A-loong van Wanica

Naar de stad

Een week na de opening gaat de familie naar de stad. A-loong Patrik is opgewonden. Hij moet meedoen aan een optocht. Ze vertrekken in de middag. Fabian zal voor Bruintje zorgen. Ze rijden via Welgedacht C, want papa vindt het nu te druk op de Indira Ghandiweg. A-loong Patrik kijkt naar buiten. Hee, wie ziet hij daar rennen? ‘Albert!’ roept hij.

Papa kijkt ook en toetert. Albert lacht en wuift met beide handen. Hij is bij zijn oma hier in het dorp Koewarasan. De hele familie wuift terug.

Ze rijden verder naar de Kameelbrug. Zo komen ze bij de Leidingen. De Leidingen zijn lange zijwegen van de nog langere Commissaris Weytingweg. A-loong kijkt naar buiten. Bijna elk erf heeft vlaggetjes van het Hindu-geloof.

[p. 22]

Zo weet A-loong Patrik, dat er veel Surinamers van Hindostaanse afkomst daar wonen. Hij leest alle Leidingen luidop. Ze hebben allemaal een nummer. ‘Leiding 9a, 10, 10a... zijn we nog in district Wanica, papa?’ vraagt hij.

‘Ja, hoor,’ zegt papa. ‘Als we voorbij de Leysweg komen weet je zeker dat we in district Paramaribo zijn.’

Ze rijden langs het N.I.S. Het gebouw is door China aan ons land geschonken. Deze sporthal wordt nu naar de zwemkampioen Anthony Nesty genoemd.

A-loong zal bij oma Sin Yin en Jeffry logeren aan de Franchepane straat. Van daaruit zullen ze samen naar de verzamel-plek gaan voor de optocht. Elly mag ook meedoen. Oma heeft een heel grote supermarkt. De rest van de familie rijdt door naar het huis van opa.

Vandaag is het 20 oktober, de herdenking van de Chinese immigratie in het jaar 1853. Het is een heel feest. Het is erg druk en ook erg warm. De groepen die meedoen aan de optocht zijn al vroeg op het onafhankelijkheids-plein.

A-loong Patrik is verkleed als een echte Shoalin fighter. Dat is een vechter van een oude gevechtssport uit China. Hij heeft een zwarte

[p. 23]

broek aan met een gele band en zwarte kung-fu patta's.

Vooraan zullen enkele oudere mannen dansen met de draak. A-loong Patrik mag in de bak van de truck staan en de gong slaan. Samen met Jeffry en Elly klimt hij in de bak.

Elly ziet er lief uit met de bloemen in haar haar. Zij heeft een Chinese jurk aan.

De oudere jongens en meisjes zullen achter de truck lopen met rode en gele lampionnen. Een lampion is een papieren lamp.

De optocht begint.

[p. 24]

De draak maakt hele sierlijke bewegingen, vooral als A-loong op de gong slaat. Sommige kleine kinderen huilen als ze de draak zien. Jeffry lacht ze uit. A-loong kijkt boos naar hem.

Jeffry maakt met een ernstig gezicht kung-fu sprongen bij elke gongslag. A-loong en Elly giechelen, want dat moest Jeffry eigenlijk juist niet doen. Hij maakt zijn eigen show. De toeschouwers klappen en juichen.

Het is al schemerig. Nu gaan de lampionnen aan. ‘Oooohh, wat mooi...’ horen ze van alle kanten. De rode lichtjes dansen in het donker. Prachtig!

Na de optocht gaat de familie naar Kon Njie Ton San. Dat is een oud verenigings-gebouw in de stad. Het heeft een echte Chinese dak. Ze gaan daar het feest verder vieren.

De volgende dag keert de familie heel vroeg terug naar huis. Het broertje van A-loong slaapt op mama's arm. A-loong is ook moe. Hij is blij dat ze naar huis gaan.

Papa zegt, dat ze de optocht ook een keer in Wanica moeten organiseren.

Wat zal dat fijn zijn, denkt A-loong Patrik.

[p. 25]