Als een zak cement
Soms lees je een zin in de krant die je de hele dag bij blijft. Zo las ik gisteren dat Hannelore Kohl als twaalfjarig meisje door Russische soldaten werd verkracht en ‘als een zak cement’ uit het raam werd gegooid.
Haar leven lang voelde ze felle pijnen. En ze bleef zich altijd maar die zak cement voelen, een wegwerpartikel, een vrouw van niks. Ook al was ze getrouwd met een van Duitslands grootste zonen: Helmut Kohl, twee koppen groter dan zij en de man die Duitsland vereende.
Op het gruis van een jeugd die zo verwoest is, kan ook een sprookjeshuwelijk je geen vaste grond onder de voeten geven. Tien jaar geleden pleegde ze zelfmoord.
De schaduwen die het verleden over haar heen wierp, werden steeds langer. Hannelore Kohl was een knappe, blonde vrouw. In mijn Duitse tijd heb ik haar een paar keer gezien. Op het bal van de internationale pers straalde ze; maar nooit echt. Haar gezicht had iets wasachtigs, alsof diep in haar een donker geheim bestorven lag.
Dat laatste weten we nu met zekerheid. In een nieuwe biografie wordt voor het eerst gesproken over die zak cement en de horror eromheen.
Wat voor een huwelijk hadden Helmut en Hannelore? Deed hij genoeg om haar te helpen? Helmut was altijd weg. Toen hij net kanselier was, typeerde ze haar bestaan als ‘moederziel alleen’.
Maar toch vraag ik me af: wás ze wel te helpen? Soms is eenzaamheid te verdrijven door het gezelschap van anderen. Maar soms zit de eenzaamheid zo diep dat ook anderen er niet bij kunnen.