Verzameld werk. Deel 3(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1311] [p. 1311] Schemergepeinzen In scheemring denk ik aan voorbije dingen, wen licht en land als in een niet verzinken, der aard' geluiden almaar verder klinken, terwijl ik luister naar het stille zingen - om wat mij lief was - van de erinneringen... totdat... ineens... de schrille lichten pinken der stad, in witte en rosse trossen blinken op straat en plein, en al dat liefs verdringen... Wat mij doet droomen naar een tijd vèr-henen, vlucht voor die klaarte naar 't vertrek, waar ik stil zit, op de vergane pracht, te peinzen. Gestalte' als van eentonig klokgetik, gedaanten van herinneringen weenen, vèr in het donker, bang voor 't lichtend grijnzen en voor mijn wil. Zij weten 't: ik alleene wil nog hun wezen tot het oogenblik, dat 'k hun door 't licht der lamp in 't niet doe deinzen. Vorige Volgende