Prozaverzamelingen zijn dun gezaaid in de Surinaamse literatuur. In 1972
verschenen twee bloemlezingen.
Kri, kra! Proza van Suriname
, samengesteld door Thea Doelwijt en
uitgebracht door het Bureau Volkslectuur, bundelde vijftien fragmenten uit
recent (reeds verschenen) werk.
I sa man tra tamara!?
, uitgebracht door De Bezige Bij in Amsterdam, bracht acht nieuwe
verhalen, ingezonden voor de Van der Rijnprijs. In 1981 verschenen drie verhalen
in het boekje
Een pantserwagen in de straten
als uitgave van het Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport. Het is dus
niet teveel gezegd wanneer we stellen dat het wel weer eens tijd werd voor een
nieuwe bloemlezing.
Deze bundel is het resultaat van een steeds strengere selectie. Alle verhalen in
deze collectie zijn produkten van Surinaamse bodem en geen van hen werd eerder
gepubliceerd. Hoewel enkele van wat oudere datum zijn, werd aan alle verhalen in
de afgelopen tijd de laatste hand gelegd. We kunnen dus met recht spreken over
het jongste proza van Suriname.
Opvallend daarbij is de verhouding tussen de gehanteerde talen. Als prozataal is
het Sranan tongo nooit helemaal uit de startblokken gekomen - in ieder geval
altijd in de schaduw van het Nederlands gebleven - en dat zal wel zo blijven
zolang spellings- en onderwijsperikelen de horizon blijven verduisteren. Des te
opmerkelijker