stellen, mij van de laatste ook daar niet te ver verwijderend, waar ik het gebied der verdichting bewandelde. - Er werden daarbij bewijzen gegeven van heldenmoed, van trouw aan heilige overtuiging, van menschenliefde. Daarvan heb ik Jean Guiton, Farine, la Forêt, Salbert, mevrouw de Prosni, zoo als men 't nu noemt, de drágers gemaakt, personen en karakters, door de geschiedenis aan de hand gegeven. Deden en waren zij niet al wat ik hun toeschreef; zij hebben iets soortgelijks gedaan, zij waren iets dergelijks. Lodewijk XIII, de Richelieu, de Bassompierre, pater Joseph en anderen heb ik wedergegeven gelijk zij mij in de geschiedenis voorkwamen, niet slechter, niet beter. Geraadpleegd had ik voornamelijk:
Histoire de France, par le père Daniel. T. XIII.
Arçère, Hist. de la ville de la Rochelle.
Le Mercure Français. 1627, 1628.
Vie de Richelieu, par Aubery.
Vie de Richelieu. Cologne 1696 (par Jean le Clerc?).
Testament politique de Richelieu.
Mémoires de Richelieu. Ed. Petitot.
Mémoires de Bassompierre. id.
Mémoires de Fontenay-Mareuil. id.
Mémoires du duc de Rohan. id.