Aanteekeningen.
Blz. 173. Koning Jan van Brienne was in 1208 met voorbijgang van vele aanzienlijke vorsten door bemiddeling van Filips August van Frankrijk op den troon van Jeruzalem verheven en gehuwd met de jonge koningin van dat rijk, Maria van Lusignan.
Blz. 184. Een ruiter (Spaansche of Friesche) bij den vestingbouw, is een ‘vier-, zes- of achtkantige boom of balk van 2 of 3 el lengte, met sterke pinnen ter verdediging van ingangen, enz.’ Spaansche ruiter, als zeeterm, is het hout, dat rechthoekig benedenwaarts op den boegspriet staat.
Blz. 195. ‘Thans sprong een dappere Luikenaar, die de voorste was, d'eerste op den Toren, en werd gevolgd door een jonge Vries, die zich met een soort van een vlegel, welkers eene eind met sterke ketentjes aan het ander vast was, en dien hij wonderlijk wist te handelen, in 't midden der Sarrazijnen geworpen hebbende, deselve met zoodanig een kracht en geswindheid rondom zich slingerde, keerende zich onophoudelijk dan ter rechter en dan ter slinkerhand, dat hij in weinige oogenblikken alle de geenen, welke hij met dit schrikkelijk geweer rondom zich bereiken kon, neergeveld hebbende, d'overigen na 't benedenst des Torens vluchtten, laatende de plaats aan de verwinners.’
Maimbourg, Historie der Kruisvaarders blz. 602.