Een begrensd vaderland
(1997)–J.J. Kloek– Auteursrechtelijk beschermdDe roman rond 1800 tussen nationaal karakter en internationale markt
[pagina 4]
| |
1Geachte aanwezigen,
De metamorfose die Nederland rond 1800 doormaakte van unie van autonome gewesten naar centraal geregeerde eenheidsstaat bracht de behoefte met zich mee het land opnieuw in kaart te brengen. Door een leger landmeters werd het voor het eerst in de geschiedenis integraal, uniform en systematisch opgemeten en uitgetekend. Maar het was niet alleen de geografische gesteldheid van het nieuwe vaderland waarvan men een exact beeld wilde hebben. Alle domeinen waarop de centrale regering zichzelf taken stelde werden om zo te zeggen in kaart gebracht, door middel van inventarisaties, enquêtes en onderzoeksverslagen. Tot de nieuwe gebieden van nationaal beleid behoorde de cultuur. Wetenschap en kunst werden zaken waarvoor de nationale overheid zich verantwoordelijk voelde. Die verantwoordelijkheid kwam onder meer tot uiting in een officiële cartografie van het nationale culturele leven, in de vorm van een jaarlijks te verschijnen overzicht onder de titel Jaarboeken der wetenschappen en kunsten, in het Koningryk Holland. Het initiatief tot deze onderneming ging overigens uit van een vreemdeling, de in 1806 hier door zijn broer de Franse keizer geparachuteerde koning Lodewijk Napoleon, vandaar de aanduiding Koningryk Holland in de titel van de Jaarboeken. Met de opheffing van het koninkrijk en de annexatie door Frankrijk in 1810 werd de uitgave weer gestaakt; verschenen waren toen alleen de delen over 1806 en 1807. De Jaarboeken, die waren samengesteld onder toezicht van Lodewijks hoogste ambtenaar voor wetenschappen en kunsten, Directeur-Generaal J.H. Meerman,Ga naar eind1 brengen verslag uit over het reilen en zeilen van de universiteiten en de instellingen voor voortgezet onderwijs, over de activiteiten van de geleerde en kunstlievende genootschappen en ze geven kritische besprekingen van de nieuw uitgekomen wetenschappelijke werken en van de recente literatuur. Om de literatuur gaat het mij, en in het bijzonder om de roman. Welke romans werden in 1806 en 1807 uitgekozen om van regeringswege te worden opgenomen in de staat van nationale verdiensten, en op welke gronden? Wat allereerst opvalt is dat in beide jaren Meerman - voor het gemak doe ik maar net alsof hij het allemaal zelf heeft geschreven - slechts één titel opvoert. In 1806 is dat De ring van Gyges wedergevonden, of Verzameling van Nederlandsche karakters van Willem Kist.Ga naar eind2 In 1807 is het de Historie van Mejuffrouw Susanna Bronkhorst van Adriaan Loosjes.Ga naar eind3 Twee werken: dat is heel wat minder dan het | |
[pagina 5]
| |
aantal dichtbundels dat vermelding waard wordt geacht. Wat verder aandacht trekt is dat Meerman beide romans niet alleen waardeert omdat ze de lezer stichten met ‘goede beginselen, deugd en godsdienst’ - dat was de gebruikelijke eis die aan romans werd gesteld. Hij haalt ze ook voor het voetlicht als echte vaderlandse werken. Met name heeft hij hierbij het oog op de personages, die toonbeelden van authentiek Nederlanderschap zijn. In Meermans woorden: ‘Het nationale van ons karakter wordt er wél bij in 't oog gehouden’.Ga naar eind4 Deze twee bevindingen, het geringe aantal romans dat de Jaarboeken vermelden en de nadrukkelijke waardering voor het nationale daarin, verdienen nadere aandacht. Dit temeer omdat de combinatie van beide bij nader toezien iets paradoxaals heeft. |
|