| |
| |
| |
Literatuur
Hoofdstuk 1 Positiebepaling
Colenbrander, H.T., De patriottentijd, hoofdzakelijk naar buitenlandsche bescheiden. 3 dln. Den Haag 1897-1899. |
Geyl, P.C.A., Geschiedenis van de Nederlandse stam, dl. 3. Amsterdam 1959. |
Haitsma Mulier, E.O.G., ‘De geschiedschrijving over de Patriottentijd en de Bataafse tijd’. In: W.W. Mijnhardt (red.), Kantelend geschiedbeeld. Nederlandse historiografie sinds 1945. Utrecht/Antwerpen 1983, 206-227. |
Jacob, M.C. en W.W. Mijnhardt (red.), The Dutch Republic in the Eighteenth Century. Decline, Enlightenment and Revolution. Ithaca 1992. |
Knuvelder, G.P.M., Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde, dl. III. Den Bosch 1973. |
Kossmann, E.H., ‘Nabeschouwing’. In: H. Bots en W.W. Mijnhardt (red.), De droom van de revolutie. Nieuwe benaderingen van het patriottisme. Amsterdam 1988, 135-143. |
Mijnhardt, W.W., ‘De geschiedschrijving over de ideeëngeschiedenis van de 17e- en 18e-eeuwse Republiek’. In: W.W. Mijnhardt (red.), Kantelend geschiedbeeld. Nederlandse historiografie sinds 1945. Utrecht/Antwerpen 1983, 162-205. |
Sas, N.C.F. van, ‘The Patriot Revolution: New Perspectives’. In: Jacob en Mijnhardt, The Dutch Republic, 91-119. |
Schama, S., Patriots and Liberators: Revolution in the Netherlands, 1780-1813. New York 1977. |
Schutte, G.J., ‘Van verguizing naar eerherstel. Het beeld van de patriotten in de negentiende en twintigste eeuw’. In: F. Grijzenhout, W.W. Mijnhardt en N.C.F. van Sas (red.), Voor vaderland en vrijheid. De revolutie van de patriotten. Amsterdam 1987, 177-192. |
Winkel, J. te, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde, dl. IV. Haarlem 1924. |
Wit, C.H.E. de, De strijd tussen aristocratie en democratie in Nederland 1780-1848, Kritisch onderzoek van een historisch beeld en herwaardering van een periode. Heerlen 1965. |
Hoofdstuk 2 Panorama: Nederland 1650-1815
Israel, J., The Dutch Republic: Its Rise, Greatness, and Fall, 1477-1806. Oxford 1998. |
Roorda, D.J., Ambassadeur in de Lage Landen. William Temple, ‘Observations upon the United Provinces’. Haarlem 1978. |
Schama, S., Patriots and Liberators: Revolution in the Netherlands, 1780-1813. New York 1977. |
Vries, J. de en A. van der Woude, Nederland 1500-1815: de eerste ronde van moderne economische groei. Amsterdam 1995. |
Hoofdstuk 3 Proloog: een hoogontwikkelde stedelijke samenleving
Boogman, J.C. (red.), A.C.W. Staring: dichter en landman, regionalist en nationalist. Zutphen 1990. |
Brake, W.Ph. te, Regents and Rebels: the Revolutionary World of an Eighteenth-Century Dutch City. Cambridge 1989. |
Dekker, R., Holland in beroering: oproeren in de 17e en de 18e eeuw. Baarn 1982. |
Diederiks, H., Een stad in verval. Amsterdam omstreeks 1800: demografisch, economisch, ruimtelijk. Amsterdam 1982. |
Everard, M., Ziel en zinnen: over liefde en lust tussen vrouwen in de tweede helft van de achttiende eeuw. Groningen 1994. |
Friedrichts, C.R., The Early Modern City 1450-1750. Londen 1995. |
Grondwettige herstelling van het Nederlands Staatswezen. Utrecht 1784. |
Knevel, P., Burgers in het geweer: de schutterijen in Holland, 1550-1700. Hilversum/Haarlem 1994. |
Kossmann, E.H., Vergankelijkheid en continuïteit: opstellen over geschiedenis. Amsterdam 1995. |
Leeuwen, M.H.D. van, Bijstand in Amsterdam, ca. 1800-1850: armenzorg als beheersings- en overlevingsstrategie. Zwolle 1992. |
Ontwerp van Constitutie van 1797: de behandeling van het Plan van Constitutie in de Nationale Vergadering. Ed. L. de Gou. 3 dln. 's-Gravenhage 1983-1985. |
Pot, G.P.M., Arm Leiden: levensstandaard, bedeling en bedeelden, 1750-1854. Hilversum 1994. |
Prak, M., Republikeinse veelheid, democratisch enkelvoud: sociale verandering in het Revolutietijdvak, 's-Hertogenbosch 1770-1820. Nijmegen 1999. |
Roodenburg, H., ‘Naar een etnografie van de vroegmoderne stad: de “gebuyrten” in Leiden en Den Haag’. In: P. te Boekhorst, P. Burke en W. Frijhoff (red.), Cultuur en maatschappij in Nederland 1500-1850: een historisch-antropologisch perspectief. Meppel/Heerlen 1992, 219-244. |
Taverne, E. en I. Visser (red.), Stedebouw: de geschiedenis van de stad in de Nederlanden van 1500 tot heden. Nijmegen 1993. |
Vries, J. de, Barges and Capitalism: Passenger Transportation in the Dutch Economy, 1632-1839. Wageningen 1978. |
Vries, J. de en A. van der Woude, Nederland 1500-1815: de eerste ronde van moderne economische groei. Amsterdam 1995. |
Woud, A. van der, Het lege land: de ruimtelijke orde van Nederland 1798-1848. Amsterdam 1987. |
Hoofdstuk 5 De rechtvaardiging van het bestaan
Baker, K., ‘The Enlightenment and the Institution of Society’. In: W. Melching en W. Velema (red.), Main Trends in Cultural History: Ten Essays. Amsterdam 1994. |
Baker, K. (red.), The French Revolution and the Creation of Modern Political Culture. 4 dln. Oxford 1987-1994. |
Barker, H., Newspapers, Politics and Public Opinion in Late Eighteenth-Century England. Oxford 1998. |
Barker-Benfield, G.J., The Culture of Sensibility: Sex and Society in Eighteenth-Century Britain. Chicago 1992. |
Blaas, P.B.M., ‘Het paradigma van de eeuwwende’. In:
|
| |
| |
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 1992-1993. |
Blom, H.W., Causality and Morality in Politics: the Rise of Naturalism in Dutch Seventeenth-Century Political Thought. Ridderkerk 1995. |
Buijnsters, P.J., Justus van Effen 1684-1735: leven en werk. Utrecht 1992. |
Buijnsters, P.J., Spectatoriale geschriften. Utrecht 1991. |
Dwyer, J., Virtuous Discourse. Sensibility and Community in Late Eighteenth-Century Scotland. Edinburgh 1987. |
Feher, F. (red.), The French Revolution and the Birth of Modernity. Berkeley 1990. |
Ferrone, V., The Intellectual Roots of the Italian Enlightenment. Newtonian Science, Religion, and Politics in the Early Eighteenth Century. New Jersey 1994. |
Fox, C., R. Porter and R. Wokler (red.), Inventing Human Science. Eighteenth-Century Domains. Berkeley 1995. |
Goodman, D., The Republic of Letters. A Cultural History of the French Enlightenment. Ithaca/Londen 1994. |
Gordon, D., Citizens without Sovereignty. Equality and Sociability in French Thought, 1670-1789. Princeton 1994. |
Hirschman, A.O., The Passions and the Interests: Political Arguments for Capitalism before its Triumph. Princeton 1977. Hollandsche spectator. 12 dln. Amsterdam 1731-1735. |
Houston, R.A., Social Change in the Age of Enlightenment: Edinburgh, 1660-1760. Oxford 1994. |
Klein, L.E., Shaftesbury and the Culture of Politeness. Moral Discourse and Cultural Politics in Early Eighteenth-Century England. Cambridge 1994. |
Maza, S., Private Lives and Public Affairs: the Causes Célèbres of Prerevolutionary France. Berkeley 1993. |
Mossner, E.C., The Life of David Hume. Oxford 1980. |
Mullan, J., Sentiment and Sociability: the Language of Feeling in the Eighteenth Century. New York/Oxford 1988. |
Pienaar, W.J.B., English Influences in Dutch Literature and Justus van Effen as Intermediary. An Aspect of Eighteenth Century Achievement. Cambridge 1929. |
Ross, I.S., The Life of Adam Smith. Oxford 1995. |
Sher, R.B. en J.R. Smitten (red.), Scotland and America in the Age of Enlightenment. Edinburgh 1990. |
Smith, A., The Theory of Moral Sentiments. Ed. D.D. Raphael en A.L. Macfie. Oxford 1976. |
Hoofdstuk 6 Het gedrukte woord
Baggerman, A., Een lot uit de loterij: familiebelangen en uitgeverspolitiek in de Dordtse firma A. Blussé en Zoon. Den Haag 2000. |
Brouwer, H., Lezen en schrijven in de provincie: de boeken van Zwolse boekverkopers, 1777-1849. Leiden 1995. |
Buijnsters, P.J., Spectatoriale geschriften. Utrecht 1991. |
Buijnsters, P.J. (red.), Briefwisseling van Betje Wolff en Aagje Deken. 2 dln. Utrecht 1987. |
Dann, O. (red.), Lesegesellschaften und bürgerliche Emanzipation: ein europäischer Vergleich. München 1981. |
Dongelmans, B.P.M., Van Alkmaar tot Zwijndrecht. Alfabet van boekverkopers, drukkers en uitgevers in Noord-Nederland 1801-1850. Amsterdam 1988. |
Goinga, H. van, ‘Een blik op de praktijk van de Nederlandse boekhandel omstreeks 1785: Christoffel Frederik Koenig, uitgever van volksblaadjes, Leiden 1782-1786’. In: De achttiende eeuw 25 (1993), 39-72. |
Goinga, H. van, ‘“Vercierde Historien”: een verkenning naar de commerciële leesbibliotheken in de Republiek in de 18e eeuw’. In: K. van der Horst e.a. (red.), Over beesten en boeken. Opstellen over de geschiedenis van de diergeneeskunde en de boekwetenschap. Rotterdam 1995, 283-298. |
Grabner, J., Brieven over de Vereenigde Nederlanden. Haarlem 1792. |
Gruys, J.A. en C. de Wolf, Thesaurus 1473-1800. Nederlandse boekdrukkers en boekverkopers. Met plaatsen en jaren van werkzaamheid. Nieuwkoop 1989. |
Hartog, J., De spectatoriale geschriften van 1741-1800. Bijdrage tot de kennis van het huiselijk, maatschappelijk en kerkelijk leven onder ons volk, in de tweede helft der 18e eeuw. Utrecht 1890. |
Helmers, D. en S. van Dijk, ‘Nederlandse vrouwentijdschriften in de achttiende eeuw?’. In: J.J. Kloek en W.W. Mijnhardt (red.), Balans & Perspectief. Amsterdam 1991, 71-88. |
Jacobi, T. en J. Relleke, ‘Robidé van der Aa rudimentair redacteur van De Gids’. In: De negentiende eeuw 17 (1993), 193-205. |
Johannes, G.J., De barometer van de smaak: tijdschriften in Nederland 1770-1830. Den Haag 1995. |
Kloek, J.J., ‘Lezen als levensbehoefte. Roman en romanpubliek in de tweede helft van de achttiende eeuw’. In: Literatuur 1 (1984), 136-142. |
Kloek, J.J. en W.W. Mijnhardt, Leescultuur in Middelburg aan het begin van de negentiende eeuw. Middelburg 1988. |
Kloek, J.J. en W.W. Mijnhardt, ‘Negentiende-eeuwse boekaanschaf - twee steekproeven’. In: Colloquium over leescultuur en leesverspreiding in Noord en Zuid in de 19e eeuw. Gent 1987, 5-22. |
Krol, E.J., De smaak der natie: opvattingen over huiselijkheid in de Noord-Nederlandse poëzie van 1800 tot 1840. Hilversum 1997. |
Kruif, J. de, Liefhebbers en gewoontelezers: leescultuur in Den Haag in de achttiende eeuw. Zutphen 1999. |
Nagtglas, C.J., Utrecht tussen Pruis en Fransoos 1780-1800. Ed. A. van Hulzen. Utrecht 1975. |
Rietveld-van Wingerden, M., Jeugdtijdschriften in Nederland en Vlaanderen 1752-1942. Bibliografie. Leiden 1995. |
Sas, N.C.F. van, ‘Opiniepers en politieke cultuur’. In: F. Grijzenhout, W.W. Mijnhardt en N.C.F. van Sas (red.), Voor vaderland en vrijheid. De revolutie van de patriotten. Amsterdam 1987, 97-131. |
Sas, N.C.F. van, ‘Tweedragt overal: het patriottisme en de moderne politiek’. In: H. Bots en W.W. Mijnhardt (red.), De droom van de revolutie. Nieuwe benaderingen van het patriottisme. Amsterdam 1988, 18-31. |
Schneider, M. en J. Hemels, De Nederlandse krant 1618-1978. Van ‘nieuwstydinghe’ tot dagblad. Baarn 1979. |
Stouten, J., ‘Verlichting in afleveringen: over tijdschriften in de achttiende eeuw’. In: M. Spies (red.), Historische letterkunde. Facetten van vakbeoefening. Groningen 1984, 115-136. |
Vries, J. de en A. van der Woude, Nederland 1500-1815: de eerste ronde van moderne economische groei. Amsterdam 1995. |
Winter Tromp, F.J., ‘Mijne Landgenooten!’ [Voorwoord van de vertaler bij] Wilhelmina Arend, of de Gevolgen van het overdreven gevoel. Leiden 1793. |
Wolff-Bekker, E. en A. Deken, Economische liedjes. 3 dln. Den Haag 1781. |
Wolff-Bekker, E. en A. Deken, Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart. Ed. P.J. Buijnsters. 2 dln. Den Haag 1980. |
Hoofdstuk 7 Sociabiliteit
Bos, S.B., ‘Uyt Liefde tot Malcander’: onderlinge hulpverlening binnen de Noord-Nederlandse gilden in internationaal perspectief (1570-1820). Zeist 1998. |
Bosvelt, G. van, Over den aard en de natuur der Verlichting en derzelver gevolgen voor den mensch, den burgerstaat, en de gansche waereld. Utrecht 1792. |
Brewer, J., The Pleasures of the Imagination. English Culture in the Eighteenth Century. Londen 1997. |
Buijnsters, P.J., Spectatoriale geschriften. Utrecht 1991. |
Dann, O., Lesegesellschaften und bürgerliche Emanzipation: ein europäischer Vergleich. München 1981. |
| |
| |
Denker. 12 dln. Amsterdam 1763-1774. |
Dwyer, J. en R.B. Sher (red.), Sociability and Society in Eighteenth-Century Scotland. Edinburgh 1993. |
Ellis, A., The Penny Universities. A History of the Coffee Houses. Londen 1956. |
Garber, K. en H. Wismann, Europäische Sozietätsbewegung und demokratische Tradition. 2 dln. Tübingen 1996. |
Goldsmith, E.C., Exclusive Conversations. The Art of Interaction in Seventeenth-Century France. Philadelphia 1988. |
Hanou, A.J., Sluiers van Isis. Johannes Kinker als voorvechter van de Verlichting, in de vrijmetselarij en andere Nederlandse genootschappen, 1790-1845. 2 dln. Deventer 1988. |
Hollandsche spectator. 12 dln. Amsterdam 1731-1735. |
Jacob, M.C., Living the Enlightenment: Freemasonry and Politics in Eighteenth-Century Europe. New York 1991. |
Kooijmans, L., Vriendschap en de kunst van het overleven in de zeventiende en achttiende eeuw. Amsterdam 1997. |
Martinet, J.F., Katechismus der natuur. 4 dln. Amsterdam 1777-1779. |
Mijnhardt, W.W., Tot heil van 't menschdom: culturele genootschappen in Nederland, 1750-1815. Amsterdam 1987. |
Mijnhardt, W.W., ‘Dutch Culture in the Age of William & Mary: Cosmopolitan or Provincial’. In: D. Hoak en M. Feingold, The World of William and Mary. Anglo-Dutch Perspectives on the Revolution of 1688-1689. Stanford 1996, 219-233. |
Nederlandsche spectator. 12 dln. Leiden 1749-1760. |
Nieuwenhuyzen, M., ‘Aanspraak aan de leden van de maatschappij tot Nut van 't Algemeen op derzelver jaarlijksche Algemeene Vergadering, gehouden den 8. van oogstmaand 1786’. In: Redevoeringen en aanspraaken, gedaan in de onderscheiden vergaderingen der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, dl. I.Z.p. 1790. |
Philanthrope. 6 dln. Amsterdam 1756-1762. |
Philosooph. 4 dln. Amsterdam 1766-1769. |
Reinders, P., Th. Wijsenbeek e.a., Koffie in Nederland: vier eeuwen cultuurgeschiedenis. Zutphen/Delft 1994. |
Reitsma, H., ‘Genootschappen in Amsterdam en de revolutie van 1787’. In: Th. van der Zee, J.G.M.M. Rosendaal en P.G.B. Thissen, De Nederlandse revolutie? 1787. Amsterdam 1988, 146-165. |
Russo, E. (red.), Exploring the Conversible World: Text and Sociability from the Classical Age to the Enlightenment. New Haven 1997. |
Sande, A. van de, Vrijmetselarij in de Lage Landen: een mysterieuze broederschap zonder geheimen. Zutphen 1995. |
Singeling, C.B.F., Gezellige schrijvers: aspecten van letterkundige genootschappelijkheid in Nederland, 1750-1800. Amsterdam 1991. |
Zijlmans, J.M., Vriendenkringen in de zeventiende eeuw: verenigingsvormen van het informele culturele leven te Rotterdam. Den Haag 1999. |
Zwager, H., Waarover spraken zij? Salons en conversatie in de achttiende eeuw. Assen 1998. |
Hoofdstuk 8 Een nationale culturele gemeenschap
Anderson, B., Imagined Communities. New York 1991. |
Berg, W. van den, ‘Sociabiliteit, genootschappelijkheid en de orale cultus’. In: M. Spies (red.), Historische letterkunde. Facetten van vakbeoefening. Groningen 1984, 151-170. |
Charle, C., Les intellectuels en Europe au XIXe siècle: essai d'histoire comparée. Parijs 1996. |
Deutsch, K.W., Social Communication. An Inquiry into the Foundations of Nationality. New York 1966. |
Fens, K. (red.), Verlichte geesten: een portrettengalerij voor Piet Buijnsters. Amsterdam 1996. |
Fichte, J.G., Oproep aan het publiek. De atheïsme-strijd van 1789-1799. Kampen 1994. |
Gellner, E., Nations and Nationalism. Oxford 1983. |
Gellner, E., Plough, Sword and Book. Oxford 1988. |
Goldgar, A., Impolite Learning. Conduct and Community in the Republic of Letters, 1680-1750. New Haven/Londen 1995. |
Kloek, J.J., ‘Het genootschap Nederland. Joannes Lublink, de Jonge (1736-1816)’. In: Kees Fens (red.), Verlichte geesten. Een portrettengalerij voor Piet Buijnsters. Amsterdam 1996, 37-49. |
Kloek, J.J. en W.W. Mijnhardt, Leescultuur in Middelburg aan het begin van de negentiende eeuw. Middelburg 1988. |
Mijnhardt, W.W., ‘De Nederlandse Verlichting nagerekend: de verkoopcijfers van het oeuvre van Willem Emmery de Perponcher’. In: E. Jonker en M. van Rossem (red.), Geschiedenis en cultuur. Achttien opstellen. Den Haag 1990, 171-185. |
Roodenburg, H., ‘“Venus' minsieke gasthuis”; over seksuele attitudes in de achttiende-eeuwse Republiek’. In: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 17 (1985), 119-142. |
Smith, A.D., Theories of Nationalism. (2e dr.) Londen 1983. |
Strack, F. (red.), Evolution des Geistes: Jena um 1800. Natur und Kunst, Philosophie und Wissenschaft im Spannungsfeld der Geschichte. Stuttgart 1994. |
Wijngaards, N.C.H. (red.), Bloemlezing uit het werk van Cornelius van Engelen (1726-1793). Zutphen 1972. |
Hoofdstuk 9 Utopie en toekomstverwachting
Badinter, E. en R. Badinter, Condorcet. Un intellectuel en politique. Parijs 1988. |
Condorcet, marquis de, Esquisse d'un tableau historique des progrès de l'esprit humain. 2 dln. Parijs 1904-1906. |
Mercier, L.S., Het jaar twee duizend vier honderd en veertig. Een droom. 3 dln. Haarlem 1792-1793. |
Paape, G., De Bataafsche Republiek, zo als zij behoord te zijn, en zo als zij weezen kan: of Revolutionaire droom in 1798: wegens toekomstige gebeurtenissen tot 1998. Amsterdam 1798. |
Perponcher, W.E. de, Rhapsodiën of 't Leeven van Altamont. Utrecht 1775. |
Trousson, R., Voyages aux pays de nulle part: histoire littéraire de la pensée utopique. Brussel 1975. |
Smeeks, H., Beschryvinge van het magtig koninkrijk Krinke Kesmes. Ed. P.J. Buijnsters. Zutphen 1976. |
Wolff-Bekker, E., Holland in 't jaar MMCCCXL. Hoorn 1777. |
Hoofdstuk 10 Stedelijk republikanisme
Aenmerkingen op E.M. Engelberts Verdediging van de eer der Hollandsche natie; en wel ten aenzien van de muzyk, en tooneelpoezy in ons vaderland. Z.p. 1779. |
Aerts, R. en H. te Velde (red.), De stijl van de burger: over Nederlandse burgerlijke cultuur vanaf de middeleeuwen. Kampen 1998. |
Barry, J., ‘The Making of the Middle Class’. In: Past and Present 145 (1994), 194-208. |
Beaufort, L. de, Verhandeling van de vryheit in den burgerstaat. Leiden/Middelburg 1737. |
Black, A., Guilds and Civil Society in European Political Thought from the Twelfth Century to the Present. Londen 1984. |
Brubaker, R., Citizenship and Nationhood in France and Germany. Cambridge 1992. |
Bruin, G. de, Geheimhouding en verraad: de geheimhouding van staatszaken ten tijde van de Republiek (1600-1750). 's-Graven-hage 1991. |
Burtt, S.G., Virtue Transformed. Political Argument in England, 1688-1740. Cambridge 1992. |
Dickinson, H.T., The Politics of the People in Eighteenth-Century Britain. New York 1995. |
Dorren, G., ‘De eerzamen. Zeventiende-eeuws burgerschap
|
| |
| |
in Haarlem’. In: R. Aerts en H. te Velde, De stijl van de burger: over Nederlandse Burgerlijke cultuur vanaf de middeleeuwen. Kampen 1998, 60-79. |
Engelberts, E.M., Verdediging van de eer der Hollandsche natie. Amsterdam 1763. |
France, P., Politeness and its Discontents. Problems in French Classical Culture. Cambridge 1992. |
Gall, L. (red.), Stadt und Bürgertum im 19. Jahrhundert. München 1990. |
Haar, C. van de, ‘Gerrit Willem van Oosten de Bruyn, stadshistorieschrijver van Haarlem’. In: Tijdschrift voor geschiedenis 67 (1954), 209-223. |
Haitsma Mulier, E.O.G. en W.R.E. Velema (red.), Vrijheid: een geschiedenis van de vijftiende tot de twintigste eeuw. Amsterdam 1999. |
Hartmann, A.V., M. Morawiec en M. Voss (red.), Eliten um 1800. Mainz 2000. |
Hein, D. en A. Schulz (red.), Bürgerkultur im 19. Jahrhundert. München 1996. |
Klashorst, G.O. van de, ‘Metten Schijn van monarchie’. In: H.W. Blom en I.W. Wildenberg (red.), Pieter de la Court in zijn tijd: aspecten van een veelzijdig publicist. Amsterdam 1986. |
Klein, S.R.E., Patriots republikanisme. Politieke cultuur in Nederland (1766-1787). Amsterdam 1995. |
Kley, D. van (red.), The French Idea of Freedom: the Old Regime and the Declaration of Rights of 1789. Stanford 1994. |
Kosmopoliet of Waereldburger. 2 dln. Amsterdam 1776-1777. |
Leeb, I.L., The Ideological Origins of the Batavian Revolution: History and Politics in the Dutch Republic 1747-1800. Den Haag 1973. |
Levy, D.G., The Ideas and Careers of Simon-Nicolas-Henry Linguet: a Study in Eighteenth-Century French Politics. Urbana 1980. |
Moorman van Kappen, O., ‘Iets over ons oud-vaderlands staatsburgerschap’. In: idem (red.), Lex Loci. Opstellen over de Nederlandse rechtsgeschiedenis uit de pen van prof. mr. O. |
Moorman van Kappen. Nijmegen 2000, 83-96. |
Nederlandsche spectator. 12 dln. Leiden 1749-1760. |
Nierop, H.F.K. van, ‘Popular Participation in Politics in the Dutch Republic’. In: P. Blickle (red.), Resistance, Representation, and Community. Oxford 1997, 272-290. |
Ontwerp van Constitutie van 1797: de behandeling van het Plan van Constitutie in de Nationale Vergadering. Ed. L. de Gou. 3 dln. 's-Gravenhage 1983-1985. |
Prak, M., Republikeinse veelvoud, democratische enkelvoud: sociale verandering in het Revolutietijdvak, 's-Hertogenbosch 1770-1820. Nijmegen 1999. |
Riesenberg, P.N., Citizenship in the Western Tradition. Plato to Rousseau. Chapel Hill/Londen 1992. |
Roorda, D.J., ‘Het onderzoek naar het stedelijk patriciaat in Nederland’. In: W.W. Mijnhardt (red.), Kantelend geschiedbeeld: Nederlandse historiografie sinds 1945. Utrecht/Antwerpen 1983, 118-142. |
Sherwin-White, A.N., The Roman Citizenship. Oxford 1973. |
Shklar, J.N., Ordinary Vices. Cambridge/Londen 1984. |
Shklar, J.N., American Citizenship: the Quest for Inclusion. Cambridge 1991. |
Stijl, S., Opkomst en bloei der Verenigde Nederlanden; voorafgegaan door ene verhandeling over de opkomst en den ondergang van oude en hedendaagsche republieken. Harlingen 1774. |
Velema, W.R.E., ‘Beschaafde republikeinen. Burgers in de achttiende eeuw’. In: R. Aerts en H. te Velde (red.), De stijl van de burger: over Nederlandse burgerlijke cultuur vanaf de middeleeuwen. Kampen 1998, 80-99. |
Velema, W.R.E., ‘God, de deugd en de oude constitutie’. In: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden 102 (1987), 476-497. |
J. Wigeri, ‘Antwoord op de vraag, Wie is de braaven man in 't gemeen burgerlijk leven?’ In: Verhandelingen uitgegeven door de Nederlandsche Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, dl. II. Amsterdam z.j. |
Hoofdstuk 11 Een nieuw burgerideaal
Alphen, H. van, Digtkundige verhandelingen. Utrecht 1782. |
Arke Noach's. 54 nrs. Amsterdam 1799-1800. |
Buijnsters, P.J., Justus van Effen 1684-1735: leven en werk. Utrecht 1992. |
Bloom, E.A. en L.D. Bloom, Joseph Addison's Sociable Animal. Providence 1971. |
Denker. 12 dln. Amsterdam 1763-1774. |
Gobbers, W., Jean-Jacques Rousseau in Holland: een onderzoek naar de invloed van de mens en het werk (ca. 1760-ca. 1810). Gent 1963. |
Grijzenhout, F. en C. van Tuyll van Serooskerken (red.), Edele eenvoud: neoclassicisme in Nederland 1765-1800. Zwolle/'s-Gravenhage 1989. |
Hennert, J.F. (red.), Uitgelezene verhandelingen, dl. I. Utrecht 1780. |
Hirschman, A.O., The Passions and the Interests: Political Arguments for Capitalism before its Triumph. Princeton 1977. |
Hollandsche spectator. 12 dln. Amsterdam 1731-1735. |
Kloek, J.J., ‘Burgerdeugd of burgermansdeugd. Het beeld van Jacob Cats als nationaal zedenmeester’. In: R. Aerts en H. te Velde (red.), De stijl van de burger: over Nederlandse burgerlijke cultuur vanaf de middeleeuwen. Kampen 1998, 100-123. |
Kloek, J.J., ‘De lezer als burger. Het literaire publiek in de achttiende eeuw’. In: De achttiende eeuw 26 (1996), 177-192. |
Kors, A.C., Atheism in France 1650-1729. The Orthodox Sources of Disbelief. Princeton 1990. |
Kors, A.C., D'Holbach's Coterie. An Enlightenment in Paris. Princeton 1976. |
Linke, A., Sprachkultur und Bürgertum. Zur Mentalitätsgeschichte des 19. Jahrhunderts. Stuttgart/Weimar 1996. |
Magazyn voor de critische wijsgeerte. 6 dln. Amsterdam 1799-1803. |
Martens, W., Die Botschaft der Tugend. Stuttgart 1971. |
Menschenvriend. 10 dln. Amsterdam 1788-1797. |
Mijnhardt, W.W., Tot heil van 't menschdom: culturele genootschappen in Nederland, 1750-1815. Amsterdam 1987. |
Nijenhuis, I.J.A., Een joods philosophe. Isaac de Pinto (1717-1787) en de ontwikkeling van de politieke economie in de Europese Verlichting. Amsterdam 1992. |
Perponcher, W.E. de, Rhapsodiën of 't leeven van Altamont. Utrecht 1775. |
Philanthrope. 6 dln. Amsterdam 1756-1762. |
Pleij, H., De sneeuwpoppen van 1511: literatuur en stadscultuur tussen middeleeuwen en moderne tijd. Amsterdam/Leuven 1988. |
Pocock, J.G.A., Virtue, Commerce, and History. Cambridge 1985. |
Pocock, J.G.A. (red.), The Varieties of British Political Thought. Cambridge 1993. |
Quay, P.P. de, De genoegzaamheid van het natuurlijk gezond verstand. Prijsverhandelingen over godsdienst, zedenkunde en burgerlijke maatschappij aan het einde der 18e eeuw. Den Haag 2000. |
Rhapsodist. 6 dln. Amsterdam 1771-1783. |
Riesenberg, P.N., Citizenship in the Western Tradition. Plato to Rousseau. Chapel Hill/Londen 1992. |
Schröder, W., Ursprünge des Atheismus. Stuttgart 1998. |
Smith, A., The Theory of Moral Sentiments. Ed. D.D. Raphael en A.L. Macfie. Oxford 1976. |
Smith, R.M., Civic Ideals: Conflicting Visions of Citizenship in U.S. History. New Haven 1997. |
Sturkenboom, D., Spectators van hartstocht. Sekse en emotionele cultuur in de achttiende eeuw. Hilversum 1998. |
| |
| |
Velema, W.R.E., Enlightenment and Conservatism in the Dutch Republic. The Political Thought of Elie Luzac (1721-1796). Assen 1993. |
Verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, dl. 20 (2e stuk). Haarlem 1782. |
Vijselaar, J., De magnetische geest. Het dierlijk magnetisme 1770-1830. Nijmegen 2001. |
Hoofdstuk 12 Religie
Arnold, E., Kriskras. Het Godsdienstig Genootschap Christo Sacrum. Dissertatie in voorbereiding. |
Berg, G.C.J.J. van den, The Life and Work of Gerard Noodt (1647-1725). Oxford 1988. |
Boneschansker, J., Het Nederlandsch Zendingsgenootschap in zijn eerste periode. Een studie over opwekking in de Bataafse en Franse tijd. Leeuwarden 1987. |
Bos, D., In dienst van het koninkrijk: beroepsontwikkeling van hervormde predikanten in negentiende-eeuws Nederland. Amsterdam 1999. |
Bosma, J., Woorden van een gezond verstand: de invloed van de Verlichting op de in het Nederlands uitgegeven preken van 1750-1800. Nieuwkoop 1997. |
Bots, J., Tussen Descartes en Darwin: geloof en natuurwetenschap in de achttiende eeuw in Nederland. Assen 1972. |
Buisman, J.W., Tussen vroomheid en Verlichting: een cultuurhistorisch en -sociologisch onderzoek naar enkele aspecten van de Verlichting in Nederland (1755-1810). Zwolle 1992. |
Deursen, A.Th. van en G.J. Schutte, Geleefd geloven. Geschiedenis van de protestantse vroomheid in Nederland. Assen 1996. |
Donovan, R., No Popery and Radicalism: Opposition to Roman Catholic Belief in Scotland 1778-1782. New York 1987. |
Endt, A. van de, Gisbertus Bonnet. Wageningen 1957. |
Eijnatten, J. van, God, Nederland en Oranje. Dutch Calvinism and the Search for the Centre. Kampen 1993. |
Eijnatten, J. van, Mutuorum Christianorum Tolerantia. Irenicism and Toleration in the Netherlands. Florence 1998. |
Eijnatten, J. van, ‘Hollandse apocalyps. Eindlectuur en publieke vertogen in Nederland, 1740-1840’. In: Jaarboek voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme na 1800 8 (2000), 21-45. |
Gestel, P. van, ‘Dutch reactions to Paine’. In: Studies on Voltaire nr. 378. Oxford 1999. |
Gestel, P. van, ‘De verbasteringen van het christendom. Joseph Priestley (1733-1804) en de Nederlandse Verlichting’. In: De achttiende eeuw 30 (1998), 3-30. |
Gilmour, I., Riot, Risings and Revolution. Governance and Violence in Eighteenth-Century England. London 1992. |
Groenewegen, H.I., Paulus van Hemert, als godgeleerde en als wijsgeer. Amsterdam 1889. |
Haakonssen, K., Enlightenment and Religion. Rational Dissent in Eighteenth-Century Britain. Cambridge 1996. |
Hamelsveld, IJ. van, De zedelijke toestand der Nederlandsche natie op het einde van de achttiende ecuw. Amsterdam 1791. |
Heringa, J., Kerkelyke raadvrager en raadgever, dl. 1. Utrecht 1821. |
Joor, J., De Adelaar en het Lam. Onrust, opruiing en onwilligheid in Nederland ten tijde van het koninkrijk Holland en de inlijving bij het Franse keizerrijk (1806-1813). Amsterdam 2000. |
Keane, J., Tom Paine: a Political Life. Boston 1995. |
Knippenberg, H., De religieuze kaart van Nederland. Assen 1992. |
Kok, J. de, Nederland op de breuklijn Rome-Reformatie. Assen 1964. |
Krol, E.J., De smaak der natie: opvattingen over huiselijkheid in de Noord-Nederlandse poëzie van 1800 tot 1840. Hilversum 1997. |
Martinet, J.F., Huisboek voor vaderlandsche huisgezinnen. Amsterdam 1793. |
Martinet, J.F., Katechismus der natuur. 4 dln. Amsterdam 1777-1779. |
Mulder, L.H., Revolte der Fijnen: de Afscheiding van 1834 als sociaal conflict en sociale beweging: met een bronnenonderzoek in een achttal Friese dorpsgebieden. Meppel 1973. |
Nederlandsche criticus. 2 dln. Leeuwarden 1749-1751. |
Ouden, W.H. den, Kerk onder patriottenbewind. Kerkelijke financiën en de Bataafse Republiek 1795-1801. Zoetermeer 1994. |
Popkin, R.H., The History of Scepticism from Erasmus to Spinoza. Los Angeles 1979. |
Popkin, R.H. en A. van der Jagt, Scepticism and Irreligion in the Seventeenth and Eighteenth Centuries. Leiden 1993. |
Rathgeber, C., ‘The Reception of Brandenburg-Prussia's New Lutheran Hymnal of 1781’. In: Historical Journal 36 (1993), 115-136. |
Rooden, P. van, Religieuze regimes: over godsdienst en maatschappij in Nederland 1570-1990. Amsterdam 1996. |
Sepp, C., Proeve eener pragmatische geschiedenis der theologie in Nederland van 1787 tot 1858. Amsterdam 1867. |
Schofield, R.E., The Enlightenment of Joseph Priestley. A Study of His Life and Work from 1733 to 1773. Pennsylvania 1997. |
Schutte, G.J., Het calvinistisch Nederland. Amsterdam 1988. |
Sher, R.B., Church and University in the Scottish Enlightenment. Princeton 1985. |
Spaans, J., Armenzorg in Friesland 1500-1800. Hilversum 1997. |
Uilkens, J.A., De kennis van den Schepper uit zijne schepselen. Groningen 1799. |
Wagenaar, L., ‘Walcheren in 1778’. In: Archief. Vroegere en latere mededelingen voornamelijk in betrekking op Zeeland (1903). |
Wolff-Bekker, E. en A. Deken, Brieven van Abraham Blankaart. 3 dln. Den Haag 1787-1789. |
Hoofdstuk 13 De natie: de geboorte van de moderne Nederlander
Anderson, B., Imagined Communities: Reflections on the Origin and the Spread of Nationalism. Londen 1983. |
Broers, M., Europe under Napoleon 1799-1815. Londen/New York/Sydney/Auckland 1996. |
Engelberts, E.M., De aloude staat en geschiedenissen der Vereenigde Nederlanden. 4 dln. Amsterdam 1784-1799. |
Frijhoff, W.Th.M., ‘Het zelfbeeld van de Nederlander in de achttiende eeuw’. In: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 24 (1992), 5-28. |
Gellner, E., Nations and Nationalism. Oxford 1983. |
Haitsma Mulier, E.O.G., ‘De Bataafse mythe in de patriottentijd: De aloude staat en geschiedenissen der Vereenigde Nederlanden van E.M. Engelberts’. In: Theoretische geschiedenis 19 (1992), 16-34. |
Helmers, J.F., De Hollandsche natie, in zes zangen. Den Haag 1812. |
Herder, G., Auch eine Philosophie der Geschichte zur Bildung der Menschheit. Stuttgart 1990. |
Hobsbawn, E.J. en T. Ranger, The Invention of Tradition. Londen 1983. |
Huisman, C., Neerlands Israel: het natiebesef der traditioneelgereformeerden in de achttiende eeuw. Dordrecht 1983. |
Jansen, C.J.H., ‘De ontdekking van het vaderlandse recht in de achttiende eeuw’. In: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 24 (1992), 57-72. |
Jensma, G., Het rode tasje van Salverda: burgerlijk bewustzijn en Friese identiteit in de negentiende eeuw. Ljouwert/Leeuwarden 1998. |
Johannes, G.J., De barometer van de smaak: tijdschriften in Nederland 1770-1830. Den Haag 1995. |
| |
| |
Johannes, G.J., De lof der aalbessen. Over (Noord-) Nederlandse literatuurtheorie, literatuur en de consequenties van kleinschaligheid 1770-1830. Den Haag 1997. |
Joor, J., De Adelaar en het Lam. Onrust, opruiing en onwilligheid in Nederland ten tijde van het koninkrijk Holland en de inlijving bij het Franse keizerrijk (1806-1813). Amsterdam 2000. |
Kemper, J.M., Verhandelingen, redevoeringen en staatkundige geschriften, dl. II. Amsterdam 1835. |
Kloek, J.J., ‘Vaderland en letterkunde, 1750-1800’. In: N.C.F. van Sas (red.), Vaderland. Een geschiedenis van de vijftiende eeuw tot 1940. Amsterdam 1999, 237-274. |
Leerssen, J., Nationaal denken in Europa: een cultuurhistorische schets. Amsterdam 1999. |
Meijer, M.C., Race and Esthetics in the Anthropology of Petrus Camper. Amsterdam 1999. |
Mijnhardt, W.W., ‘Het zelfbeeld van de Nederlander, een synthese’. In: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 24 (1992), 141-152. |
Mijnhardt, W.W., ‘Inleiding. Natievorming in het revolutietijdvak’. In: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden 104 (1989), 546-553. |
Newman, G., The Rise of English Nationalism. Londen 1987. |
Porter, R. en M. Teich (red.), The Enlightenment in National Context. Cambridge 1981. |
Rhapsodist. 6 dln. Amsterdam 1771-1783. |
Sas, N.C.F. van, ‘Scenario's voor een onvoltooide revolutie’. In: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden 104 (1989), 622-653. |
Sas, N.C.F. van, ‘Vaderlandsliefde, nationalisme en vaderlands gevoel in Nederland’. In: Tijdschrift voor geschiedenis 102 (1989), 471-495. |
Sas, N.C.F. van (red.), Vaderland. Een geschiedenis van de vijftiende eeuw tot 1940. Amsterdam 1999. |
Stouten, J., Willem Anthonie Ockerse (1760-1826): leven en werk. Amsterdam/Maarssen 1982. |
Tollebeek, J., De toga van Fruin. Amsterdam 1989. |
Verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, dl. 1. Haarlem 1754. |
Vries, J. de, Over het eenvoudige. Amsterdam 1818. |
Woude, A. van der, De Bataafse hut: verschuivingen in het beeld van de geschiedenis (1750-1850). Amsterdam 1990. |
Hoofdstuk 14 De natie: vrouwen en het volk
Applewhite, H.B. en G.G. Levy (red.), Women & Politics in the Age of Democratic Revolution. Ann Arbor 1990. |
Arpots, R.P.L., Vrank en vrij: Johannes le Francq van Berkheij (1729-1812). Nijmegen 1990. |
Braun, M., De prijs van de liefde: de eerste feministische golf, het huwelijksrecht en de vaderlandse geschiedenis. Amsterdam 1992. |
Brouwer, H., Lezen en schrijven in de provincie: de boeken van Zwolse boekverkopers, 1777-1849. Leiden 1995. |
Buijnsters, P.J. (red.), Briefwisseling van Betje Wolff en Aagje Deken. 2 dln. Utrecht 1987. |
Buijnsters, P.J., Wolff en Deken: een biografie. Leiden 1984. |
Colley, L., Britons: Forging the Nation 1707-1837. New Haven/Londen 1992. |
Dekker, R., ‘Revolutionaire en contrarevolutionaire vrouwen in Nederland, 1780-1826’. In Tijdschrift voor geschiedenis 102 (1989), 545-563. |
Dekker, R. en L.C. van de Pol, Vrouwen in mannenkleren. De geschiedenis van een tegendraadse traditie: Europa 1500-1800. Amsterdam 1989. |
Fergus, J., ‘Eighteenth-Century Readers in Provincial England: The Customers of Samuel Clay's Circulating Library and Bookshop in Warwick, 1770-72’. In: The Papers of the Bibliographical Society of America 78 (1984), 155-213. |
Frijhoff, W.Th.M., ‘Synthese’. In: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 17 (1985), 65-66. |
Frijhoff, W.Th.M., ‘The Dutch Enlightenment and the Creation of Popular Culture’. In: M.C. Jacob en W.W. Mijnhardt (red.), The Dutch Republic in the Eighteenth Century. Decline, Enlightenment, and Revolution. Ithaca/Londen 1992, 292-307. |
Gelder, H.E. van, ‘Feministische Bataven’. In: W. Fritschy, Fragmenten vrouwengeschiedenis, dl. 1. Den Haag 1980, 69-83. |
Grijzenhout, F., Feesten voor het Vaderland. Patriotse en Bataafse feesten 1780-1806. Zwolle 1989. |
Gunning, M.J., Gewaande rechten: het denken over vrouwen en gelijkheid van Thomas van Aquino tot de Bataafsche Constitutie. Zwolle 1991. |
Haks, D., Huwelijk en gezin in Holland in de 17e en 18e eeuw: processtukken en moralisten over aspecten van het laat 17e- en 18e-eeuwse gezinsleven. Assen 1982. |
Hamelsveld, IJ. van, De zedelijke toestand der Nederlandsche natie op het einde van de achttiende eeuw. Amsterdam 1791. |
Hampson, N., ‘The Enlightenment in France’. In: R. Porter en M. Teich (red.), The Enlightenment in National Context. Cambridge 1981, 41-53. |
Heijden, M. van der, Huwelijk in Holland: stedelijke rechtspraak en kerkelijke tucht, 1550-1700. Amsterdam 1998. Hollandsche spectator. 12 dln. Amsterdam 1731-1735. |
Huussen. A.H., Huwelijks- en huwelijksgoederenrecht tot 1820. Bussum 1975. |
Iperen, J. van, Tweehonderdjarig jubel-feest der Nederlandsche vryheid, of plegtige redevoering ter gedagtenisse der afwerpinge van het Spaansche juk. Middelburg 1772. |
Jong, M. de, Joan Derk van der Capellen: staatkundig levensbeeld uit de wordingstijd van de moderne democratie in Nederland. Groningen 1921. |
Kerber, L.K., Women of the Republic: Intellect and Ideology in Revolutionary America. Chapel Hill 1980. |
Kloek, J.J., ‘Lezen als levensbehoefte. Roman en romanpubliek in de tweede helft van de achttiende eeuw’. In: Literatuur 1 (1984), 136-142. |
Kloek, J.J. en W.W. Mijnhardt, Leescultuur in Middelburg aan het begin van de negentiende eeuw. Middelburg 1988. |
Kooijmans, L., Onder regenten. De elite in een Hollandse stad: Hoorn 1700-1780. Amsterdam 1985. |
Kossmann, E.H., ‘Volkssoevereiniteit aan het begin van het Nederlandse ancien régime’. In: E.H. Kossmann, Politieke theorie en geschiedenis: verspreide opstellen en voordrachten. Amsterdam 1987, 59-92. |
Kruif, J. de, Liefhebbers en gewoontelezers: leescultuur in Den Haag in de achttiende eeuw. Zutphen 1999. |
Laqueur, Th., ‘Bodies, Details and the Humanitarian Narrative’. In: L. Hunt (red.), The New Cultural History. Berkeley/Londen 1989, 176-204. |
Lasch, C. en E. Lasch-Quin (red.), Women and the Common Life: Love, Marriage and Feminism. New York 1997. |
Loo, L.F. van, ‘Den arme gegeven...’. En beschrijving van armoede, armenzorg en sociale zekerheid in Nederland, 1784-1965. Meppel/Amsterdam 1981. |
Meer, Th.A.M. van der, Sodoms zaad in Nederland: het outstaan van homoseksualiteit in de vroegmoderne tijd. Nijmegen 1995. |
Menschenvriend. 10 dln. Amsterdam 1788-1797. |
Mijnhardt, W.W., ‘Politics and Pornography in the Seventeenth- and Eighteenth-Century Dutch Republic’. In: L. Hunt (red.), The Invention of Pornography. Obscenity and the Origins of Modernity, 1500-1800. New York 1993, 283-300. |
Mijnhardt, W.W. en A.J. Wichers (red.), Om het algemeen volksgeluk. Twee eeuwen particulier initiatief 1784-1984. Groningen 1984. |
Moens, P., Legaat aan mijne vrouwelijke landgenooten. Amsterdam 1830. |
| |
| |
Norton, M.B., Liberty's Daughters. The Revolutionary Experience of American Women, 1750-1800. Z.p. 1980. |
Panhuysen, B.S., Maartwerk: kleermakers, naaisters, oudkleerkopers en de gilden (1500-1800). Amsterdam 2000. |
Peeters, H.F.M., Kind en jeugdige in het begin van de moderne tijd (ca. 1500-ca. 1650). Hilversum 1966. |
Pol, L.C. van de, Het Amsterdams hoerdom: prostitutie in de zeventiende en de achttiende eeuw. Amsterdam 1996. |
Post, E.M., Gezangen der liefde. Amsterdam 1794. |
Rousseau, J.J., Emile, ou De l'éducation. Amsterdam 1772. |
Schenkeveld-van der Dussen, M.A., ‘Bruilofts- en liefdesylriek in de achttiende eeuw: de rol van de literaire conventies’. In: De nieuwe taalgids 67 (1974), 449-461. |
Steinbrügge, L., The Moral Sex. Woman's Nature in the French Enlightenment. New York/Oxford 1995. |
Sturkenboom, D.M.B., Spectators van hartstocht: Sekse en emotionele cultuur in de achttiende eeuw. Hilversum 1998. |
Swaan, A. de, Zorg en de staat: welzijn, onderwijs en gezondheidszorg in Europa en de Verenigde Staten in de nieuwe tijd. Amsterdam 1989. |
Teeuwen, R., ‘Intellectuele intimiteit’. In: Forum der letteren 33 (1992), 33-45. |
Veltman-van den Bos, A.J., Petronella Moens (1762-1843): de vriendin van 't vaderland. Nijmegen 2000. |
Verberne, L.G.J., Het sociale en economische motief in de Bataafse tijd. Tilburg 1947. |
Verhandelingen van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap, dl. IX. Utrecht 1801. |
Vraag-al. 6 dln. Leiden 1791-1796. |
Wolff-Bekker, E., Proeve over de opvoeding, aan de Nederlandsche moeders. Amsterdam 1777. |
Wolzogen Kühr, S.I. von, De Nederlandse vrouw in de eerste helft der 18e eeuw. Leiden 1914. |
W., P.B. van, Ten betooge dat de vrouwen behooren deel te hebben aan de regeering van het land. Harlingen 1795. |
Hoofdstuk 15 Het geluk van de samenleving: onderwijs
Algemeene Denkbeelden over het Nationaal Onderwijs. Amsterdam 1798. |
Bastiaanse, R., ‘Overheidsdienaren als vrije ondernemers’. In: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 19 (1987), 1-16. |
Bastiaanse, R. en H. Bots (red.), Tot meesten nut ende dienst van de jeught: een onderzoek naar zeventien Gelderse Latijnse scholen ca. 1580-1815. Zutphen 1985. |
Boekholt, P.Th.F.M., ‘Der Einfluss Deutschlands auf das Schulwesen in den Niederlanden’. In: Informationen zur Erziehungs- und Bildungshistorischen Forschung 25 (1984), 19-40. |
Boekholt, P.Th.F.M. en E.P. de Booy, Geschiedenis van de school in Nederland vanaf de middeleeuwen tot aan de huidige tijd. Assen 1987. |
Booy, E.P. de, Kweekhoven der wijsheid: basis- en vervolgonderwijs in de steden van de provincie Utrecht van 1580 tot het begin der 19e eeuw. Zutphen 1980. |
Booy, E.P. de, De weldaet der scholen: het plattelandsonderwijs in de provincie Utrecht van 1580 tot het begin der 19de eeuw. Haarlem 1977. |
Borger. 2 dln. Utrecht 1778-1780. |
Bree, L.W. de, Het platteland leert lezen en schrijven: het lager onderwijs op het platteland in de eerste helft der 19e eeuw. Amsterdam 1947. |
Davids, C.A., ‘Universiteiten, illustere scholen en de verspreiding van technische kennis in Nederland, eind 16e eeuw - begin 19e eeuw’. In: Batavia academica. Bulletin van de Nederlandse Werkgroep Universiteitsgeschiedenis 8 (1990). |
Dodde, N.L., Een onderwijsrapport. Een historisch-pedagogisch onderzoek naar de invloed van een onderwijsrapport over onderwijsverbetering en -vernieuwing na 1801. 's-Hertogenbosch 1971. |
Duyvendijk, A.J. van, De motivering van de klassieke vorming: een historisch-paedagogische studie over twee eeuwen. |
Groningen 1955. |
Fortgens, H.W., Schola Latina: uit het verleden van ons voorbereidend hoger onderwijs. Zwolle 1958. |
Frijhoff, W.Th.M., ‘Van onderwijs naar opvoedend onderwijs. Ontwikkelingslijnen van opvoeding en onderwijs in Noord-Nederland in de achttiende eeuw’. In: Werkgroep Achttiende Eeuw, Onderwijs en opvoeding in de achttiende eeuw. Amsterdam/Maarssen 1983, 3-39. |
Frijhoff, W.Th.M., Autodidaxies XVIe-XIXe siècles. Parijs 1996. |
Frijhoff, W.Th.M., ‘Crisis of modernisering? Hypothesen over de ontwikkeling van het voortgezet en hoger onderwijs in Holland in de 18e eeuw’. In: Holland, regionaal-historisch tijdschrift 17 (1985), 37-56. |
Frijhoff, W.Th.M., La société néerlandaise et ses gradués, 1575-1814: une recherche sérielle sur le statut des intellectuels. Amsterdam 1981. |
Lenders, J.H.G., De burger en de volksschool: culturele en mentale achtergronden van een onderwijshervorming, Nederland 1780-1850. Nijmegen 1998. |
Los, W., ‘Huiselijke versus publieke opvoeding: de vorming van vaderlandslievende burgers en de revolutie in de Nederlanden’. In: De achttiende eeuw 28 (1996), 119-130. |
Mijnhardt, W.W., ‘Les sciences en révolution: une affaire d'état’. In: A. Jourdan en J. Leerssen (red.), Remous révolutionnaires: république batave armée française. Amsterdam 1996, 200-219. |
Mijnhardt, W.W., ‘Wetenschapsbevordering onder het ancien régime: het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1765-1794’. In: Archief. Mededelingen van het koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1985), 1-94. |
Nederlandsche spectator. 12 dln. Leiden 1749-1760. |
Otterspeer, W., De wiekslag van hun geest. De Leidse universiteit in de negentiende eeuw. Leiden 1992. |
Roelevink, J., Gedicteerd verleden: het onderwijs in de algemene geschiedenis aan de Universiteit te Utrecht, 1735-1839. Amsterdam 1986. |
Rüegg, W. (red.), A History of the University in Modern Europe. Vol. II: Universities in Early Modern Europe (1500-1800). Cambridge 1996. |
Schmale, W. en N.L. Dodde (red.), Revolution des Wissens? Europa und seine Schulen im Zeitalter der Aufklärung (1750-1825). Ein Handbuch zur europäischen Schulgeschichte. Bochum 1991. |
Schneppen, W., Niederländische Universitäten und deutsches Geistesleben: von der Gründung der Universität Leiden bis ins späte 18. Jahrhundert. Münster 1960. |
Thiersch, F., Über den gegenwärtigen Zustand des öffentliches Unterrichts. Stuttgart 1838. |
Zuidervaart, H.J., Van ‘konstgenoten’ en hemelse fenomenen: Nederlandse sterrenkunde in de achttiende eeuw. Rotterdam 1999. |
Zur-Mühlen, B., ‘Over de verpligting van den mensch, om, door nuttig werkzaam voor het algemeen te zijn, zijn eigen geluk en dat zijner medemenschen, te bevorderen’. In: Redevoeringen een aanspraken gedaan in de onderscheiden vergaderingen der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, dl. II (z.p. 1792), 139-166. |
Hoofdstuk 16 Het geluk van de samenleving: armenzorg en gezondheidszorg
Allan, D.G.C., William Shipley, Founder of the Royal Society of Arts: a Biography with Documents. Londen 1968. |
Bierens de Haan, J., Van Oeconomische Tak tot Nederlandsche
|
| |
| |
Maatschappij voor Nijverheid en Handel, 1777-1952. Haarlem 1952. |
Bijdragen tot het menschelijk geluk. 6 dln. Utrecht/ Amsterdam 1789-1791. |
Boogman, J.C., Raadpensionaris L.P. van de Spiegel: een reformistisch-conservatieve pragmaticus en idealist. Amsterdam 1988. |
Borger. 2 dln. Utrecht 1778-1780. |
Bosch Kemper, J. de, Geschiedkundig onderzoek naar de armoede in ons vaderland, hare oorzaken en de middelen, die tot hare vermindering zouden kunnen worden aangewend. 2e dr. Haarlem 1860. |
Buijnsters, P.J., Wolff en Deken: een biografie. Leiden 1984. |
Doeveren, W. van, De gunstige gesteldheid van Groningen voor de gezondheid, afteleiden uit de natuurlijke historie der stad. Groningen 1771. |
De geloofsleere der waare mennonisten of doopsgezinden. Hoorn 1766. |
Heederik, G.J., Van kasboekregister tot burgerlijke stand: medisch-demografische aspecten van de registratie van huwelijken, geboorte en sterfte. Meppel 1973. |
Heuvel, H.H. van den, ‘Antwoord op de vraag: welke is de grond van Hollandsch koophandel’. In: Verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, dl. XVI (Haarlem 1775), 1-160. |
Hogendorp, G.K., Missive over het armwezen. Amsterdam 1805. |
Hollandsche spectator. 12 dln. Amsterdam 1731-1735. |
Houwaert, E.S., ‘Medische statistiek’. In: H.W. Lintsen, e.a. (red.), Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890, dl. 2. Zutphen 1993, 19-46. |
Hovy, J., Het voorstel van 1751 tot instelling van een beperkt vrijhavenstelsel in de Republiek (propositie tot een gelimiteerd porto-franco). Groningen 1966. |
Hudson, D. en K.W. Lockhurst, The Royal Society of Arts 1754-1954. Londen 1954. |
Huisman, F. en C. Santing (red.), Medische geschiedenis in regionaal perspectief: Groningen 1500-1900. Rotterdam 1997. ‘Instructie voor den Agent der Nationale Opvoeding, waaronder begreepen is de Geneeskundige Staatsregeling, de vorming der nationale zeden, de bevordering van het openbaar onderwys en van kunsten en wetenschappen’. Bijlage bij: Besluiten der Eerste Kamer van het vertegenwoordigend lichaam des Bataafschen volks, dl. 3 (1e stuk). Den Haag 1798, 3-10. |
Kooijmans, L., Onder regenten. De elite in een Hollandse stad: Hoorn 1700-1780. Amsterdam 1985. |
Leeuwen, M.H.D. van, Bijstand in Amsterdam, ca. 1800-1850: armenzorg als beheersings- en overlevingsstrategie. Zwolle 1992. |
Lieburg, M.J. van, ‘Geneeskunde en medische professie in het genootschapswezen van Nederland in de eerste helft van de negentiende eeuw’. In: De negentiende eeuw 7 (1983), 123-145. |
Lintsen, H.W., e.a. (red.), Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. 2 dln. Zutphen 1993. |
Loo, L.F. van, ‘Den arme gegeven...’: een beschrijving van armoede, armenzorg en sociale zekerheid in Nederland, 1784-1965. Meppel 1981. |
Luzac, E., De vaderlandsche staatsbeschouwers. 4 dln. Leiden 1784-1788. |
McCants, A.E.C., Civic Charity in a Golden Age: Orphan Care in Early Modern Amsterdam. Urbana 1997. |
Melief, P.B.A., De strijd om de armenzorg in Nederland, 1795-1854. Groningen 1955. |
Moulin, D. du, ‘Die Medizin’. In: Janus 65 (1978). |
Ogawa, T. (red.), Public Health. Tokio 1981. |
Porta, A., Joan en Gerrit Corver. De politieke macht van Amsterdam 1702-1748. Assen 1975. |
Pot, G.P.M., Arm Leiden: levensstandaard, bedeling en bedeelden, 1750-1854. Hilversum 1994. |
Ris, C., Tweede vervolg, tot berigt van den tegenwoordigen staat en van de naaste oogmerken der Vaderlandsche Maatschappij. Hoorn 1778. |
Rogge, C., De armen kinderen van den staat. Of onderzoek nopens de verpligting van het gouvernement om de armen te verzorgen; en ontwerp van een plan daartoe strekkende. Leiden 1796. |
Rooden, P. van, Religieuze regimes: over godsdienst en maatschappij in Nederland 1570-1990. Amsterdam 1996. |
Rutten, W., ‘De vreselijkste aller harpijen’: pokkenepidemieën en pokkenbestrijding in Nederland in de achttiende en negentiende eeuw: een sociaal-historische en historisch-demografische studie. Wageningen 1997. |
Spaans, J., Armenzorg in Friesland 1500-1800: publieke zorg en particuliere liefdadigheid in zes Friese steden: Leeuwarden, Bolsward, Franeker, Sneek, Dokkum en Harlingen. Hilversum 1997. |
Spiegel, L.P. van de, ‘Schets tot een vertoog over de intrinsique en relative magt van de Republiek (1782)’. Ed. Joh. de Vries. In: Economisch-Historisch Jaarboek 27 (1955-1957), 81-100. |
Swaan, A. de, Zorg en de staat: welzijn, onderwijs en gezondheidszorg in Europa en de Verenigde Staten in de nieuwe tijd. Amsterdam 1989. |
Sypkens Smit, J.H., Leven en werken van Matthias van Geuns M.D., 1735-1817. Assen 1953. |
Velema, W.R.E., Enlightenment and Conservatism in the Dutch Republic. The Political Thought of Elie Luzac (1721-1796). Assen 1993. |
Vuyk, S., De verdraagzame gemeente van vrije christenen: remonstranten op de bres voor de Bataafse Republiek (1780-1800). Amsterdam 1995. |
Walkart, A., ‘Zaakelijk berigt over de natuurlijke gesteldheid der hoofdstad 's-Hertogenbosch, en de ziekten die er in 't jaar 1779 zijn voorgevallen’. In: Verhandelingen van de Natuur- en Geneeskundige Correspondentie-Sociëteit in de Verenigde Nederlanden, dl. I (2e stuk). Den Haag 1783. |
Weiner, D., The Citizen Patient in Revolutionary Paris. Princeton 1993. |
Wolff-Bekker, E. en A. Deken, Nederlands verpligting tot het handhaaven der nuttige maatschappyen en genootschappen in ons vaderland. Hoorn 1779. |
Wolff-Bekker, E. en A. Deken, Het nut der Vaderlandsche Maatschappye van Redery en Koophandel. Hoorn 1779. |
Woude, A. van der en J. de Vries, Nederland 1500-1815: de eerste ronde van moderne economische groei. Amsterdam 1995. |
Woolf, S., The Poor in Western Europe in the Eighteenth and Nineteenth Centuries. Londen 1986. |
Zwaag, P. van der, Wouter van Doeveren: medicus, 1730-1783. Leven en werken van een 18e-eeuws hoogleraar in de geneeskunde. Assen 1970. |
Hoofdstuk 17 Woord en werkelijkheid
Bodel Nyenhuis, J.T., De wetgeving op drukpers en boekhandel in de Nederlanden tot in het begin der XIXde eeuw. Amsterdam 1892. |
Clemens, Th., ‘De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en de winnaar van de eerste prijsvraag’. In: W.W. Mijnhardt en A.K. Wichers, Om het algemeen volksgeluk. Edam 1984, 221-230. |
Kluit, A., Academische redevoering over het misbruik van 't algemeen staatsrecht. Leiden 1787. |
Kluit, A., De rechten van den mensch in Vrankrijk geen gewaande rechten in Nederland. Amsterdam 1793. |
Kluit, A., De souvereiniteit der Staten van Holland verdedigd tegen de hedendaagsche leer der volksregering, zoo als dezelve
|
| |
| |
onder anderen wordt voorgedragen in een geschrift, getiteld: Grondwettige herstelling van Nederlands staatswezen, zoo voor het algemeen bontgenootschap, als voor het bestuur van elke bijzondere provincie. Leiden 1788. |
Meerman, J., De burgerlyke vryheid in haare heilzaame, de volks-vryheid in haare schadelyke gevolgen voorgesteld. Leiden 1793. |
Velema, W.R.E., ‘Contemporaine reacties op het patriotse politieke vocabulaire’. In: H. Bots en W.W. Mijnhardt (red.), De droom van de revolutie. Nieuwe benaderingen van het patriottisme. Amsterdam 1988, 32-48. |
Reportages
Eenwording in kaart
Brink, E.A.B.J. ten, ‘De grote kaart van Krayenhoff en de postkaart van 1810’. In: Driekwart eeuw historisch leven in Den Haag. Den Haag 1975, 14-45. |
Brink, P. van den, ‘Jean Baptiste de Bouge en de choro-topografische kaart der Noordelijke Provinciën van het Koninkrijk der Nederlanden (...)’. In: M. Hameleers (red.), Geschiedenis van de topografische kartering van Nederland. Utrecht 1990, 46-61. |
Fockema Andreae, S.J., Geschiedenis der kartografie van Nederland van den romeinschen tijd tot het midden der 19de eeuw. 's-Gravenhage 1947, 77-104. |
Haubourdin, R.M., ‘“...het Skelet van de nieuwe Caart der Republiek...”, de kostbare voorgeschiedenis van de Krayenhoff-kaart’. In: Caert-Thresoor 15 (1996), 38-45. |
Heijden, H.A.M. van der, De kaart van Nederland in de Franse tijd, 1795-1814. Alphen aan den Rijn 1999. |
Koeman, C., Geschiedenis van de kartografie van Nederland, zes eeuwen land- en zeekaarten en stadsplattegronden. Alphen aan den Rijn 1983, 184-95. |
Krayenhoff, C.R.Th., Nodig en zaaklijk Bericht aan het publiek wegens de Groote kaart der Bataafsche Republiek. Den Haag 1801. |
Krayenhoff, C.R.Th. en J. de Gelder, Calculs géodésique des stations de la triangulation de Hollande [manuscript]. Universiteitsbibliotheek Leiden. |
Linden, J.A. van der, Topografische en militaire kaart van het Koninkrijk der Nederlanden. Bussum 1973. |
Mortier, D. du (ed.), Aardrijkskundig woordenboek der Bataafsche Republiek. Leiden 1800. |
Ontwerp van Staatsregeling voor het Bataafsche Volk. |
Ontworpen door de daartoe aangestelde commissie der Constitueerende Vergadering. Den Haag 1798. |
Rapport over de verdeeling der Republicq in departementen en ringen, ingevolge het 7e. art. der Staatsregeling. Den Haag 1798. |
Natuur & cultuur I
Bolten, J. (intr.), Humbert de Superville, virtuoos en geleerde (1770-1849). Leiden 1996-1997. |
Bosch, A. van en G.P. van de Ven, ‘Rivierverbetering’. In: H.W. Lintsen (red.), Geschiedenis van de techniek in Nederland, dl. 2. Zutphen 1993, 102-127. |
Conrad, F.W., A. Blanken en S. Kros, Rapport wegens het onderzoek omtrent eene uitwatering te Catwijk aan Zee, gedaan in 1802 [...]. Haarlem 1803. |
Corbin, A., Pestdamp en bloesemgeur. Een geschiedenis van de reuk. Nijmegen 1986. |
Dumas, C. (red.), In helder licht. Abraham en Jacob van Strij. Enschede/Zwolle 2000. |
Ewijk, H., Geschiedkundig verslag der dijkbreuken en overstroomingen langs de rivieren in het koningrijk Holland voorgevallen in de louwmaand MDCCCIX. [Amsterdam 1809]. |
Grosfeld, J.F. en E. van Manen, ‘Gesigt in 't Dok’. Hellevoetsluis 1983. |
Jansen, P.C., e.a. (red.), De physieke existentie dezes lands. Jan Blanken, Inspecteur-Generaal van de Waterstaat (1755-1838). Beetsterzwaag 1987. |
Jong, J.A.B.M. de, Hendrik Hoogers, patriot en kunstenaar 1747-1814. Zaltbommel 1969. |
Koolhaas-Grosfeld, E.A., Wouter van Troostwijk 1782-1810, schilder, tekenaar en ester. (M.m.v.E. van Uitert.) Den Haag 1998. |
Krabbe, C.P., Ambacht-kunst-wetenschap. Bevordering van de bouwkunst in Nederland (1775-1880). Zwolle 1998. |
Loos, W., e.a. (red.), Langs velden en wegen. De verbeelding van het landschap in de 18de en 19de eeuw. Blaricum 1997. |
Loosjes, A., Katwijk's zomertogtje. Haarlem 1805. |
Mooij, A., De polsslag van de stad. 350 Jaar academische geneeskunde in Amsterdam. Amsterdam 1999. |
Paets van Troostwijk, A. en J.R. Deiman, Verhandeling over het nut van den groei der boomen en planten, tot zuivering der lucht. Amsterdam 1780. |
Publicatie van het Uitvoerend Bewind der Bataafsche Republiek betreffende een inzameling door de geheele Bataafsche Republiek, [...] Den 22. Maart 1799. Den Haag 1799. |
Roegholt, A., ‘Driehonderd jaar Plantage’. In:. A. Roegholt e.a., Wonen en wetenschap in de Plantage. Amsterdam 1982. |
Rooijen, M. van, De wortels van het stedelijk groen. Utrecht 1990. |
Sentis-Senden, L., ‘De aanleg van een uitwatering te Katwijk’. In: De uitwateringssluizen van Katwijk 14-4-1984. Leiden 1983, 18-31. |
Swigchem, C.A. van, Abraham van der Hart 1747-1820. Architect Stadsbouwmeester van Amsterdam. Amsterdam 1965. |
Ven, G.P. van de en A.M.A.J. Driessen, Niets is bestendig. De geschiedenis van de rivieroverstromingen in Nederland. Utrecht 1995. |
Verzameling van stukken, betrekkelijk de aanstelling eener Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht de Amsterdam. Amsterdam 1798. |
Woud, A. van der, Het lege land. De ruimtelijke orde van Nederland 1798-1848. Amsterdam 1987. |
Zillesen, C., Beschrijving van den watersnood van het jaar MDCCXCIX in verscheidene gedeelten van ons vaderland door ijsverstoppingen veroorzaakt. Amsterdam 1800. |
Zon, H. van, ‘Openbare hygiëne’. In: H.W. Lintsen (red.), Geschiedenis van de techniek in Nederland, dl 2. Zutphen 1993, 47-81. |
Natuur & cultuur II
[Berg, A. van den], ‘Geografie van Veluwe’. In: A.N. Paasman (ed.), Veluws verleden. Ahasverus van den Berg's ‘Geografie van Veluwe’ (1796). Zutphen 1974. |
Buijnsters-Smets, L., ‘Hollandse buitenplaatsen anno 1797. Een album van vierentwintig gekleurde “Printtekeningen” door H. Numan’. In: Antiek 14 (1979-80), 245-259. |
Buis, J., Historia Forestis. Nederlandse bosgeschiedenis, dl. 2. Utrecht 1985. |
Eck, C. van, ‘To move, to melt and elevate the mind, het schilderachtige en de retorica’. In: C. van Eck, J. van den Eynde en W. van Leeuwen (red.), Het schilderachtige in de Nederlandse kunsttheorie en architectuur, 1650-1900. Amsterdam 1994, 45-54. |
Hirschfeld, C.C.L., Aanmerkingen over de landhuizen en tuinkunst. Utrecht 1779. |
Hogendorp, G.K. van, Aantekeningen op Adrichem en Gedagten over Adrichem [manuscript 1795-1800]. Den Haag, Algemeen Rijksarchief. |
Jong, E. de, ‘“Schoon en Schilderagtig”. De landschappelijke tuinstijl’. In: F. Grijzenhout en C. Tuyll van Serooskerken
|
| |
| |
(red.), Edele Eenvoud. Neo-classicisme in Nederland 1765-1800. Zwolle 1989, 73-87. |
Koolhaas-Grosfeld, E.A., ‘Van de tuin naar de wildernis. Over de waardering voor de natuur en het landschap in Nederland in de achttiende eeuw’. In: W. Loos e.a. (red.), Langs velden en wegen. De verbeelding van het landschap in de 18de en 19de eeuw. Blaricum 1997, 47-71. |
Krauss, J.C., Afbeeldingen der fraaiste, meest uitheemsche boomen en heesters die tot versiering van Engelsche bosschen en tuinen op onze grond kunnen geplant en gekweekt worden. Amsterdam 1802-[1808]. |
Laar, G. van, Magazijn van tuin-sieraden of Verzameling van modellen van aanleg en sieraad voor groote en kleine lust-hoven, voornamelijk van dezulke die met weinig kosten te maaken zijn. Amsterdam 1802. |
Martinet, J.F., Katechismus der natuur. 4 dln. Amsterdam 1777-1779. |
Mehrtens, U.M. en H.M.J. Tromp, De aanleg van Biljoen en Beekhuizen in de tijd van J.F.W. baron van Spaen van Biljoen. Zeist 1984. |
Nederlandse tuinen in de achttiende eeuw. (Themanummer Werkgroep Achttiende Eeuw.) Amsterdam/Maarssen 1987. |
Paasman, A.M., J.F. Martinet. Een Zutphens filosoof in de achttiende eeuw. Zutphen 1971. |
Poel, J.M.G. van der, ‘Landbouw in de Noordelijke Nederlanden 1770-1840’. In: Algemene Geschiedenis der Nederlanden, dl. X. Haarlem 1981, 159-182. |
Tromp, H.M.J., ‘A Dutchman's visits to some English gardens in 1791’. In: Journal of garden history 2 (1982), 41-58. |
Tromp, H.M.J., Elswout te Overveen. Zeist 1983. |
Tromp, H.M.J., ‘Groene bouwstenen: aandacht voor een wereld die verloren gaat. Dendrologisch onderzoek op historische buitenplaatsen’. In: De woonstede door de eeuwen heen (1999) nr. 122, 23-30. |
Voorhelm Schneevogt, G., Icones plantarum rariorum. Haarlem 1793-1795. |
Vooys, A.C. de, ‘Geografie van de Noordelijke Nederlanden 1770-heden’. In: Algemene Geschiedenis der Nederlanden, dl. X. Haarlem 1981, 22-46. |
Wyck, jhr. H.W.M. van der, De Nederlandse buitenplaats. Alphen aan den Rijn 1983. |
Zappey, W.M., De economische en politieke werkzaamheid van Johannes Goldberg. Alphen aan den Rijn 1967. |
Zappey, W.M., ‘Levensberigt van Jan Kops’. In: Economischen sociaal-historisch jaarboek 33 (1971), 119-166. |
Een nieuw beeld van Nederland
Arnolli, G., H. Cammel, I. Grunnill, e.a. (red.), Kostuum. Relaties: mode en streekdracht. Z.p. 2000. |
Bol, L.J., ‘Jacobus Perkois, “kunstteekenaar”’. In: Nederlands kunsthistorisch jaarboek 21 (1970), 257-300. |
Burke, P., Popular culture in early modern Europe. New York 1978. |
Cieraad, I., De elitaire verbeelding van volk en massa. Een studie over cultuur. Muiderberg 1988. |
Eijnden, R. van en A. van der Willigen, Geschiedenis der vaderlandsche schilderkunst. Haarlem 1816-1840. |
Feltz, A.C.A.W. baron van der, Charles Howard Hodges 1764-1837. Assen 1982. |
Frijhoff, W., ‘Het zelfbeeld van de Nederlander in de achttiende eeuw: een inleiding’. In: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 24 (1992), 5-28. |
Frijhoff, W., ‘Volkskundigen vóór de volkskunde?’ In: T. Dekker, P. Post en H. Roodenburg (red.), Antiquaren, liefhebbers en professoren [...]. Amsterdam 1994 (Volkskundig Bulletin 20, 3), 245-267. |
Francq van Berkheij, J. le, Natuurlijke historie van Holland. Amsterdam 1769-1811, dl. III, eerste en tweede stuk. |
Haga, M.D. en A. van Schendel, Jacob Ernst Marcus. Graveur en tekenaar. Willemstad/Aruba/Amsterdam 1972. |
Hamelsveld, IJ. van, De zedelijke toestand der Nederlandsche natie, op het einde der achttiende eeuw. Amsterdam 1791. |
Kabinet van mode en smaak. Haarlem 1791-1794. |
Kempers, B. (red.), Openbaring en bedrog. De afbeelding als historische bron in de Lage Landen. Amsterdam 1995. |
Knoef, J., Tusschen Rococo en Romantiek. 's-Gravenhage 1943. |
Landwehr, J., Studies in Dutch Books with Coloured Plates Published 1662-1875, Natural History, Topography and Travel, Costumes and Uniforms. Den Haag 1976. |
Leerssen, J.Th., ‘Over nationale identiteit’. In: Theoretische Geschiedenis XV (1988), 417-430. |
Leerssen, J.Th., ‘Culturele identiteit en nationale beeldvorming’. In: J.C.H. Blom e.a. (red.), De onmacht van het grote: cultuur in Europa. Amsterdam 1993, 7-19. |
Maaskamp, E., Afbeeldingen van kleeding, zeden en gewoonten in de Bataafsche Republiek. Amsterdam 1803-1807. |
Meijer Drees, M., Andere landen, andere mensen. De beeldvorming van Holland versus Spanje en Engeland omstreeks 1650. Den Haag 1997. |
Rooijakkers, G., ‘Dragers van traditie? Klederdracht als culturele constructie’. In: D. Verhoeven e.a. (red.), Van klederdracht naar kleedgedrag. Het kostuum Harer Majesteits onderdanen 1898-1998. Nijmegen 1998, 173-189. |
Rupnow, D., ‘Laconicum Europae Speculum - Stereotype ohne Schimpf und Vorurteil?’. In: F.K. Stanzel (red.), Europäischer Völkerspiegel. Imagologisch-etnographische Studien zu den Völkertafeln des frühen 18. Jahrhunderts. Heidelberg 1999, 75-95. |
Sas, N.C.F. van, ‘Vaderlandsliefde, nationalisme en vaderlands gevoel in Nederland, 1770-1830’. In: Tijdschrift voor Geschiedenis 102 (1989), 471-495. |
Sas, N.C.F. van, Talen van het vaderland. Over patriottisme en nationalisme. Amsterdam 1995. |
Sas, N.C.F. van (red.), Vaderland. Een geschiedenis vanaf de vijftiende eeuw tot 1940. Amsterdam 1999. |
Zoete, J. de (red.), De techniek van de Nederlandse boekillustratie in de 19e eeuw. Amstelveen 1995. |
Leren spelenderwijs
Alphen, H. van, Proeve van kleine gedigten voor kinderen. Utrecht 1782. |
Bekkering, H., e.a. (red.), De hele Bibelebontse berg. De geschiedenis van het kinderboek in Nederland & Vlaanderen van de middeleeuwen tot heden. Amsterdam 1989. |
[Bendorp, H.], ‘Voorafgaand bericht’ bij Vaderlandsch historiespel. Amsterdam 1787. |
Buijnsters, P.J. en L. Buijnsters-Smets, Bibliografie van Nederlandse school- en kinderboeken 1700-1800. Zwolle 1997. |
Buijnsters, P.J., ‘Het Nederlandse “scrapbook” 1775-1900’. In: Antiek (1996), 50-58. |
Buijnsters, P.J., ‘Traditie en vernieuwing. Nederlandse ABC-boeken uit de achttiende eeuw’. In: J. van der Linden, A. de Vries en D. Welsink (red.), A is een aapje. Opstellen over ABC-boeken van de vijftiende eeuw tot heden. Amsterdam 1995, 55-73. |
Dekker, R., Uit de schaduw in 't grote licht. Kinderen in egodocumenten van de Gouden Eeuw tot de Romantiek. Amsterdam 1995. |
Dongelmans, B., e.a. (red.), Tot volle waschdom. Bijdragen aan de geschiedenis van de kinder- en jeugdliteratuur. Den Haag 2000. |
Eeghen, I.H. van, ‘In mijn journaal gezet’. Amsterdam 1805-1808. Het getekende dagboek van Christiaan Andriessen. Amsterdam/Alphen aan den Rijn 1983. |
Francq van Berkheij, J. le, Natuurlijke historie van Holland. Amsterdam, 1769-1811, dl. III, derde stuk. |
| |
| |
Frijhoff, W., F. Grijzenhout en M. Knuijt, Een groot gedruis en eene onbesuisde vrolijkheit. Feesten in de 18de eeuw. Leiden 1996. |
Grijzenhout, F., Feesten voor het vaderland. Patriotse en Bataafse feesten 1780-1806. Zwolle 1989. |
Groenendijk, L.F., ‘Kansspelen in het ethische discours van gereformeerde theologen in de Noordelijke Nederlanden’. In: De zeventiende eeuw 15 (1999), 74-85. |
Houtgraaf, W., ‘Voorberigt en plan van het werk’ bij Prenteboek voor kinderen. Z.p.z.j. (Amsterdam Universiteitsbibliotheek). |
Knolle, P. en A. Martis, ‘De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en het tekenonderwijs 1785-1900’. In: W.W. Mijnhardt en A.J. Wichers (red.), Om het algemeen volksgeluk. Twee eeuwen particulier initiatief 1784-1984. Edam 1984, 263-296. |
Koolhaas-Grosfeld, E.A., Vader & Zoons. Jacob de Vos Wzn. (1774-1844) en de getekende dagboekjes voor zijn kinderen. Hilversum 2001. |
Lenders, J., De burger en de volksschool. Culturele en mentale achtergronden van een onderwijshervoorming. Nederland 1780-1850. Nijmegen 1988. |
Locke, J., Over de opvoeding der kinderen. Amsterdam 1753 (vertaling P.A. Verwer). |
Philantrope, ‘Over den wedloop op schaatsen, door vrouwen, om een gouden oorijzer, gehouden in januarij 1809’. In: Algemeene vaderlandsche letter-oefeningen (1809), II, p. 87-91 en 379-388. |
Plumb, J.H., ‘The New World of Children’. In: N. McKendrick, J. Brewer, J.H. Plumb, The Birth of a Consumer Society. The Commercialization of Eighteenth-Century England. Londen 1982, 286-316. |
Reis door Holland in de jaren 1807-1812. Amsterdam [ca. 1813]. |
Schuppen, N. van, ‘Van vrouwenvermaak tot damesrekreatie. Een overzicht van de nederlandse ontwikkeling van sportbeoefening door vrouwen in de negentiende eeuw’. In: Jaarboek van vrouwengeschiedenis. Nijmegen 1980, 12-45. |
[Swildens, J.H.], Vaderlandsch A B boek voor de Nederlandsche jeugd. Amsterdam 1781. |
Tilborgh, L. van en A. Hoogenboom, Tekenen destijds. Utrechts tekenonderwijs in de 18e en 19e eeuw. Utrecht/Antwerpen 1982. |
Wolff, B., Proeve over de opvoeding. Ed. H.C de Wolf. Amsterdam/Meppel 1977. |
Tentoonstellingen 1808-1813
[Anoniem] ‘Ten-toon-stelling der schilderijen, in het Kon. Paleis’. In: Algemeene konst- en letterbode (1808), II, 292-295; 307-311. |
Albach, B. en P. Blom, ‘Uit in Amsterdam. Van schouwburgen en kermissen tussen 1780 en 1813’. In: P. Blom e.a. (red.), La France aux Pays Bas. Invloeden in het verleden. Vianen 1985, 89-151. |
Bergvelt, E., ‘De élèves-pensionnaires van koning Lodewijk Napoleon. (...)’. In: E. Bergvelt, D. Dekkers, E. de Jong, Reizen naar Rome/Paesaggisti ed altri artisti Olandesi a Roma intorno al 1800. Haarlem/Rome, 1984-1985, 45-77. |
Eliëns, T.M., Kunst, nijverheid, kunstnijverheid. De nationale nijverheidstentoonstelling als spiegel van de Nederlandse kunstnijverheid in de negentiende eeuw. Zutphen 1990. |
Fokke Simonsz., A., De Amsterdamsche kermis, in derzelver oirsprong, voortgang en tegenwoordige staat beschouwd [...]. Haarlem 1801. |
Fokke Simonsz., A., ‘Schilderkunstige beschouwing van het panorama der stad Amsterdam, gemaald door Prevost’. In: Algemeene vaderlandsche letter-oefeningen (1806), II, 329-333. |
Gerlagh, B. en E.A. Koolhaas-Grosfeld, Egbert van Drielst 1745-1818. Zwolle 1995. |
Grijzenhout, F., Een koninklijk museum. Lodewijk Napoleon en het Rijksmuseum 1806-1810. Zwolle/Amsterdam 1999. |
Hoogenboom, A., ‘De rijksoverheid en de moderne beeldende kunst in Nederland, 1795-1848’. In: A. Hoogenboom, H. van Dulken, T. Gubbels, Kunst en beleid in Nederland. Amsterdam 1985, 13-79. |
Hoogenboom, A., De stand des kunstenaars. De positie van kunstschilders in Nederland in de eerste helft van de negentiende eeuw. Dissertatie Utrecht 1991. |
Keyser, M., Komt dat zien! De Amsterdamse kermis in de negentiende eeuw. Amsterdam/Rotterdam 1976. |
Knoef, J., ‘De kunsttentoonstelling van 1808 en wat haar voorafging’. In: J. Knoef, Tusschen rococo en romantiek. 's-Gravenhage 1943, 135-152. |
Koolhaas-Grosfeld, E.A. en A. Ouwerkerk, ‘Bibliografie van vroeg negentiende-eeuwse Nederlandse kunstkritieken’. In: Oud Holland 97 (1983). |
Koolhaas-Grosfeld, E.A., Wouter van Troostwijk 1782-1810, schilder, tekenaar en etser. (M.m.v.E. van Uitert.) Monografie 5, Openbaar kunstbezit. Den Haag 1998. |
Lehmann, A.-S., ‘Vriendelijke gebaren’. In: Kunstschrift (1999) 2, 10-20. |
Meerman, J., Aanspraak van den Directeur-Generaal der weetenschappen en kunsten, bij de uitdeeling der koninklijke prijzen van schilder- en graveerkunst. Amsterdam 1809. |
Meerman, J., ‘Tentoonstelling van schilderijen te Amsterdam in 1810’. In: Algemeene konst- en letterbode (1811), I, 76-79, 90-93 en 124-127. |
Ouwerkerk, A., Tussen kunst en publiek. Dissertatie Leiden 2002. |
Tilborgh, L. van en G. Jansen, Op zoek naar de Gouden Eeuw. Nederlandse schilderkunst 1800-1850. Zwolle 1986. |
[Vries, J. de], ‘Beschouwing van de tentoonstelling der kunstwerken van nog in leven zijnde Hollandsche meesters, in september en october 1813, te Amsterdam’. Amsterdam 1813. |
Vries, J. de, ‘Iets over den kunstschilder Wouter Johannes van Troostwijk’. In: E. Koolhaas-Grosfeld, Wouter van Troostwijk. Den Haag 1998, 51-55. |
Hoofdstuk 18 Cultureel prestige en cultuurbeleid
Feith, R. en J. Kantelaar, ‘Voorbericht’. Bij: Bydragen ter bevordering der schoone kunsten en wetenschappen. Amsterdam 1793. |
Grabner, J., Brieven over de Vereenigde Nederlanden. Haarlem 1792. |
Klein, P.W. en M.A.V. Klein-Meijer, De wereld van de Koninklijke Bibliotheek 1798-1998. Van statelijke institutie tot culturele onderneming. Amsterdam 1998. |
Knolle, P., ‘“Het kunstkarakter onzer schildernatie”. Nationale én internationale oriëntatie bij het stimuleren van de “Hollandse school” 1750-1820’. In: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 24 (1992), 121-139. |
Otterspeer, W., De wiekslag van hun geest. De Leidse universiteit in de negentiende eeuw. 's-Gravenhage 1992. |
Polenz, P. von, Deutsche Sprachgeschichte vom Spätmittelalter bis zur Gegenwart, dl. 2. Berlijn/New York 1994. |
Pots, R., Cultuur, koningen en democraten. Overheid en cultuur in Nederland. Nijmegen 2000. |
Roelevink, J., ‘Het Babel van de geleerden. Latijn in het Nederlandse universitaire onderwijs van de achttiende en de negentiende eeuw’. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1989-1990 (1991), 33-43. |
Roelevink, J., Gedicteerd verleden: het onderwijs in de algemene geschiedenis aan de Universiteit te Utrecht, 1735-1839. Amsterdam 1986. |
Sas, N.C.F. van, ‘Barbarisme of beschaving. Rondom de stichting van een nationale bibliotheek in 1798’. In: Jaarboek
|
| |
| |
voor Nederlandse boekgeschiedenis 4 (1997), 57-74. |
Uyen, M., ‘De Parnasse in het Journal litéraire tomes I-XVI (1713-1730). De Franse letteren in een Haags tijdschrift’. In: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 18 (1986), 249-266. |
Hoofdstuk 19 Een nationale taal
Bakker, D.M. en G.R.W. Dibbets (red.), Geschiedenis van de Nederlandse taalkunde. Den Bosch 1977. |
Balibar, R. en D. Laporte, Le français national. Politique et pratique de la langue nationale sous la Révolution. Parijs 1974. |
Bilderdijk, W., Voorlezingen over de Hollandsche taal, nagelaten door Willem Bilderdijk. Ed. A. de Jager. Arnhem 1875. |
Bosch, J., H.W. Groenevelt en M. van Hattum (red.), Mr. W. Bilderdijk's briefwisseling 1795-1797. 2 dln. Utrecht 1988. |
Brummel, L., ‘De zorg voor kunsten en wetenschappen onder Lodewijk Napoleon’. In: Publicaties van het Genootschap voor Napoleontische studiën 1 (1951), 11-26. |
Brunot, F., Histoire de la langue française des origines à nos jours, dl. 9. Parijs 1905. |
Buck, H. de, De studie van het Middelnederlandsch tot in het midden der negentiende eeuw. Groningen/Den Haag 1931. |
Frijhoff, W.Th.M., ‘Verfransing? Franse taal en Nederlandse cultuur tot in de revolutietijd’. In: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden 104 (1989), 592-609. |
Gerretzen, J.G., Schola Hemsterhusiana. De herleving der Grieksche studiën aan de Nederlandsche universiteiten in de achttiende eeuw van Perizonius tot en met Valckenaer. Nijmegen/Utrecht 1940. |
Huizinga, J., ‘Van instituut tot akademie’. In: Verzamelde Werken, dl. VIII. Haarlem 1951, 426-449. |
Jager, A. de, Nieuw archief voor Nederlandsche taalkunde 5 (1855-1856). |
Kernan, A., Printing Technology, Letters & Samuel Johnson. New York 1987. |
Kopp, D., ‘(Deutsche) Philologie und Erziehungssystem’. In: J. Fohrmann en W. Vosskamp (red.), Wissenschaftsgeschichte der Germanistik im 19. Jahrhundert. Stuttgart/Weimar 1994, 669-741. |
Lenders, J., De burger en de volksschool. Culturele en mentale achtergronden van een onderwijshervorming, Nederland 1780-1850. Nijmegen 1988. |
Muller, S., ‘Levensbericht van Matthijs Siegenbeek’. In: Handelingen der jaarlijksche algemeene vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leyden. Leiden 1855, 83-135. |
Noordegraaf, J., Norm, geest en geschiedenis. Nederlandse taalkunde in de negentiende eeuw. Dordrecht/Cinnaminson 1985. |
Noordegraaf, J., Voorlopig verleden. Taalkundige plaatsbepalingen, 1797-1960. Münster 1997. |
Noordegraaf, J., ‘Nationalistische tendensen in de Nederlandse taalkunde’. In: Eigen en vreemd. Identiteit en ontlening in taal, literatuur en beeldende kunst. Handelingen van het 39ste Nederlands Filologencongres. Amsterdam 1987, 121-134. |
Opstelten, G.E. (red.), Brieven van Mr. A.C.W. Staring. 2 dln. Haarlem 1916. |
Polenz, P. von, Deutsche Sprachgeschichte vom Spätmittelalter bis zur Gegenwart, dl. 2. Berlijn/New York 1994. |
Reid, M., ‘1791, 13 January: The National Assembly, Abolishing Royal Censorship, Establishes the Freedom of the Stage. Language under Revolutionary Pressure’. In: D. Hollier (red.), A New History of French Literature. Cambridge/Londen 1989, 572-579. |
Roodenburg, H., ‘Tussen “volksgeest” en “volksverheffing”. Over volkskunde en nationale identiteit aan het begin van de negentiende eeuw’. In: Volkskundig bulletin 20 (1994), 268-289. |
Siegenbeek, M., Redevoering over het openbaar onderwijs in de Nederduitsche welsprekendheid. Ed. K. Korevaart. Hilversum 1997. |
Tydeman, M., ‘Vertoog over de dienstigste middelen ter verbetering der Nederduitsche taal’. In: Proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde door het genootschap Dulces Ante Omnia Musae, dl. 1. Utrecht 1775, 15-20. |
Wille, J., De literator Rijklof Michaël van Goens en zijn kring. Studiën over de achttiende eeuw, dl. 1. Zutphen 1937. |
Ypey, A., Beknopte geschiedenis der Nederlandsche tale. 2 dln. Utrecht 1812. |
Hoofdstuk 20 Wetenschap, wetenschapsbeoefening, wetenschapsbeleid
Berg, W. van den, ‘De tweede klasse: een afdeling met een problematische missie (1808-1816)’. In: W.P. Gerritsen (red.), Het Koninklijk Instituut (1808-1851) en de bevordering van wetenschap en kunst. Amsterdam 1997, 61-88. |
Bierens de Haan, J.A., De Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen 1752-1952. Haarlem 1952. |
Bruijn, J.G. de, Inventaris van de prijsvragen uitgeschreven door de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen 1753-1917. Groningen 1977. |
Fritschy, W., De patriotten en de financiën van de Bataafse Republiek. 's-Gravenhage 1988. |
Gerritsen, W.P., ‘Inleiding’. In: W.P. Gerritsen (red.), Het Koninklijk Instituut (1808-1851) en de bevordering van wetenschap en kunst. Amsterdam 1997. |
Huizinga, J., ‘Van instituut tot akademie’. In: Verzamelde Werken, dl. viii. Haarlem 1951, 426-449. |
Johannes, G.J., De barometer van de smaak: tijdschriften in Nederland 1770-1830. Den Haag 1995. |
Mijnhardt, W.W., Tot heil van 't menschdom: culturele genootschappen in Nederland, 1750-1815. Amsterdam 1987. |
Mijnhardt, W.W., ‘“Het Volk van Nederland eischt verlichting”: Franse hervormingsijver en Nederlandse wetenschapsbeoefening (1795-1815)’. In: W.P. Gerritsen (red.), Het Koninklijk Instituut (1808-1851) en de bevordering van wetenschap en kunst. Amsterdam 1997, 11-38. |
Ontwerp van Constitutie van 1797: de behandeling van het Plan van Constitutie in de Nationale Vergadering. Ed. L. de Gou. 3 dln. 's-Gravenhage 1983-1985. |
Plan van Constitutie, in 1796: chronologische bewerking van het archief van de eerste Constitutiecommissie ingesteld bij decreet van de Nationale Vergadering van 15 maart 1796. Ed. L. de Gou. 's-Gravenhage 1975. |
Staatsregeling van 1798: bronnen voor de tot stand koming. Ed. L. de Gou. 's-Gravenhage 1988-1990. |
Swinden, J.H. van, ‘Proces Verbaal van de eerste Algemeene Vergadering van het Koninklijk Instituut’ (RANH, KNIW). |
Visser, R.P.W., ‘De Eerste Klasse van het Koninklijk Instituut: de natuurwetenschappen tussen nut en geleerdheid’. In: W.P. Gerritsen (red.), Het Koninklijk Instituut (1808-1851) en de bevordering van wetenschap en kunst. Amsterdam 1997, 39-61. |
Wille, J., De literator Rijklof Michaël van Goens en zijn kring. Studiën over de achttiende eeuw, dl. 1. Zutphen 1937. |
Hoofdstuk 21 Letterkunde: regels, gevoel, idee
Berg, W. van den, ‘Het literaire genootschapsleven in de eerste helft van de negentiende eeuw’. In: W. van den Berg en P. van Zonneveld (red.), Nederlandse literatuur van de negentiende eeuw. Twaalf verkenningen. Utrecht 1986, 12-45. |
Berg, W. van den, ‘Sociabiliteit, genootschappelijkheid en de orale cultus’. In: M. Spies (red.), Historische letterkunde. Facetten van vakbeoefening. Groningen 1984, 151-170. |
Bilderdijk, W., De kunst der poëzy. Ed. W. van den Berg en J.J. Kloek. Amsterdam 1995. |
| |
| |
Buijnsters, P.J., Hieronymus van Alphen (1746-1803). Assen 1973. |
Buijnsters, P.J., Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van ‘Het graf’. Assen 1963. |
Deugd, C. de, Het metafysisch grondpatroon van het romantische literaire denken. De fenomenologie van een geestesgesteldheid. Groningen 1966. |
Dichterlyke gedachten-beelden. Amsterdam 1801. |
Dichtoeffeningen van het kunstlievend genootschap, onder de zinspreuk Studium Scientiarum Genitrix, dl. 1. Rotterdam 1776. |
Eijnatten, J. van, Hogere sferen. De ideeënwereld van Willem Bilderdijk (1756-1831). Hilversum 1998. |
Feith, R., Brieven over verscheiden onderwerpen. 6 dln. Amsterdam 1784-1793. |
Feith, R., Oden en gedichten, dl. 1. Amsterdam 1796. |
Hanou, A.J., ‘Literaire en politieke vrijheidsstrijd 1780-1800: raakvlakken?’. In: De achttiende eeuw 28 (1996), 61-74. |
Hanou, A.J., ‘De literator als politiek commentator. Het geval: Janus (1787)’. In: Spektator 19 (1989-90), 35-72. |
Hanou, A.J., Sluiers van Isis. Johannes Kinker als voorvechter van de Verlichting, in de vrijmetselarij en andere Nederlandse genootschappen, 1790-1845. 2 dln. Deventer 1988. |
Hattum, M. van, Jan Fredrik Helmers (1767-1831). Leven en werk van een Amsterdamse wereldburger. Amsterdam 1996. |
Helmers, J.F., Gedichten. 2 dln. Amsterdam 1809-1810. |
Helmers, J.F., De Hollandsche natie, in zes zangen. Den Haag 1812. |
Höweler, H.A., ‘Uit de geschiedenis van het Haagsche dichtgenootschap “Kunstliefde spaart geen vlijt” 1772-1818’. In: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde 56 (1937), 97-184. |
Huygens, G.W., Hendrik Tollens. De dichter van de burgerij. Een biografie en tijdsbeeld. Rotterdam/'s-Gravenhage 1972. |
Johannes, G.J., Geduchte verbeeldingskracht! Een onderzoek naar het literaire denken over de verbeelding - van Van Alphen tot Verwey. Z.p. 1992. |
Kloek, J.J., ‘Letteren en landsbelang’. In: F. Grijzenhout, W.W. Mijnhardt en N.C.F. van Sas (red.), Voor vaderland en vrijheid. De revolutie van de patriotten. Amsterdam 1987, 81-95. |
Krol, E.J., De smaak der natie: opvattingen over huiselijkheid in de Noord-Nederlandse poëzie van 1800 tot 1840. Hilversum 1997. |
Kruseman, A.C., De Fransche wetten op de Hollandsche drukpers 1806 tot 1814. Amsterdam 1889. |
Loots, C., Gedichten. 4 dln. Amsterdam 1816-1817. |
Meyer, M. de, De volks- en kinderprent in de Nederlanden van de 15e tot de 20e eeuw. Antwerpen/Amsterdam 1962. |
Nijland, J.A., Leven en werken van Jacobus Bellamy (1757-1786). 2 dln. Leiden 1917. |
Oosterholt, J.Th.W., De ware dichter. De vaderlandse poëticale discussie in de periode 1775-1825. Z.p. 1998. |
Oostrum, Wa.R.D. van, ‘Honneurs aux dames? J.C. de Lannoy en de heren van KSGV’. In: De nieuwe taalgids 88 (1995), 307-322. |
Oostrum, Wa.R.D. van, ‘Vrouwen in achttiende-eeuwse dichtgenootschappen’. In: Vooys 14 (1996) nr. 2, 13-18. |
Paape, G., Mijne vrolijke wijsgeerte in mijne ballingschap. Ed. P. Altena. Hilversum 1996. |
Post, E.M., Voor eenzaamen. Amsterdam 1789. |
Singeling, C.B.F., Gezellige schrijvers: aspecten van letterkundige genootschappelijkheid in Nederland, 1750-1800. Amsterdam 1991. |
Smit, A., ‘Letter en lezer. De gothische letter in negentiendeeeuwse volkslectuur’. In: De negentiende eeuw 14 (1990), 159-170. |
Tael- en dichtlievende oefeningen, van het genootschap ter spreuke voerende ‘Kunst Wordt door Arbeid Verkreegen’, en Prijsvaerzen, dl. 2. Leiden 1778. |
Thobokholt, B., Het taal- en dichtlievend genootschap ‘Kunst Wordt door Arbeid Verkreegen’ te Leiden, 1766-1800. Utrecht 1983. |
Tollens, H., Gedichten, dl. 1. Den Haag 1808. |
Vis, G.J., Johannes Kinker en zijn literaire theorie. Bijdrage tot een interpretatie van de voorredes bij zijn gedichten (1819-1821). Zwolle 1967. |
Vries, J. de, Proeve eener geschiedenis der Nederduitsche dichtkunde. 2 dln. Amsterdam 1810. |
Wolff-Bekker, E. en A. Deken, Gedichten en liedjens voor het vaderland; benevens eene aanspraak aan het Bataafsche volk. Den Haag 1798. |
Hoofdstuk 22 Letterkunde: karakter, canon, competitie
Arnim, L.A., ‘Von Volksliedern’. In: L.A. von Arnim en C. Brentano, Des Knaben Wunderhorn. Alte deutsche Lieder. Neue Ausgabe, dl. 1. Berlijn 1857, 443-479. |
Berg, W. van den, De ontwikkeling van de term ‘romantisch’ en zijn varianten in Nederland tot 1840. Assen 1973. |
Berg, W. van den, ‘Over het vaderschap van de Nederlandse literatuurgeschiedschrijving’. In: Literatuur 6 (1989), 320-324. |
Boheemen-Saaf, C. van, ‘The Fiction of (National) Identity: Literature and Ideology in the Dutch Republic’. In: M.C. Jacob en W.W. Mijnhardt (red.), The Dutch Republic in the Eighteenth Century: Decline, Enlightenment, and Revolution. Ithaca/Londen 1992, 241-252. |
Breekveldt, W.G.F., Pragmatiek van de roman. Een onderzoek naar aspecten van ‘Cornelia Wildschut’, roman in brieven door E. Wolff-Bekker en A. Deken. Amsterdam 1988. |
Buck, H. de, De studie van het Middelnederlandsch tot in het midden der negentiende eeuw. Groningen/Den Haag 1931. |
Buijnsters, P.J., ‘Kennis en waardering voor Middelnederlandse literatuur in de achttiende eeuw’. In: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw XVI/1 (1984), 39-58. |
Buijnsters, P.J., ‘Nederlandse literatuurgeschiedenis van de achttiende eeuw: oordeel en vooroordeel’. In: W.F.G. Breekveldt e.a. (red.), De achtervolging voortgezet. Opstellen over moderne letterkunde aangeboden aan Margaretha H. Schenkeveld. Amsterdam 1988, 40-61. |
Feith, R., Brieven over verscheiden onderwerpen. 6 dln. Amsterdam 1784-1793. |
Feith, R., ‘Voorbericht’. Bij: Alle de werken van Jacob Cats, dl. 1. Amsterdam 1790, I-XXIV. |
Glaser, H.A. (red.), Deutsche Literatur. Eine Sozialgeschichte, dl. 5: Zwischen Revolution und Restauration: Klassik, Romantik. Hamburg 1980. |
Haan, M.H. de, Adriaan Loosjes. Utrecht 1934. |
Johannes, G.J., De lof der aalbessen: over (Noord-)Nederlandse literatuurtheorie, literatuur en de consequenties van kleinschaligheid. Den Haag 1997. |
Kampen, N.G. van, Redevoering over den geest der Nederlandsche letterkunde, vergeleken met die van andere volken. Amsterdam 1830. |
Kloek, J.J., Een begrensd vaderland. De roman rond 1800 tussen nationaal karakter en internationale markt. Amsterdam 1997. |
Koopmans, J., ‘“Maurits Lijnslager” en z'n ideaal burgerschap’. In: J.H. van den Bosch en C.G.N. de Vooys (red.), Letterkundige studien van J. Koopmans over de negentiende eeuw. Amsterdam 1931, 1-46. |
Korpel, L.G., Over het nut en de wijze der vertalingen. Nederlandse vertaalreflectie (1750-1820) in een Westeuropees kader. Amsterdam/Atlanta 1992. |
Kruseman, A.C., De Fransche wetten op de Hollandsche drukpers 1806 tot 1814. Amsterdam 1889. |
Loosjes Pz, A., Het leven van Maurits Lijnslager. Eene Hollandsche familiegeschiedenis uit de zeventiende eeuw. 4 dln. 2e dr., Haarlem 1814. |
| |
| |
Mateboer, J., Bibliografie van het Nederlandstalig narratief fictioneel proza 1701-1800. Nieuwkoop 1996. |
Meijer, A., The Pure Language of the Heart. Sentimentalism in the Netherlands 1775-1800. Amsterdam/Atlanta 1998. |
Siegenbeek, M., ‘Betoog van den rijkdom en de voortreffelijkheid der Nederduitsche taal, en eene opgave der middelen om de toenemende verbastering van dezelve tegen te gaan’. In: Werken van de Bataafsche Maatschappij voor Taal- en Dichtkunde, dl. 5. Amsterdam 1810, 1-273. |
Siegenbeek, M., ‘Lierzang op Joost van Vondel’. In: Werken van de Bataafsche Maatschappij voor Taal- en Dichtkunde, dl. 1. Amsterdam 1804, 99-110. |
Siegenbeek, M., Redevoering over het openbaar onderwijs in de Nederduitsche welsprekendheid. Ed. K. Korevaart. Hilversum 1997. |
Siegenbeek, M., ‘Verhandeling over de dichterlijke verdiensten van Joost van den Vondel’. In: Werken van de Bataafsche Maatschappij voor Taal- en Dichtkunde, dl. 2. Amsterdam 1807, 35-108. |
Smedt, M. de, ‘Matthijs Siegenbeek (1774-1854) als literairhistoricus’. In: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 28 (1974), 49-81. |
Vis, G.J., ‘Van Groningen tot Luik. De beginjaren van het academisch handboek voor Nederlandse letterkunde en welsprekendheid’. In: De negentiende eeuw 12 (1988-89), 180-204. |
Vis, G.J., ‘Leiden ontzet, Leuven in last. Nederlandse letterkunde aan de universiteit, 1800-1850’. In: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 43 (1989) I, 141-167. |
Vries, J. de, Proeve eener geschiedenis der Nederduitsche dichtkunde. 2 dln. Amsterdam 1810. |
Wiel, J.R. van der, De geschiedenis in balkostuum. De historische roman in de Nederlandse literaire kritiek (1808-1874). Leuven/Apeldoorn 1999. |
Wiskerke, E.M., De waardering voor de zeventiende-eeuwse literatuur tussen 1780 en 1813. Hilversum 1995. |
Wolff-Bekker, E. en A. Deken, Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut; of, De gevolgen der opvoeding. 6 dln. Den Haag 1793-1796. |
Wolff-Bekker, E. en A. Deken, Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart. Ed. P.J. Buijnsters. 2 dln. Den Haag 1980. |
Wijn, H. van, Historische en letterkundige avondstonden. Amsterdam 1800. |
Hoofdstuk 23 Podiumkunsten
Backhuijs, E., ‘Wie aanschouwt dit zielroerend tafereel, en laat geen tranen vallen!’ Over de relatie tussen theorie van en neventekst in het Nederlands burgerlijk drama tussen 1760 en 1790. Utrecht 1999. |
Balfoort, D.J., Het muziekleven in Nederland in de 17de en 18de eeuw. 2e dr. Den Haag 1981. |
Feith, R., Ferdinand en Constantia. Amsterdam 1785. |
George, D.E.R., Deutsche Tragödientheorien vom Mittelalter bis zu Lessing. Texte und Kommentare. München 1972. |
Grabner, J., Brieven over de Vereenigde Nederlanden. Haarlem 1792. |
Gras, H.K., ‘De toneelgeschiedenis van Nederland is die van de Rotterdamse schouwburg’. Historisch tijdschrift Holland 32 (2000), 76-88. |
Gras, H.K., ‘Wat er aan de schouwburg vooraf ging: de wording en structuur van het veld van theatrale activiteit in Rotterdam vóór 1773’. Rotterdams Jaarboekje 1997, 152-212. |
Gras, H.K. en B. Pratasik, ‘Theateronderzoek in Nederland: een historiografische en bron-kritische verkenning aan de hand van Corvers Tooneel-Aantekeningen’. In: De achttiende eeuw 29 (1997), 107-125. |
Haas, A. de, De wetten van het treurspel. Over ernstig toneel in Nederland, 1770-1772. Hilversum 1998. |
‘Instructie voor den Agent der Nationale Opvoeding, waaronder begreepen is de Geneeskundige Staatsregeling, de vorming der nationale zeden, de bevordering van het openbaar onderwys en van kunsten en wetenschappen’. Bijlage bij: Besluiten der Eerste Kamer van het vertegenwoordigend lichaam des Bataafschen volks, dl. 3 (1e stuk). Den Haag 1798, 3-10. |
Klinkeberg, N., ‘Liefhebbers en meesters. Een samenspel tot bevordering der toonkunst 1770-1840’. Mededelingen van de stichting Jacob Campo Weyerman 22 (1999), 59-68. |
Klinkeberg, N., ‘Verenigd door de klanken der muziek alleen? Over muzikale genootschappen tussen 1770 en 1830’. In: P. van Reijen (red.), Hef aan! Bataaf! Beschouwingen over muziek en muziekleven in Nederland omstreeks 1795. Alphen aan den Rijn z.j., 33-53. |
Lieffering, A., De Franse Comedie in Den Haag 1749-1793. Opera, toneel en het stadhouderlijk hof in de Haagse stedelijke cultuur. Dissertatie Utrecht 1999. |
Mijnhardt, W.W., Over de consumptie van cultuur. Utrecht 1992. |
‘Over de beoefening der muzijk in Nederland’. In: Magazijn voor schilder- en toonkunst, dl. 2 (1828), 100-135. |
Pikulik, L., Bürgerliches Trauerspiel und Empfindsamkeit. Keulen 1966. |
Pratasik, B., ‘De moeizame weg van het theaterleven in de provincie in de 18e eeuw’. Historisch tijdschrift Holland 29 (1997), 226-239. |
Robbers, J., Verhandeling over het nationaal Nederlandsch gezang, in twee voorlezingen, gedaan in de Rotterdamsche letterkundige maatschappij: Verscheidenheid en Overeenstemming. Rotterdam 1820. |
Stijl, S., Het leven van Jan Punt. Amsterdam 1781. |
Wierlacher, A., Das bürgerliche Drama. Seine theoretische Begründung im 18. Jahrhundert. München 1968. |
Wolff-Bekker, E. en A. Deken, Economische liedjes. 3 dln. Den Haag 1781. |
Wolff-Bekker, E. en A. Deken, Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart. Ed. P.J Buijnsters. 2 dln. Den Haag 1980. |
Worp, J.A., Geschiedenis van het drama en van het tooneel in Nederland. 2 dln. Groningen 1904-1908. |
Wijngaards, N.C.H., ‘Inleiding’. Bij: Bloemlezing uit het werk van Cornelius van Engelen (1726-1793). Zutphen 1972. |
Hoofdstuk 24 Schilderkunst, kunstbeleid, nationale smaak
Bergvelt, E., ‘De élèves-pensionnaires van koning Lodewijk Napoleon’. In: E. Bergvelt e.a. (red.), Reizen naar Rome. Italië als leerschool voor Nederlandse kunstenaars omstreeks 1800. Rome 1984, 45-79. |
Bergvelt, E.S., ‘Koning Willem I als verzamelaar, opdrachtgever en weldoener van de Noordnederlandse musea’. In: C.A. Tamse en E. Witte (red.), Staats- en natievorming in Willem I's koninkrijk (1815-1830). Brussel/Baarn 1992, 261-285. |
Bergvelt, E.S., Pantheon der Gouden Eeuw. Van Nationale Konst-Gallerij tot Rijksmuseum van Schilderijen (1798-1896). Zwolle 1998. |
Bergvelt, E.S., D.J. Meijers en M. Rijnders (red.), Verzamelen. Van rariteitenkabinet tot kunstmuseum. Heerlen 1993. |
Brenninkmeyer-de Rooy, B. en A. Hartkamp, ‘Oranjes erfgoed in het Mauritschuis. De lotgevallen van de collecties van het Huis van Oranje in de periode 1795-1816, en het mecenaat van Koning Willem I’. In: Oud Holland 102 (1988), 181-233. |
Brummel, L., ‘De zorg voor kunsten en wetenschappen onder Lodewijk Napoleon’. In: Publicaties van het
|
| |
| |
Genootschap voor Napoleontische Studiën 1 (1951), 11-26. |
Buijnsters, P.J., ‘Inleiding’. Bij: R. Feith, Het ideaal in de kunst. Zwolle 1967. |
Eeghen, I.H. van, ‘In mijn journaal gezet’. Amsterdam 1805-1808. Het getekende dagboek van Christiaan Andriessen. Amsterdam/Alphen aan den Rijn 1983. |
Engelberts, E.M., Verdediging van de eer der Hollandsche natie. Amsterdam 1762. |
Eynden, R. van, Andwoord op de vraag van Teylers Tweede Genootschap te Haarlem, voor den jaare 1782 uitgeschreven over den nationaalen smaak der Hollandse school in de teken- en schilderkunst. Haarlem 1787. |
Feith, R., Brieven over verscheiden onderwerpen, dl. 6. Amsterdam 1793. |
Fock, C.W., ‘De schilderijengalerij van Prins Willem V op het Buitenhof te Den Haag’. In: Antiek 11 (1976-77), 113-237. |
Grijzenhout, F., Een Koninklijk Museum. Lodewijk Napoleon en het Rijksmuseum 1806-1810. Zwolle/Amsterdam 1999. |
Grijzenhout, F., ‘Tempel voor Nederland. De Nationale Konst-Gallerij in 's-Gravenhage’. In: Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 35 (1984), 1-75. |
Helmers, J.F., De Hollandsche natie, in zes zangen. Den Haag 1812. |
Hoogenboom, A., ‘De rijksoverheid en de moderne beeldende kunst in Nederland 1795-1848’. In: H. van Dulken, T. Gubbels en A. Hoogenboom (red.), Kunst en beleid in Nederland. Amsterdam 1985, 13-79. |
Hoogenboom, A., De stand des kunstenaars. De positie van kunstschilders in Nederland in de eerste helft van de negentiende eeuw. Leiden 1993. |
‘Instructie voor den Agent der Nationale Opvoeding, waaronder begreepen is de Geneeskundige Staatsregeling, de vorming der nationale zeden, de bevordering van het openbaar onderwys en van kunsten en wetenschappen’. Bijlage bij: Besluiten der Eerste Kamer van het vertegenwoordigend lichaam des Bataafschen volks, dl. 3 (1e stuk). Den Haag 1798, 3-10. |
Knolle, P., ‘Dilettanten en hun rol in 18de-eeuwse Noordnederlandse tekenacademies’. In: Leids Kunsthistorisch Jaarboek 6 (1989), 289-301. |
Knolle, P., ‘Tekenacademies in de Noordelijke Nederlanden: de 17de en 18de eeuw’. In: M. van der Kamp e.a. (red.), De Lucaskrater. Historie en analyse van en meningen over het beeldende-kunstonderwijs aan de kunstacademies in Nederland. Assen 1984, 19-34. |
Koolhaas-Grosfeld, E.A., ‘The Business of Art in Eighteenth-Century Amsterdam: Painting as a Contribution to the Wealth of the Nation’. In: Eighteenth-Century Studies 31 (1997), 115-134. |
Koolhaas-Grosfeld, E.A., ‘Nationale versus goede smaak. Bevordering van nationale kunst in Nederland: 1780-1840’. In: Tijdschrift voor geschiedenis 95 (1982), 605-636. |
Koolhaas-Grosfeld, E.A., ‘Op zoek naar de Gouden Eeuw. De herontdekking van de 17de eeuwse Hollandse schilderkunst’. In: L. van Tilborgh en G. Jansen, Op zoek naar de Gouden Eeuw. Nederlandse schilderkunst 1800-1850. Zwolle 1986, 28-49. |
Koolhaas-Grosfeld, E.A. en S. de Vries, ‘Terug naar een roemrijk verleden. De zeventiende-eeuwse schilderkunst als voorbeeld voor de negentiende eeuw’. In: F. Grijzenhout en H. van Veen (red.), De Gouden Eeuw in perspectief. Het beeld van de Nederlandse zeventiende-eeuwse schilderkunst in later tijd. Nijmegen 1992, 107-139. |
Laurentius, Th., J.W. Niemeyer en G. Ploos van Amstel, Cornelis Ploos van Amstel, 1726-1798. Kunstverzamelaar en uitgever. Assen 1980. |
Loos, W., G. Jansen en W. Kloek, Het galante tijdperk. Schilderijen uit de collectie van het Rijksmuseum, 1700-1800. Amsterdam/Zwolle 1995. |
Meerman, J., Rapport aan Zijne Majesteit, wegens de ten toonstelling des voorigen jaars en de toewijzing der prijzen. In: Aanspraak van den directeur-generaal der weetenschappen en kunsten, bij de uitdeeling der koninklijke prijzen van schilder- en graveerkunst (...). Amsterdam 1809. |
Moes, E.W. en E. van Brema, De Nationale Konst-gallery en het Koninklijk Museum. Bijdrage tot de geschiedenis van het Rijksmuseum. Amsterdam 1909. |
Mijnhardt, W.W., Over de consumptie van cultuur. Utrecht 1992. |
Pots, R., Cultuur, koningen en democraten. Overheid en cultuur in Nederland. Nijmegen 2000. |
Verhandelingen, uitgegeven door Teylers Tweede Genootschap. Zeventiende stuk, opgevende de redenen van het kleine getal der Nederlandsche historieschilders, en de middelen om in dit gebrek te voorzien. Haarlem 1809. |
Hoofdstuk 25 Een nationaal forum
Bailyn, B., The Ideological Origins of the American Revolution. Cambridge 1967. |
Beliën, H.M., D. van der Horst en G.J. van Setten (red.), Nederlanders van het eerste uur. Het ontstaan van het moderne Nederland 1780-1830. Amsterdam 1996. |
Boels, H., Binnenlandse Zaken. 's-Gravenhage 1993. |
Brubaker, R., Citizenship and Nationhood in France and Germany. Cambridge 1992. |
Buijnsters, P.J., Wolff en Deken: een biografie. Leiden 1984. |
Colenbrander, H.T., Gedenkstukken der algemeene geschiedenis van Nederland, dl. 1. Den Haag 1905. |
Doedens, A., ‘De patriotse vluchtelingen’. In: F. Grijzenhout, W.W. Mijnhardt en N.C.F. van Sas (red.), Voor vaderland en vrijheid. De revolutie van de patriotten. Amsterdam 1987, 157-176. |
Gou, L. de, e.a., Grondwetgeving 1795-1806: voordrachten gehouden bij de presentatie van ‘De Staatsregeling van 1805 en de Constitutie van 1806: bronnen voor de tot stand koming’. Haarlem 1997. |
Haan, M.H. de, Adriaan Loosjes. Utrecht 1934. |
Haks, D., Huwelijk en gezin in Holland in de 17e en 18e eeuw. Assen 1982. |
Hunt, L. (red.), The French Revolution and Human Rights: a Brief Documentary History. Boston 1996. |
Jorissen, Th., ‘De Fransche tijd’. In: Historische Bladen, dl. 2. Haarlem 1889. |
Kley, D. van (red.), The French Idea of Freedom: the Old Regime and the Declaration of Rights of 1789. Stanford 1994. |
Mijnhardt, W.W., ‘Laurens Pieter van de Spiegel’. In: H.M. Beliën, D. van der Horst en G.J. van Setten (red.), Nederlanders van het eerste uur: het ontstaan van het moderne Nederland 1780-1830. Amsterdam 1996, 51-66. |
Ontwerp van Constitutie van 1797: de behandeling van het Plan van Constitutie in de Nationale Vergadering. Ed. L. de Gou. 3 dln. 's-Gravenhage 1983-1985. |
Paape, G., De onverbloemde geschiedenis van het Bataafsch patriottismus, van deszelfs begin tot op den 12 juni 1798. Delft z.j. |
Sas, N.C.F. van, ‘Scenario's voor een onvoltooide revolutie, 1795-1798’. In: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden 104 (1989), 622-637. |
Sas, N.C.F. van en H. te Velde (red.), De eeuw van de Grondwet. Grondwet en politiek in Nederland, 1798-1917. Deventer 1998. |
Sonsbeeck, J.W. van, Over het nadeel eener nationale conventie en de daaruit voortspruitende eenheid van bestuur voor de Nederlandsche Republiek. Middelburg 1795. |
Swildens, J.H., Circulaire missive van eenen vryen Hollandschen burger (...). Z.p. 1795. |
Wolff-Bekker, E. en A. Deken, Gedichten en liedjens voor het
|
| |
| |
vaderland: benevens een aanspraak aan het Bataafsche volk. Den Haag 1798. |
Wood, G.S., The Creation of the American Republic, 1776-1787. Chapel Hill 1969. |
Zillesen, C., Vrije gedagten en aanmerkingen over het ingeleverd Ontwerp der Constitutie ter Nationaale Vergadering. Leiden 1796. |
Hoofdstuk 26 Het nationale welzijn
Becker, C.L., The Declaration of Independence. A Study in the History of Political Ideas. New York 1945. |
Boels, H., Binnenlandse Zaken. Den Haag 1993. |
Bolkestein, G., De voorgeschiedenis van het middelbaar onderwijs 1796-1863. Amersfoort 1914. |
Booy, E.P. de, Weldaet der scholen. Utrecht 1977. |
Bornewasser, J.A., Kirche und Staat in Fulda unter Wilhelm Friedrich von Oranien 1802-1806. Nijmegen 1956. |
Bot, J. en R. Muijlwijk, ‘Jean Henri van Swinden’. In: A. Kox en M. Chamelaun (red.), Van Stevin tot Lorentz. Portretten van Nederlandse natuurwetenschappers. Amsterdam 1980, 93-106. |
Bruine, W.D. de, ‘Dagboek van Jacob Hendrik Schorer, 28 juli 1809-6 december 1810’. In: Archief Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1963), 1-207. |
Buys, P., ‘“De mens is tot geluk geschapen”. Naar een geschiedenis van het geluk in de Republiek ten tijde van de Verlichting’. In: Tijdschrift voor geschiedenis 108 (1995), 188-208. |
Colenbrander, H.T., Gedenkstukken der algemeene geschiedenis van Nederland (22 dln. Den Haag 1905-1922), dl. 4. |
Dagverhaal der Handelingen van de Nationale en Constituerende Vergadering. 9 dln. 's-Gravenhage 1796-1798. |
Fritschy, W., De patriotten en de financiën van de Bataafse Republiek. Amsterdam 1988. |
Giezen, A.M. van der, De eerste fase van de schoolstrijd in Nederland (1795-1806). Assen 1937. |
Heederik, G.J., Van kasboekregister tot burgerlijke stand. Leiden 1973. |
Hoorn, M. van, ‘Jan Hendrik van Swinden en het probleem van de analogie tussen elektriciteit en magnetisme’. In: Tijdschrift voor de geschiedenis der geneeskunde, natuurwetenschappen, wiskunde en techniek 10 (1987), 90-111. |
Huisman, F. en C. Santing (red.), Medische geschiedenis in regionaal perspectief: Groningen 1500-1900. Rotterdam 1997. |
Jansen, P.C., De physique existentie dezes lands: Jan Blanken, inspecteur-generaal van de Waterstaat (1755-1738). Amsterdam 1987. |
Joor, J., De Adelaar en het Lam. Onrust, opruiing en onwilligheid in Nederland ten tijde van het koninkrijk Holland en de inlijving bij het Franse keizerrijk (1806-1813). Amsterdam 2000. |
Melief, P.B.A., De strijd om de armenzorg in Nederland, 1795-1854. Groningen 1955. |
Mulder A., ‘De honderd hoogstaangeslagenen te Middelburg in 1812’. In: Economisch-Historisch Jaarboek XVII (1931), 81-116. |
Ontwerp van Constitutie: de behandeling van het Plan van Constitutie in de Nationale Vergadering. Ed. L. de Gou. 3 dln. 's-Gravenhage 1983-1985. |
Plan van Constitutie van 1796: chronologische bewerking van het archief van de eerste Constitutiecommissie ingesteld bij decreet van de Nationale Vergadering van 15 maart 1796. Ed. L. de Gou. 's-Gravenhage 1975. |
Roelevink, J., ‘“Eenen eik, die hondert jaren behoefde, om groot te worden”. Koning Willem I en de universiteiten van het Verenigd Koninkrijk’. In: C.A. Tamse en E. Witte (red.), Staats- en natievorming in Willem I's koninkrijk (1815-1830). Brussel/Baarn 1992, 286-309. |
Roelevink, J., ‘Het rapport van de commissie Van der Duyn van Maasdam over het hoger onderwijs uit 1814’. In: Batavia Academica 10 (1992-1993), 1-61. |
Rutten, W., ‘De vreselijkste aller harpijen’. Pokkenepidemieën en pokkenbestrijding in Nederland in de achttiende en negentiende eeuw: een sociaal-historische en historisch-demografische studie. Wageningen 1997. |
Smidt, J.Th. de en A.H. Huusseen jr., Bronnen van de Nederlandse codificatie sinds 1798. Utrecht 1968. |
Staatsregeling van 1798: bronnen voor de tot stand koming. Ed. L. de Gou. 2 dln. 's-Gravenhage 1988-1990. |
Staatsregeling van 1801: bronnen voor de tot stand koming. Ed. L. de Gou. Den Haag 1995. |
Staatsregeling van 1805 en de Constitutie van 1806: bronnen voor de tot stand koming. Ed. L. de Gou. 's-Gravenhage 1997. |
Tamse, C.A. en E. Witte (red.), Staats- en natievorming in Willem I's koninkrijk (1815-1830). Brussel/Baarn 1992. |
White, E., ‘The French Revolution and the Politics of Government Finance 1770-1815’. In: Journal of Economic History 55 (1995). |
Woud, A. van der, Het lege land: de ruimtelijke orde van Nederland 1798-1848. Amsterdam 1987. |
IJsselmuiden, P.G. van, Binnenlandse Zaken. Kampen 1988. |
Zanden, J.L. van en A. van Riel, Nederland 1780-1914. Staat, instituties en economische ontwikkeling. Amsterdam 2000. |
Zappey, W.M., De economische en politieke werkzaamheid van Johannes Goldberg (1763-1828). Alphen aan den Rijn/Brussel 1967. |
|
|