mijner verzen dat vroeger gedaan hebben, en diezelfde verzen dat nóg doen, van-tijd-tot-tijd.
De stille mooiheid alleen en niet de treffende kracht heeft bij het kiezen den doorslag gegeven, en zoo vertrouw ik dan, dat ieder lezer, hoe ook zijn gezindheid tegenover mijn oude Juvenalis-verzen wezen moge, mot dit harmonisch-rustige boek in zijn schik zal kunnen zijn.
Men zal hier den dichter uitsluitend waarnemen, niet zooals hij toornt en krachtig weet te haten en vernietigend neèrslaat, maar uitsluitend zooals hij hoog-gestemd voelt en wijsgeerig peinst, niet zoozeer den dichterlijk in 's levens strijd staanden mensch als wel den menschlijken dichter zal men hier zien, die van de Grieken geleerd heeft, een evenmatig kunstenaar te zijn. Voor wie met sympathie in 't volledige werk wil doordringen, blijven toch de bundels I en II hierneven bestaan.
Zooals van zelf spreekt, lag de slotkeuze volstrekt niet steeds voor 't grijpen, en zoo heb ik vaak zeer lang moeten vergelijken en als proeven, voordat ik eindlijk, onder verschillende evenwaardige verzen datgene vond, wat het allerbeste heeten mocht.
Uit mijn eersten bundel nam ik er méer dan uit den tweede, maar dit geenszins, omdat ik die uit den eerste wezenlijk zooveel voortreflijker zou vinden, dan die uit den tweede, of dan de nog niet gebundelde zijn. Mijn doel daarmee was alleen, dat niemand van de koopers teleurgesteld zou uitkomen, doordat hij in deze keur zeer vele verzen moest missen, die, terecht of ten onrechte, algemeen-bekend staan als buitengemeen-fraai.
Een vergelijking echter van die vaak te veel ten koste der andren geprezene jeugd-verzen met de rijpere en geestelijkrijkere latere gedichten zal ieder onpartijdige de overtuiging moeten schenken, dat het allerbeste, b.v. uit den tweeden bundel, feitelijk beter dan het beste uit den eerste is.
Want, als het mij vergund is, deze waarheid te zeggen: voor wie verzen wezenlijk weet te voelen en te begrijpen, is