Gevaar op de weg
Bij Dijkveld laden de mannen de zakken cement in opa's bestelwagen.
‘Zo,’ zegt opa, ‘en nu terug naar huis.’ Ze rijden weer langs het kanaal, maar slaan dit keer af bij de Commissarisweg.
Zo komen ze weer op de ‘fo ca lu’. Ze rijden langs de wijken van Welgedacht A en Welgedacht B.
‘Pas op, opa!’ roept A-loong.
Een bus met passagiers raast met een vaart voorbij en haalt twee auto's in. De bus slingert over de weg en slaat een loslopende hond. De hond rolt over de weg en rent daarna jankend weg. De chauffeur vermindert heel even zijn vaart, maar rijdt dan nog harder door.
‘Wat!’ schreeuwt A-loong. ‘Dat is toch gemeen, opa. En het is ook nog een bruine hond.’
‘Wacht,’ zegt opa. ‘Nu ga je iets moois zien, maak je maar geen zorgen.’ Hij kijkt in zijn