Heerlijke pindakaas
Van het roken ben ik afgekomen, niet van het pindakaas eten. Hoeft ook niet. Pindakaas schijnt zelfs gezond te zijn. Het spul is in 1893 uitgevonden door een Amerikaanse vegetariër. En dan weet je dat het wel goed zit. Vegetariërs gaan overal dood aan, maar zelden aan hun voeding.
Derhalve smeer ik de vondst van dr. John Harvey Kellog elke ochtend met tevredenheid op een snee witbrood.
Had ik niet de zekerheid dat mijn rossige haarkleur genetisch bepaald is, ik zou zweren dat ik deze tint te danken c.q. te wijten heb aan een levenslange consumptie van pindakaas. Het eten van pindakaas is te vergelijken met het Palestijns-Israëlisch conflict. Iedereen heeft er een uitgesproken mening over. Schrijver Karel van het Reve was gek op pindakaas. Met twee potten pindakaas naar Moskou, luidt een van zijn boektitels. Schrijver Arnon Grunberg schreef een bewonderend stuk over Van het Reve; alleen van die pindakaas (‘erg vies’) begreep hij niets.
Ophef was er onlangs ook toen museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam de Pindakaasvloer van kunstenaar Wim T. Schippers aankocht. Het is een vlak van houten latjes, gevuld met pindakaas. De stank schijnt niet te harden te zijn. Daar moet ik dus niet naar toe.
Voor de liefhebber van pindakaas is het in het buitenland behelpen. Toen wij in Italië woonden, lieten we bezoekers uit Nederland vaak pindakaas meenemen. Onze Nederlandse variant is daar immers nergens te krijgen. Voor de rest kun je in Italië heel behoorlijk eten.