Proeve eener Hollandsche prosodia
(1810)–Johannes Kinker– AuteursrechtvrijJohannes Kinker, Proeve eener Hollandsche prosodia. Z.n., z.p. z.j. [Johannes Allart, Amsterdam 1810]
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 830 H 4
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Proeve eener Hollandsche prosodia van Johannes Kinker uit 1810.
redactionele ingrepen
De eindnoten zijn in deze digitale editie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De volgende pagina’s zijn hierdoor komen te vervallen: 311, 313, 314, 315, 316, 317, 318, 319, 320, 321, 322, 323, 324, 325, 326, 327.
p. 75: ‘§. B. 1.’ → ‘§. (β).’
p. 130: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier op iedere regel herhaald.
p. 133: eindnoot ‘(2)’ heeft in het origineel abusievelijk nootverwijzing ‘(3)’ gekregen in de lopende tekst. In deze digitale editie is dat verbeterd.
p. 156: de weergave is hier genormaliseerd naar ‘e's’.
p. 328: tussen vierkante haken is de kop ‘Errata’ toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, 312, 330) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
PROEVE
EENER
HOLLANDSCHE PROSODIA,
OORDEELKUNDIG GEGROND OP, EN DOOR HET GEHOOR GETOETST AAN DE UITSPRAAK ONZER TAAL, DOOR HET BESCHAAFDE GEDEELTE ONZER NATIE, EN
TOEGEPAST OP HET
RYTHMUS en METRUM
DER OUDEN,
IN ZOO VERRE BEIDEN IN ONZE HOLLANDSCHE DICHTKUNDE ZOUDEN KUNNEN WORDEN INGEVOERD.
DOOR
Mr. J. KINKER.
ONDER DE ZINSPREUK:
Aan welke Verhandeling de gouden eerepenning is toegewezen.