maanden gevangenisstraf werd veroordeeld, onderging hij die straf met een juichend hart en vol blijdschap, omdat niet alleen Burding hem in de gerechtszaal de hand had gedrukt en hem had gezegd, dat zijne vrouw weder geheel van hare ziekte was hersteld en hem uit den grond haars harten zijn verkeerde daad vergaf, - maar ook, omdat zijn vader hem had bezocht en hem met tranen in de oogen aan zijn hart had gedrukt.
't Was de laatste maal, dat Willem zijn vader had gezien.
Deze nam korten tijd daarna zijn ontslag als burgemeester en leefde stil en teruggetrokken in zijne woning, welke hij zelden meer verliet. Toen Willem ongeveer een maand in de gevangenis had doorgebracht, ontving hij een brief van Arnold, waarin deze hem meldde, dat zijn vader door een hevige longontsteking was aangetast, en wellicht niet meer herstellen zou. Inderdaad kwam nog geen geen week later Arnold hem mededeelen, dat zijn vader overleden was. Hij bracht hem diens laatsten groet...
Arnold en Trien vonden een vriendelijk tehuis bij de Burdings; de eerste als kind des huizes, de laatste als dienstbode. Een half jaar later ging Arnold naar Leiden om zijn studiën voort te zetten, doch zijne vacanties bracht hij altijd bij de Burdings door, of, zooals hij zelf dat noemde, met de vacantie ging hij naar ‘huis.’
Hein Barrel had zich door de vlucht gered. Toen Willem Landersen het besluit genomen had, zich zelven aan de justitie over te geven, was hij naar Hein gegaan om hem te waarschuwen, en toen deze merkte, dat al zijn bedreigingen en vloeken niet in staat waren, Willem van zijn plan terug te brengen, had hij voor goed het dorp verlaten en was naar Amerika gevlucht. Hier verteerde hij de gestolen som in zeer korten tijd op roekelooze wijze en moest daarna met handenarbeid zijn brood verdienen. Dat verdroot hem echter al spoedig en daarom