Aaifoon
Na het fietsen zitten we in de stamkroeg. Iemand pakt zijn iPhone. Zoiets is aanstekelijker dan een infectie. Binnen de kortste keren overal die dingen. In liefdevol gestreel gaan de vingers over de aaifoons. De een aait nog leukere dingen tevoorschijn dan de ander: fietsroutes, recepten, spelletjes, veel spelletjes.
Heb ik op de fiets al grote moeite het pak te volgen, hier verlies ik het contact helemaal. Ik staar in mijn glas. Na het afzien het toezien. Mijn bijdrage aan de discussie beperkt zich tot de opmerking dat ik op mijn mobieltje nog een beltegoed heb van drie euro.
Mobieltje. Nog maar kort geleden was dat iets nieuws. Maar wie nu nog met zo'n ijskast met grote knoppen loopt, is een paria. De aaiers hebben het al lang overgenomen van de drukkers.
Ik moet niet somberen. Dit is klein leed. De kans dat ik ook zonder aaifoon zal overleven, is aanzienlijk. Erger is wat er met het boek en de boekhandel gebeurt. Letters op papier hebben het moeilijk. Vroeger leerde je lezen met een houten leesplankje. Nu is er een digitaal leesplankje, de iPad, waar je hele boeken in kunt downloaden. Al aaiend wuift de lezer het klassieke boek uit.
Ook de boekhandel piept. Niet alleen door de aailezers. De boekenkoper shopt op internet. Nadert het einde van de boekwinkel? Bidden dat het zover niet komt, kun je het beste doen bij boekhandel Selexyz in Maastricht. Die is gevestigd in een kerk. In het ergste geval kan daar ook de uitvaartmis van het boek worden gelezen.