Wat? Had die akelige ekster dat gedaan? Wacht, hij zou het hem betaald zetten. Die leelijke streken zou hij hem wel afleeren. Met uitgespreide vleugels vloog hij op Adam af. Adam bleef stil zitten, tot de haan vlak bij hem was. Toen vloog hij opeens een klein eindje weg.
Weer kwam de haan op hem af, taterende en snaterende, en de kippen kakelden, of ze allemaal een ei gelegd hadden.
Ha, nu had de haan hem toch!
Maar neen, juist op het laatste oogenblik sprong Adam weer weg. De haan werd woedend, want hij begreep heel best, dat de ekster hem voor den gek hield. Zijn kam zag bloedrood van boosheid, en als hij Adam te pakken had kunnen krijgen, zou het er erg slecht voor hem hebben uitgezien.
Maar Adam liet zich niet pakken. Toen het spelletje hem lang genoeg geduurd had, vloog hij over de schutting, om eens in het dorp te gaan kijken.
Met een rooden kop van kwaadheid stapte de haan door den tuin rond. En hij snaterde tegen zijn kippen, dat hij dien leelijken ekster wel zou krijgen.
Eindelijk bedaarde zijn boosheid een beetje, en toen hij in het warme zand, beschenen door het koesterende zonnetje, een lekker dutje had gedaan, was hij geheel gekalmeerd.
Hij was weer in het prettigste humeur van de wereld. Met een vroolijk hart wandelde hij naar den slootkant, om wat te gaan drinken.
Opeens, - au, - wat was dat? Wie trok hem daar zoo hard aan zijn staart?
Hij keek om.
't Was Adam, die de veeren uit den staart van den haan in de zon zag schitteren, en stilletjes achter hem gekomen was, om zoo'n veertje uit den staart te trekken.
De haan kolderde van boosheid. Hij vond het een schandaal van Adam, om hem zijn mooien staart zoo te bederven. Maar Adam lachte hem uit en vloog met het mooie veertje weg. Hij legde het achter het houten kruis op Eva's grafje neer. Nog langen tijd zat hij het daar in de eenzaamheid te bewonderen. O, wat vond hij het mooi! Wacht, hij zou er nog eentje gaan halen.
De haan was op den terugweg naar zijne kippetjes.
‘Au!’ Daar werd hem weer nijdig aan zijn staart getrokken. Hij werd vreeselijk boos en vloog op Adam af. Maar Adam sprong op en vloog over de heesters heen naar het houten kruis.
Zoo ging het wel een uur lang.