Voorwoord
Sinds de herleving van de taalpsychologie in de zestiger jaren zijn er in korte tijd een groot aantal teksten gepubliceerd die de lezer doen kennis maken met deze zg. ‘psycholinguïstiek’. Die teksten zijn erg uiteenlopend van inhoud, omvang en moeilijkheidsniveau. Men zou de indruk kunnen krijgen dat er zo langzamerhand wel voor elk wat wils op de markt is. Dat is echter geenszins het geval. In feite bestaat er op grote schaal ongenoegen over de beschikbare literatuur. De redenen voor dat ongenoegen wisselen weliswaar van boek tot boek, maar veel gehoord zijn toch de volgende bezwaren:
1 Veelal hebben de teksten Chomsky's transformationele grammatica als uitgangspunt, en beschrijven dan hoe deze gehanteerd wordt in taalpsychologisch onderzoek. Men geeft de lezer een taalkundig in plaats van een psychologisch kompas om zich te oriënteren in de psychologie van de taalgebruiker.
2 Inleidingen zijn nogal eens erg opsommend van karakter. De lezer wordt volgepropt met recente onderzoekresultaten, met namen en citaten (dit laatste niet zelden bij wijze van gezagsargument), maar kan zodoende door de bomen het bos niet meer zien.
3 De teksten staan bijna altijd stijf van de vaktermen die, omdat ze niet met zorg worden gedefinieerd of zelfs geheel overbodig zijn, het lezen slechts bemoeilijken.
Met dit boekje bewijst Kempen dat het anders en beter kan. Hij laat de lezer zonder taalkundige omhaal direct kennis maken met de centrale vraagstelling in de taalpsychologie: hoe functioneert de mens als taalgebruiker? Bij de behandeling van die problematiek laat de schrijver zich niet leiden, resp. afleiden door wat er zich de laatste jaren aan empirisch onderzoek heeft afgespeeld. Zijn werkwijze is actiever: hij probeert een schema te ontwerpen van de taalgebruikende mens, een model dat de componenten bevat die noodzakelijk zijn voor elk intelligent taalgebruikend mechanisme (zoals bijvoorbeeld ook de computer), maar dat tegelijkertijd rekening houdt met wat thans bekend is over de psychologie van aandacht, geheugen, en motoriek. De lezer wordt bij dit constructieproces meegenomen. Hij bouwt als het ware stap voor