Verzameld werk. Deel 3(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1265] [p. 1265] Boomgefluister. Ik ben aanwezig, en ik luister, o boomen, naar uw teêr gefluister; ik luister naar uw zilverzang oneindig-droef, zoo lang,... zoo lang... en 'k ben aanwezig, en ik luister van morgenvroegt, tot avondduister een sluier om de dingen slaat, en alles droomen, rusten gaat. Ik ben aanwezig dán en luister, o boomen, naar uw droef gefluister. Gij kent geen rusten en geen nacht; door dag en duister klinkt uw klacht; bij 't scheemren van der sterren lach klaagt nog uw eindloos, innig ‘Ach’. O, kon 'k als gij, mijn droeve boomen, mijn leed in liedren heen doen stroomen en fluisterzingen, dag en nacht, hoe mijne ziel naar 't Einde smacht. Vorige Volgende