De afdeling Leven
Ik wilde iets weten over een uitvaartverzekering en belde de maatschappij. Bedrijven die in verzekeringen doen, noemen zich graag maatschappij. Dat klinkt vertrouwd. Alsof ze ook een beetje van ons zijn. De maatschappij, dat zijn wij immers allemaal.
‘Een ogenblikje’, zei de juffrouw van de maatschappij, ‘ik verbind u door met de afdeling Leven’. De afdeling bleek haar naam eer aan te doen. Het was daar zo druk dat ik weer terug kwam bij de telefoniste. ‘Mag de afdeling Leven u terugbellen?’ Dat mocht. Elk teken van leven is welkom.
Van dit gesprekje, hoe kort ook, moest ik even bekomen. De afdeling Leven! Je belt over de dood en je krijgt het leven. Zo is het verzekeringsbedrijf. Er heerst daar een onverwoestbaar optimisme. Het woord dood kennen ze niet en leven schrijven ze consequent met een hoofdletter.
Even later werd ik terug gebeld door een jonge vrouw met een welluidende, warme stem. Hou oud zou ze zijn? Dertig? Het leek me bijna schennis met haar over uitvaarten te praten. Die schroom had zij niet. Ze deed de hele dag natuurlijk niet anders dan oude mannen goed verzekerd de kist in praten.
Terwijl ik luisterde naar die hemelse stem, werd ik bevangen door vreemde melancholie. Jeugd, volwassenheid, ouderdom, het leven schiet in een flits voorbij. Hoeveel korrels zitten er nog in de bovenste bol van mijn zandloper? Het is maar goed dat je het niet weet. Je moet ook een beetje vertrouwen hebben. De mens is in Gods hand. En die van de afdeling Leven.