, Zou, wijl Zij grooter is dan Gij, nóg grooter zijn. Vorige Volgende