Etymologicum teutonicae linguae
(1972)–C. Kiliaan– Auteursrechtelijk beschermd5. Latere uitgaven van Kiliaans EtymologicumKiliaan bereidde zelf nog een nieuwe uitgave van zijn Etymologicum voor door middel van kanttekeningen in een exemplaar ervan. Dit exemplaar gaf Balthasar Moretus, die in 1610 zijn vader Jan als drukker was opgevolgd, na Kiliaans dood aan de Antwerpse kapucijn pater Anselmus, om het na te zien en nog aan te vullen voor een nieuwe druk; in 1616 stuurde deze het echter terug naar Moretus, omdat hij voor dit werk geen tijd meer vond. In de Plantijnse drukkerij zag geen nieuwe druk van het Etymologicum het licht. Het exemplaar met Kiliaans kanttekeningen bevindt zich nu in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage en bevat bovendien nog kanttekeningen van pater Anselmus en van twee of drie andere personenGa naar voetnoot65. In de zeventiende eeuw verschenen in Noord-Nederland verscheidene drukken van Kiliaans Etymologicum. Terwijl Kiliaan | |
[pagina 37]
| |
nog leefde, in 1605, bezorgde L. Potter een uitgave, die hij de Quarta editio noemde; aan Kiliaans woordenboek had hij echter enkel een Auctarium toegevoegd van 25 bladzijden, dat bestond uit een lijst met persoonsnamen en een met diernamen. Van deze uitgave verschenen de volgende drukkenGa naar voetnoot66: 1605 te Alkmaar door J. de Meester gedrukt voor C. Nicolai, Amsterdam. 1613 te Alkmaar door J. de Meester gedrukt voor H. Laurentsz., Amsterdam / S. Moulert, Middelburg. / T. Petrus, AmsterdamGa naar voetnoot67. 1620 Amsterdam, H. Laurentsz. 1620 Middelburg, S. Moulert. 1623 Utrecht, H. van Borculo. /H. van Borculo voor Joannes à Doorn. 1632 Utrecht, H. van Borculo. / H. van Borculo voor J.E. Cloppenburg te Amsterdam. / H. van Borculo voor J. à Doorn. / H. van Borculo voor H. Laurentsz. te Amsterdam. In 1642 verscheen te Amsterdam bij Jansonius een Kilianus auctus seu Dictionarium Teutonico-Latino-Gallicum. In deze uitgave, waarin ook het Auctarium van Potter werd opgenomen, werden het Nederlands en het Latijn letterlijk van Kiliaan overgenomen; hier en daar werd een trefwoord weggelaten, en alle gewestelijke aanduidingen, mededelingen over verwantschap | |
[pagina 38]
| |
met andere talen en etymologieën vielen weg. Anderzijds werden enige zegswijzen en een Franse vertaling toegevoegd, die gedeeltelijk (met enige wijzigingen) overgenomen kunnen zijn uit de Thesaurus Theutonicae linguae van Plantijn; volgens mijn steekproeven vertonen ze hier in elk geval meer overeenkomst mee, dan met het Dictionaire ou Promptuaire van Mellema. Op het Etymologicum van Kiliaan steunen de Synonymia Latino-Teutonica, een omwerking ervan tot een Latijns-Nederlands woordenboek. Het handschrift van deze Synonymia werd in 1874 ontdekt door P. Génard, die meende dat het van Kiliaan was, daar het al de Nederlandse en Latijnse woorden uit het Etymologicum bevatteGa naar voetnoot68. Spanoghe, die voor de uitgave van het Synonymia zorgde, heeft echter bewezen dat ze van latere datum zijn: in het handschrift werden immers nog talrijke rechtstermen opgenomen uit de Inleidingh tot de Hollandtsche Regts-geleertheid van Hugo de Groot, die pas in 1631 verschenen is. Kiliaan kan dus zelf deze Synonymia niet voltooid hebben, al is het niet uitgesloten dat hij reeds begonnen was met de omkering van zijn woordenboekGa naar voetnoot69. Op het einde van de achttiende eeuw, in 1777, bezorgde G. van Hasselt nog een herdruk van Kiliaans Etymologicum van 1599, waarvan hij de tekst niet wijzigde, maar wel van uitvoerige voetnoten voorzag. |
|