toch ijzersterk van lichaamsbouw, bezat hij een wezen, waarop diep gevoel en tenzelfden tijd beradenheid en moed uitstraalden. Als hij zijnen bruinen, doordringenden blik op iemand liet vallen, voelde men zich tot in de ziel geraakt, en als de gramschap zich op zijn gelaat ververtoonde, zou voorzeker niemand lust gevoeld hebben, om die drift aan te hitsen; want, men verstond het genoeg - hoe kalm en zacht van gemoed Pieter gewoonlijk ware, - als de drift zich van hem meester maakte, werd hij een gansch ander mensch en men zag alsdan verschrikkelijke stormen in zijnen boezem woelen.
De uren, welke Pieter - hij was toen tien jaren oud, - niet op de school doorbracht, werden gewoonlijk gesleten op het lustslot van den baron van Meerschot, welke zich op een kwaart uurs afstand van de pachthoef van van Calstre bevond. Hoe hij er toe gekomen was, om den ingang op het kasteel te verkrijgen, wist men niet. De baron was een hoogmoedig en barsch man en derhalve weinig door de landlieden bemind, die genoeg in zijne oogen konden lezen, welke diepe verachting hij, op zijne beurt, voor hen gevoelde. En Pieter nogtans was op het kasteel goed gezien, bracht er soms gansche dagen over en was de gewone speelgenoot van Regina, de eenige dochter des barons van Meerschot, welke bij de geboorte van het lieve meisje weduwenaar was geworden.
Als de jonge knaap zich met Regina alleen bevond, vergat hij zijne sprakeloosheid en het was verwonderlijk om zien, wat hij al wist uit te vinden om zijne speelgenoote vreugde te verschaffen. Zij had slechts eenen wensch te vormen om dien oogenblikkelijk verhoord te zien. Pieter klom in de hoogste boomen, om voor haar vogelnesten te rooven, en wierp zich gekleed in de hofgracht om haar eene waterbloem te gaan plukken. Dat leven, de eenvoudige verkleefdheid van Regina, was eene zaligheid voor Pieter en de eenigste smart, welke hij soms onderstond, was als er bezoekers op het kasteel kwamen en het hem niet vergund werd, met het meisje in den tuin en in het park rond te dartelen.
Pieter kende Regina reeds drie jaren toen de baron besloot, dat het tijd was zijne dochter naar een pensionnaat te zenden. De jongeling weende voor de eerste maal in zijn leven, als hij zijne speelgenoote moest vaarwel zeggen, en sedert dit oogenblik werd hij nog meer ingetogen en zijne sprakeloosheid vergrootte nog. Het was alsof zijn leven van licht was beroofd geworden. - Hij zette sedert dit oogenblik